In de eerste week van 2020 kwam naar buiten dat Nederland voor het eerst in de geschiedenis meer dan 2 miljoen bedrijven telt – vooral eenmanszaken. Nederland scoort met 12,2% zzp’ers in de hele beroepsbevolking boven het Europese gemiddelde en de groei van het aantal zelfstandigen vlakt nog lang niet af. In de culturele sector is het aandeel zzp’ers al helemaal hoog: 72% volgens een SEO-rapport uit 2018. Dat heeft te maken met de aard van de sector, waarin autonoom werk en tijdelijke aanstellingen zeer gebruikelijk zijn. Maar overheidsingrijpen heeft gezorgd voor een enorme groei de afgelopen twintig jaar. De vraag is of nieuwe regelingen het tij kunnen keren.
Kunsten ’92 wijdt de publicatie Prijs n.o.t.k. Zzp’ers in de cultuursector aan deze trend. Welke ontwikkelingen, zowel politiek als economisch, hebben gezorgd voor die explosie aan zzp’ers? Waarom zijn er juist in de culturele en creatieve sector zoveel zelfstandigen? Wat betekent dit voor de individuele praktijk? Lees hier de publicatie. Lees verder…
Op 19 juli 2019 door het CBS gepresenteerde cijfers bevestigen het beeld dat het economische belang van de creatieve en culturele sector (inclusief media) groter is dan vaak wordt gedacht. Met een toegevoegde waarde van 25,5 miljard euro (3,7 procent) aan het bbp is deze sector iets kleiner dan de bouwnijverheid maar tweemaal zo groot als de landbouw. De creatieve en culturele sector is bovendien goed voor zo’n 320 duizend banen, 4,5 procent van de totale werkgelegenheid. Ook onderzoekers van TNO kwamen onlangs tot een dergelijke conclusie. In een artikel in ESB stellen zij dat de creatieve en culturele sector belangrijker is dan gangbare cijfers suggereren.
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
In het vandaag publiceerde onderzoek heeft het CBS voor het eerst de economische betekenis van de creatieve en culturele sector in macro-economisch perspectief zichtbaar gemaakt. Het CBS kan namelijk (behalve de bekende cijfers voor de hele economie, zoals het bbp), in opdracht, ook cijfers vanuit een specifieke invalshoek leveren. Dit wordt een satellietrekening genoemd. Daarin worden de belangrijkste macroeconomische variabelen berekend (productie, consumptie, toegevoegde waarde, werkgelegenheid e.d.). Deze satellietrekening cultuur en media werd opgesteld in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de bijdrage van cultuur en media aan de Nederlandse economie en werkgelegenheid te laten zien. De CBS-cijfers omvatten o.a. podiumkunsten, erfgoed, reclame, audiovisueel, beeldende kunst, architectuur, etc. Platforms en gaming zijn niet meegenomen. Lees HIER de Satellietrekening cultuur en media.
Economisch Statistische Berichten (ESB)
Eerder deze maand stelden drie onderzoekers van TNO in een verkenning in ESB (Economische Statistische Berichten) dat het belang van de culturele en creatieve sector groter is dan traditionele cijfers suggereren. Bij de bepaling van de economische waarde van de sector moet namelijk ook rekening worden gehouden met het feit dat deze sector niet alleen zelf producten en diensten levert, maar ook creatieve concepten ontwikkelt die vervolgens kunnen worden toegepast bij de productie van andere goederen en diensten. Dit noemen de onderzoekers ‘creatief kapitaal’, een term die het directe effect uitdrukt dat de creatieve sector heeft op het creëren van toegevoegde waarde. De onderzoekers berekenden voor 2017 een ‘creatiefkapitaalvoorraad’ van 5,2 procent van het bruto binnenlands product.
