22 september 2016

Bezuinigingen op monumenten drukken op cultuurbegroting

In ons persbericht op Prinsjesdag meldden wij reeds slecht nieuws voor de erfgoedsector: minister Bussemaker en staatssecretaris Wiebes hebben op Prinsjesdag bekendgemaakt dat de fiscale aftrek voor onderhoud van particuliere monumentenpanden per 2017 wordt afgeschaft. Met de maatregel is een structurele bezuiniging van 25 miljoen euro voorzien. De bezuiniging is bedoeld om de begroting van het ministerie van OCW sluitend te maken. Lees hier de volledige brief.

Door (vroegtijdige) afschaffing komen onze monumenten in gevaar: erfgoedorganisaties voorzien dat achterstanden in de restauratie en onderhoud zullen ontstaan. Eigenaren hebben veelal hun financiering mede gebaseerd op deze fiscale mogelijkheden en worden op deze manier gedemotiveerd om zich actief in te zetten voor monumentenbehoud. Ook de verkoop van monumentale woonhuizen komt hiermee onder druk te staan.

Het wonen in een monument brengt beperkingen mee. De eigenaar moet voor vrijwel alle werkzaamheden een vergunning vragen. Het onderhoud van een monument is door al het maatwerk en de beperkende regels duurder dan van een ‘gewoon’ huis. Als compensatie voor deze beperkingen krijgt de particuliere eigenaar een financiële tegemoetkoming in de vorm van fiscale aftrek van 80 % van de kosten.

Deze aftrek wordt nu afgeschaft en daarvoor in de plaats komt een tijdelijke subsidieregeling. Echter, de fiscale aftrekregeling gaat over restauratie en onderhoud, de nieuwe subsidieregeling alleen over onderhoud.

Monumenten vertellen onze geschiedenis en vormen een belangrijk deel van onze identiteit. Zij dragen bij aan een gunstig vestigingsklimaat en fungeren als trekpleister voor toeristen. Nederland telt vele monumenten, op het platteland en in steden. De 30.000 monumenteneigenaren bevinden zich in zeer uiteenlopende inkomensklassen.

Extra druk op de cultuurbegroting

Door deze bezuiniging is extra druk op de cultuurbegroting ontstaan. Kunsten ’92 heeft in 2015 al aangegeven dat voor de volgende kabinetsperiode een investering van 70 tot 100 miljoen euro nodig om een sterke en toegankelijke culturele infrastructuur te kunnen behouden. Daarbij is nog niet eens rekening gehouden met deze onverwachte bezuinigingsmaatregel.