De auteurs stellen ook: “Er zijn legio voorbeelden van creatieve concepten die door andere bedrijven zijn overgenomen of vertaald in nieuwe toepassingen zonder dat ze hiervoor de bedenker(s) hebben betaald. Als dit resulteert in een onderinvestering van creatief kapitaal, dan worden innovatie en de economische groei hierdoor gefrustreerd.” Lees
Kunsten ’92 en Federatie Creatieve Industrie onderzoeken samenwerking
Het toenemende belang voor onze economie van de culturele en creatieve sector vraagt om een meer gezamenlijke belangenbehartiging door de cultuursector en de creatieve industrie. Om die reden hebben Kunsten ’92 (met 365 leden uit kunst, cultuur en erfgoed) en de Federatie Creatieve Industrie (met leden vanuit o.a. ontwerp, architectuur, mode, gaming, fotografie, pop) afgesproken om de mogelijkheden tot samenwerking te onderzoeken. Dit ook in lijn met de oproep van minister Van Engelshoven (OCW): ‘Toon eenheid, dan maken we de sector sterker’.
Jan Zoet, voorzitter van Kunsten ’92: “Nederland is zowel in de kunst als in creatieve economie een wereldspeler. Een sterk kunstenveld is voorwaardelijk voor deze positie. Kunsten ’92 en de Federatie Creatieve Industrie vertegenwoordigen samen de creatieve slagkracht van ons land en zullen zich samen inzetten om deze te versterken en te behouden.”
Han Bekke, voorzitter van de Federatie Creatieve Industrie: “De culturele en creatieve industrie dragen in toenemende mate bij aan onze welvaart en welzijn. Daar past een andere houding bij, niet alleen van overheid maar ook onszelf. Ook daarom onderzoeken we de mogelijkheden tot samenwerking met Kunsten ’92.” Lees verder…
Op 19 februari jl. heeft de minister van OCW een rapport naar de Tweede Kamer gestuurd, voortkomend uit de motie Asscher (begrotingsdebat 18 november 2019) die de minister opdraagt om inzicht in de daadwerkelijke kosten van implementatie van de Fair Practice Code in de gehele culturele sector. Het debat in de Tweede Kamer over dit rapport vindt op 4 maart aanstaande plaats.
Lees hieronder de brief van Kunsten ’92, die op 27 februari aan de cultuurwoordvoerders in de Kamer is gestuurd.
Tabel meerkosten van Sirm:
Lees verder…Lees het korte verslag op de site van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit
Presentatie advies Raad voor Cultuur en College van Rijksadviseurs op 5 maart
Tijdens de Nationale Dialoog Bouwcultuur op 5 maart maken de Raad voor Cultuur en het College van Rijksadviseurs hun advies openbaar over de Nederlandse uitwerking van de Europese Verklaring van Davos 2018. Op verzoek van de minister van OCW adviseren de raden hoe we in de Nederlandse context invulling kunnen geven aan een kwalitatief hoogwaardige Europese Baukultur, vastgelegd in deze verklaring.
Het debat over bouwcultuur – oftewel de opdracht om onze leefomgeving te verbeteren in architectonische, ecologische, kunstzinnige, sociale en duurzame zin – is actueel. De pers bericht veelvuldig, en recent nog, over de ‘verdozing’ van ons land en over de manier waarop wij Nederland inrichten. Alle investeringen die we nu doen, bepalen de context voor toekomstige generaties. Bouwen is ook een culturele daad.
Uniek programma op een avontuurlijke locatie
Doe ook mee en kom naar de Nationale Dialoog Bouwcultuur, op 5 maart op de voormalige Vliegbasis Soesterberg. Werk samen met partijen die je niet vanzelf tegenkomt: projectontwikkelaars, duurzame energieleveranciers, bouwers, architecten, kunstenaars, bestuurders, ontwerpers.
Gaan bouwers (BAM, Ellen Masselink), de duurzame energiebranche (NVDE, Olof van der Gaag), kunstenaars of ontwerpers (Kunsten ‘92, Jeroen van Erp) en projectontwikkelaars (Neprom, Désirée Uitzetter) en anderen hun nek uitsteken voor een kwalitatief hoogwaardige bouwcultuur, of doen ze dat allang?
Ook met Marleen Stikker, Floris Alkemade, Fotograaf des Vaderlands Dirk van der Burg, Marijke van Hees, Leen Verbeek en het kunstwerk Secret Operation 610. Aan de slag in Shelter 611 of de Commandobunker om aan het einde van de dag het PACT van Soesterberg te sluiten. Mis het niet!
Informatie en aanmelden
Wat: lees meer over programma en de werksessies
Wanneer: donderdag 5 maart 2020 van 10.00 (inloop 9.30) tot 17.00 uur
Waar: Vliegbasis Soesterberg: Shelter 611, Commandobunker, Secret Operation 610.
Hertenlaan 12, Entree 4, Den Dolder > Toets in Google Maps in: 3734 CG Den Dolder. ROUTE
Aanmelden: ga naar Direct Aanmelden
Website: klik
_______________________________________________________________________________
Organisatie: Kunsten ’92 en de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit
Mede mogelijk gemaakt door: de ministeries van OCW en BZK, het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het College van Rijksadviseurs.
Samenwerkingspartners: BNA, BNSP, Bouwend Nederland, DutchCulture, Federatie Grote Monumentengemeenten, NEPROM, NVDE, Planbureau voor de Leefomgeving, Raad voor Cultuur, Studio Frank Havermans, Team Ruimtelijke Kwaliteit Nederland, Topteam Creatieve Industrie, VAWR en Vereniging Deltametropool. Lees verder…
Vorige week maandag 18 november vond onder zeer grote belangstelling het begrotingsdebat cultuur in de Tweede Kamer plaats. Lees HIER het stenografisch verslag. Op maandag 25 november vonden de stemmingen plaats over de ingediende moties.
Een greep uit de onderwerpen en afspraken:
Cultuurnota 2021-2024
> Voor de podiumkunsten stond er veel op het spel (lees meer). De Tweede Kamer heeft om inzicht gevraagd in de gevolgen van de verschuiving van budget van het Fonds Podiumkunsten naar de BIS. Dit in samenhang met de kosten en gevolgen van Fair Practice, waarover in februari 2020 een rapport verschijnt (motie Groen Links nr.93.35300-VIII is aangenomen).
> GroenLinks vroeg om een routekaart voor de volgende cultuurnotaprocedure: op welke wijze worden de regio’s betrokken in het proces? SP diende met D66 een motie in om de procedures te uniformeren.
> Er was zorg om het staat van publieke museale collecties.
> PvdA stelt voor musea 1 dag per maand gratis open te stellen.
De arbeidsmarkt
> D66 wilde de via een motie de Leidraad tariefafspraken voor zzp’ers beter implementeren in de praktijk. Een pilot voor een collectieve pensioenverzekering voor zzp’ers wordt aanbevolen. Er is zorg over de effecten van Fair Practice, in het bijzonder bij de presentatieinstellingen beeldende kunst. Aanvullend onderzoek naar de volledige kosten van invoering van de Fair Practice Code is al eerder door de minister toegezegd in februari 2020
Overig
> Grote belangstelling was er voor het tentoonstellen van de Nederlandse ‘geboortepapieren’ in de Tweede Kamer. Hier komt een brief van de minister over.
> De minister stuurt voor de zomer van 2020 een brief aan de Kamer met resultaten van het onderzoek van de stand van de popsector.
> CDA vraagt aandacht voor ondersteuning verenigingswezen. Men vroeg aandacht voor toegankelijkheid van instellingen voor mensen met een handicap.
> Er waren zorgen over de vorderingen met betrekking tot heffingen in de audiovisuele sector en stimulering van de nationale Audiovisuele productie.
> Er komt een brief van de minister aan de Kamer over de evaluatie van de Bibliotheekwet
> Er komt een beleidsreactie op het leesadvies van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur, waarin ook wordt ingegaan op de situatie in het VMBO.
Vervolg
Een algemeen overleg in de Tweede Kamer over arbeidsvoorwaarden, zzp, fair practice en over ‘Uitkomsten nieuwe subsidieregeling’ zal naar alle waarschijnlijkheid in februari of maart 2020 plaatsvinden.
Aangenomen moties
Motie van het lid Ellemeet c.s. over de gevolgen van de verschuiving van het budget van het Fonds Podiumkunsten naar de BIS
Motie van de leden Ellemeet en Asscher over de toegankelijkheid van cultuurinstellingen
Motie van de leden Ellemeet en Belhaj over een verkenning van de staat van de publieke collecties
Motie van het lid Geluk-Poortvliet c.s. over een structurele ondersteuning van amateurkunstverenigingen
Motie van de leden Kwint en Belhaj over verlichten van de verantwoordingsdruk voor makers en instellingen
Motie van het lid Belhaj c.s. over onder de aandacht brengen van de Leidraad tariefafspraken zzp’ers
Motie van het lid Asscher c.s. over één dag per maand gratis openstellen van rijksmusea
Gewijzigde motie van het lid Asscher c.s. over nieuwe stimuleringsmaatregelen voor versterking van het Nederlandse culturele audiovisuele aanbod
Motie van het lid Bisschop over leerlingen kennis laten maken met de Joodse gemeenschap en haar geschiedenis
Klik HIER om de volledige teksten van de aangenomen moties te lezen Lees verder…
Aanstaande maandag 18 november vindt het Tweede Kamerdebat ‘OCW-begroting onderdeel Cultuur’ plaats. De Kamer spreekt dan met minister van Engelshoven onder meer over de cultuurbegroting 2020, de regelingen en criteria voor de cultuurnota 2021 – 2024 en het werkprogramma van de Raad voor Cultuur. Bekijk hier de agenda. Wij stimuleren iedereen om dit Kamerdebat bij te wonen (neem legitimatie mee).
Ter voorbereiding op dit debat heeft Kunsten ’92 een brief aan de Kamer gestuurd. Kunsten ’92 stelt daarin dat de culturele en creatieve sector (inclusief media en erfgoed) een grotere betekenis voor Nederland heeft dan doorgaans wordt verondersteld (CBS-satellietrekening, juni 2019 en TNO in ESB, juli 2019). Met een toegevoegde waarde van € 25,5 miljard (3,7 procent) aan het bbp is deze sector iets kleiner dan toerisme, maar tweemaal zo groot als de landbouw. De culturele en creatieve sector is bovendien goed voor zo’n 320 duizend banen, 4,5 procent van de totale werkgelegenheid.
De creatieve slagkracht en productie van de culturele en creatieve sector staat echter onder druk, ondanks de extra investeringen in cultuur van de afgelopen jaren. Dat komt door eerdere bezuinigingen op cultuur en media, implementatie van de breed gedragen noodzaak om te komen tot ‘loon naar werk’ (Fair Practice), verschuiving van middelen en het ontbreken van een gelijk speelveld. Dit wordt versterkt door negatieve effecten van generiek sociaalfiscaal beleid.
Kunsten ’92 stelt in de brief een aantal urgente maatregelen voor om de slagkracht en de nationale productiecapaciteit van de culturele en creatieve sector op peil te houden. LEES HIER DE VOLLEDIGE BRIEF VAN KUNSTEN ’92
Basisinfrastructuur BIS
Het ministerie van OCW heeft onlangs de ‘Subsidieregeling Culturele Basisinfrastructuur 2021 – 2024’ gepubliceerd. Aanvragen kan van 2 december 2019 tot en met 31 januari 2020 17.00 uur. Lees hier meer.
Enige tijd na de sluitingsdatum stuurt de minister een adviesaanvraag aan Raad voor Cultuur, die de aanvragen voor de BIS beoordeelt. De Raad brengt vervolgens een advies uit aan de minister (in mei 2020). In het beoordelingskader van de Raad voor Cultuur staat hoe de Raad de aanvragen voor de BIS 2021-2024 beoordeelt. De minister beslist uiteindelijk over de subsidieverlening.
Fondsen
De zes Rijkscultuurfondsen financieren instellingen en ondersteunen makers en projecten. Planningen en cycli verschillen per fonds. Het betreft het Fonds Podiumkunsten (dat afgelopen week de meerjarige subsidieregelingen 2021-2024 voor producties en festivals publiceerde), het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, het Mondriaanfonds, het Nederlands Filmfonds, het Nederlands Letterenfonds en het Fonds voor Cultuurparticipatie. Klik op de namen van de fondsen voor meer informatie.
Tweede Kamer
> In juni 2020 debatteert de commissie cultuur over het advies van de Raad voor Cultuur m.b.t. de cultuurnota 2021 – 2024 en de eventuele reactie daarop van de minister.
> Vlak voor de zomer van 2020 vindt het plenaire debat over de Voorjaarsnota plaats.
> Op Prinsjesdag 2020 (15 september) zal de definitieve cultuurnota 2021 – 2024 worden vastgesteld. Lees verder…
In een gezamenlijk mediaoffensief vragen NAPK, Kunsten ’92 en Theaterkrant hun leden, lezers, vrienden en vriendenverenigingen en aan makers, instellingen en koepels om de komende dagen massaal het onderstaande bericht te mailen aan de cultuurwoordvoerders in de Tweede Kamer. Bovendien roepen wij iedereen op om op maandag 18 november naar het Begrotingsdebat Cultuur in de Tweede Kamer te komen (klik hier voor de agenda en neem legitimatie mee).
Komt allen naar het Tweede Kamerdebat op 18 november en stuur de mail met onderstaand bericht vóór 18 november naar de Kamerleden (de lijst met mailadressen van de Kamerleden staat onderaan het bericht).
VOORBEELD MAILBERICHT:
________________________________________________________
De minister heeft besloten het Fonds Podiumkunsten (FPK) te korten met 8,6 miljoen euro. Vanaf 2021 kan het FPK daardoor nog maar 50 tot 60 gezelschappen en ensembles meerjarig financieren. Nu zijn dat er 113.
Impact voor publiek
De ruime keuze die het publiek nu heeft – bijvoorbeeld tussen hedendaagse en barokmuziek, mime en teksttoneel, moderne dans en hiphop – verdwijnt. Dit raakt in totaal 4 miljoen bezoekers. Nu kunnen zij nog genieten van culturele verscheidenheid, verspreid door het hele land. Straks is dit aanbod enorm verschraald.
Impact voor podia en festivals
De FPK-gezelschappen en -ensembles spelen gemiddeld 40 tot 80 voorstellingen per theaterseizoen op podia en festivals in het land. Theaters van Zoetermeer tot Venlo. Festivals van Oerol tot de Parade. Als de korting op het FPK doorgaat, vallen er grote gaten in de programmering van podia en festivals. Zij hebben daardoor minder aanbod, minder bezoekers en minder inkomsten.
Impact voor de gemeenten
De FPK-gezelschappen en -ensembles zijn verspreid over het hele land. Zij dragen bij aan de lokale infrastructuur en zorgen voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Daarmee zijn ze van grote waarde voor de stad of regio waar ze gevestigd zijn. Korting op de FPK-subsidie betekent een verarming van het leefklimaat in verschillende regio’s.
Impact voor het Rijkscultuurbeleid
De podiumkunstensector dreigt met de FPK-korting een groot deel van zijn middenveld te verliezen. Daaronder zijn internationale vernieuwers, maatschappelijk geëngageerde makers en nieuwe verhalenbrengers, die precies dàt doen wat de minister beoogt met haar nieuwe beleid. Een korting op het FPK met 8,6 miljoen euro leidt tot vernietiging van creatief kapitaal. Daardoor verdwijnen succesvolle en goed functionerende organisaties, die van groot belang zijn voor een innovatieve en vitale kunstensector, nu en in de toekomst.
LEES OOK DE FLYER VAN NAPK EN HET ARTIKEL OP THEATERKRANT.NL
_________________________________________________________________________________
Stuur bovenstaand bericht naar de volgende Kamerleden:
l.geluk-poortvliet@tweedekamer.nl; l.asscher@tweedekamer.nl; c.dik@tweedekamer.nl; p.kwint@tweedekamer.nl; z.elyassini@tweedekamer.nl; c.ellemeet@tweedekamer.nl; s.belhaj@tweedekamer.nl; t.kuzu@tweedekamer.nl; h.krol@tweedekamer.nl; frank.wassenberg@tweedekamer.nl; e.ouwehand@tweedekamer.nl Lees verder…
De economie groeit, maar te weinig mensen profiteren daarvan. Het kabinet wil daar wat aan doen en focust daarbij op de zogenaamde middenklasse. De arbeidskorting gaat omhoog en er wordt veel geld opzijgezet voor onderwijs, zorg en het stimuleren van de woningmarkt. Dat is wat centraal staat in de Miljoenennota die op Prinsjesdag is gepresenteerd.
De aandacht voor de arbeidsmarktpositie van werkenden in de culturele en creatieve sector, zoals die in de afgelopen jaren in rapporten van de SER, de Arbeidsmarktagenda culturele en creatieve sector en de Fair Practice Code tot uitdrukking is gekomen, is een goede ontwikkeling. De minister van OCW heeft het tot een speerpunt van haar beleid gemaakt, nadat de SER en de Raad voor Cultuur concludeerden dat die arbeidsmarktpositie zorgwekkend is. Maar helaas blijkt dat niet uit de vandaag gepresenteerde Miljoenennota.
Zo zal een aantal maatregelen negatieve inkomenseffecten hebben op de grote groep zelfstandigen, ook in de culturele en creatieve sector. Zzp’ers zullen de aangekondigde afbouw van de zelfstandigenaftrek direct in hun portemonnee voelen.
Ook verandert per 1 januari 2020 de afdrachtvermindering in de kleine ondernemersregeling (KOR), waardoor zzp’ers voortaan geen korting meer krijgen op de door hen af te dragen BTW. Dit, en de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV), leidt tot meer verplichtingen, hogere kosten en minder belastingvoordeel. De petitie voor een eerlijke zelfstandigenaftrek is inmiddels al bijna 8.000 keer ondertekend.
Daarnaast zijn er in de gehele culturele en creatieve sector zorgen over het ontbreken van de benodigde middelen om de Fair Practice Code op een verantwoorde manier te kunnen toepassen. Op verzoek van de Tweede Kamer wordt thans onderzoek gedaan naar de precieze omvang van het totale bedrag dat nodig is. Die extra middelen zouden bij de volgende cultuurbegroting, per 1 januari 2021, beschikbaar moeten zijn om een goed functionerende culturele en creatieve sector te kunnen garanderen.
Positief is dat het kabinet in de komende periode enkele lijnen voor de lange termijn wil uitzetten en begin volgend jaar met een opzet voor een investeringsfonds komt. Het doel is specifieke projecten mogelijk te maken in de sfeer van kennisontwikkeling, innovatie en infrastructuur, die het fundament onder de economie van de toekomst sterker maken. De creatieve sector, kunst, cultuur en erfgoed zijn van structureel belang voor de toekomst van Nederland. We gaan dan ook graag het gesprek aan met het kabinet, hoe het Investeringsfonds ingezet kan worden ten behoeve van de duurzame creatieve kenniseconomie die we willen zijn.
KLIK OP DE VOLGENDE LINKS:
* Miljoenennota 2020
* Bijlagen bij Miljoenennota 2020 (vanaf pagina 241 OCW-begroting)
* Troonrede 2019
Foto: Omroep West Lees verder…
Kamerdebat cultuurbeleid 2021 – 2024 afgerond met moties
In de nacht van 4 op 5 juli 2019 hebben de stemmingen plaatsgevonden over moties naar aanleiding van het debat over de Uitgangspuntennotitie voor het cultuurbeleid 2021-2024 van minister Van Engelshoven. Daarmee is weer een fase afgerond in het proces dat moet leiden tot een nieuwe inrichting van het cultuurstelsel. Lees ook ons bericht: Knelpunten niet opgelost in Kamerdebat
Moties
Over de ’s avonds ingediende moties is ’s nachts gestemd. De moties en de stemmingsuitslagen vindt u HIER. Wij geven hier een eerste samenvatting:
Voor literair vertalers zegde de minister meteen 4 keer 2 ton toe via het Letterenfonds.
Moties die werden aangenomen betreffen de volgende zaken: gratis gebruik van bibliotheken tot 18 jaar; één programma leesbevordering vergelijkbaar met Cultuureducatie met Kwaliteit; een commissie die de regeldruk in het vrijwilligersbeleid gaat onderzoeken; tripartite overleg tussen overheid, omroep en filmsector; onderzoek naar o.a. heffingen; muzikaal erfgoedbeleid; advies van erfgoedinspectie over behoud fotografisch erfgoed.
Voorts ging de Kamer akkoord met een aanscherping van de functie ontwikkelinstellingen in de BIS (motie Belhaj en motie Ellemeet), een belangrijkere plek voor het criterium ‘geografische spreiding’ in het beoordelingskader van de Raad voor Cultuur (motie Aartsen en Geluk-Poortvliet) en het informeren van de Kamer vóór 1 februari 2020 over de daadwerkelijke kosten van de implementatie van de Fair Practice Code in de gehele culturele sector (motie Asscher). Een van de verworpen moties is de motie Kwint, waarin de regering wordt verzocht af te zien van de bezuiniging bij het Fonds Podiumkunsten werd verworpen. De Volkskrant bericht hier vanochtend ook over.
Waar staan we?
Er heerst binnen de sector nog steeds veel onzekerheid over de inrichting van het bestel, met name waar het gaat over verbreding en vernieuwing en de samenhang van beleid tussen fondsen en BIS. Het betreft hier vele disciplines, binnen de beeldende kunst (waaronder presentatie-instellingen en musea), de podiumkunsten (ook jeugdtheater en pop), festivals, de creatieve industrie (o.a. mode, design en nieuwe media), letteren, erfgoed, film/media (o.a. heffingen, filmproductie en de omroep), educatie en participatie, postacademische instellingen, internationaal, enzovoort. Daarnaast zijn er in de hele culturele en creatieve sector zorgen over het ontbreken van de benodigde middelen om de Fair Practice Code op een verantwoorde manier te kunnen toepassen. Enkele moties en toezeggingen bieden ruimte om het gesprek verder te voeren, ook richting Prinsjesdag, het begrotingsdebat aanstaande november en daarna.
Hoe verder?
Op basis van het advies van de Raad voor Cultuur over het nieuwe cultuurstelsel Cultuur dichtbij, dichtbij Cultuur heeft de minister begin juni haar Uitgangspuntenbrief cultuurbeleid 2021 – 2024 gepresenteerd. Het debat in de Tweede Kamer hierover is voorlopig afgerond, na een Hoorzitting op 20 juni jl., het Kamerdebat op 27 juni jl. en daaruit voortvloeiend de Stemmingen van gisteravond 4 juli jl. Wanneer dit najaar de subsidieregelingen zijn vastgesteld, kunnen instellingen hun aanvraag gaan schrijven voor de BIS. Daarvoor hebben zij tot 1 februari 2020 de tijd.
De Raad voor Cultuur gaat, nadat ook de stedelijke regio’s hebben ‘gereflecteerd’ op de aanvragen van de instellingen, een advies uitbrengen over deze aanvragen. Op basis van dat advies, dat in mei 2020 wordt gepubliceerd, zal de minister de Cultuurnota 2021-2024 vaststellen en op Prinsjesdag 2020 publiceren. Voor aanvragen bij de Rijkscultuurfondsen geldt een iets ander tijdspad.
Lobby vanuit de cultuursector | Overzicht van brieven en reacties
Zeer vele organisaties, kunstinstellingen, koepels, samenwerkingsverbanden (ook van overheden) hebben de afgelopen periode heel helder aangegeven wat zij belangrijk vinden, meestal ten behoeve van het grotere geheel van de culturele sector. Dit gebeurde rondom vier momenten: 1. Na de presentatie van het advies van de Raad voor Cultuur. 2. Na de presentatie van de Uitgangspunten 2021 – 2024 door de minister en in aanloop naar het Tweede Kamerdebat. 3. Voor de Hoorzitting (alle uitgenodigde sprekers hadden van tevoren een ‘position paper’ moeten inleveren bij de Kamer). 4. Na het Tweede Kamerdebat.
We hebben geprobeerd zoveel mogelijk van deze brieven en reacties te verzamelen en we zetten ze via de volgende links op een rijtje:
* Reacties op het advies van de Raad voor Cultuur: Klik
* Reacties op de Uitgangspunten van de minister (en richting het Kamerdebat): Klik
* Position papers voor de Hoorzitting: Klik
* Brieven ná het Tweede Kamerdebat: Klik
Lees verder…
Afgelopen donderdagavond vond in de Tweede Kamer het debat plaats over de Uitgangspuntenbrief van minister van Engelshoven. In deze brief worden de contouren vastgelegd voor het cultuurbeleid in de periode 2021- 2024. U kunt het debat HIER terugkijken, het uitgeschreven verslag zal spoedig op de website van de Tweede Kamer verschijnen. Aanstaande donderdagavond 4 juli dienen de Kamerleden moties in n.a.v. het debat. De exacte tijd is nog niet bekend. Voor dit bericht beperken wij ons tot een aantal urgente onderwerpen.
De Kamerleden lieten zich tijdens het debat in meerderheid positief uit over de plannen van de minister om eerlijke beloning èn tegelijkertijd verbreding en vernieuwing in de basisinfrastructuur door te voeren.
Wat echter in het debat niet duidelijk is geworden is hoe de minister deze doelstellingen gaat realiseren binnen het bestaande budget. De vraag is of zij de juiste keuze maakt door nu middelen te gaan verschuiven.
Eerlijke beloning en Fair Practice
De basis voor fair practice wordt gevormd door de vijf waarden Solidariteit, Transparantie, Bestendigheid, Diversiteit en Vertrouwen. Behalve een mentaliteitsomslag is financiering nodig.
Uit onderzoek van Kunsten ’92 naar zes deelsectoren was al gebleken dat, naast jaarlijkse indexering, voor verantwoorde invoering van de Fair Practice Code er minimaal € 27 miljoen euro nodig is. Voor de gehele sector is dat meer.
De minister gaf aan dat het kabinet dat geld er vooralsnog niet voor uittrekt. Vervolgens liet zij in het midden wat de gevolgen voor de sector zouden kunnen zijn: bijvoorbeeld duurdere kaartjes, minder aanbod of minder werkgelegenheid. Wel zegde de minister toe vervolgonderzoek in andere deelsectoren te laten uitvoeren. Met name voor festivals, film, pop en podia is nog onbekend wat de gevolgen zullen zijn van invoering van de Fair Practice Code.
Verschillende Kamerleden zeiden van de minister te verwachten dat zij zich inspant om hier meer middelen voor beschikbaar te stellen. En dat de kunstenaars zelf er niet voor zouden moeten opdraaien. Als zelfs de premier bedrijven oproept om betere Cao’s af te sluiten zou dat in de cultuursector zeker moeten. Kamerlid Lodewijk Asscher: “Op déze lonen heeft de premier invloed. Als het kabinet hier geen geld voor uittrekt, zijn het holle woorden van de premier.”
Verbreding en vernieuwing
Grote zorgen zijn er in de Tweede Kamer èn in het veld, met name bij de podiumkunsten, over de manier waarop de minister verbreding en vernieuwing in de BIS wil realiseren. De minister wil nieuwe makers en genres een plek geven door een nieuwe functie ontwikkelinstellingen in de BIS te creëren. De Tweede Kamer en de cultuursector hebben met deze constructie van nieuwe ontwikkelinstellingen om verschillende redenen een probleem: ten eerste omdat de financiering hiervan uit een korting op de meerjarig gesubsidieerde instellingen bij het Fonds Podiumkunsten van € 8,6 miljoen moet komen. Dat budget werd in 2013 al gekort met 13 miljoen euro en zou nu, in tijden waarin er geld te verdelen is, worden teruggebracht tot ver onder de helft van wat er zes jaar geleden nog mogelijk was. Het middenveld van muziek, theater en dans wordt sterk gekort, juist daar waar vernieuwing, doorstroming spreiding en diversiteit vandaan komt. Het gaat om vitale instellingen die ruimschoots voldoen aan de prestatie-eisen.
Ten tweede is het zorgelijk omdat ontwikkelinstellingen van bewezen kwaliteit in de podiumkunsten niet in aanmerking lijken te komen voor een ontwikkelplek in de BIS. Deze instellingen dreigen niet bij het Fonds Podiumkunsten terecht te kunnen (vanwege de bezuiniging van € 8,6 miljoen) en dus ook niet in de BIS. Dat leidt tot onherstelbare schade. De cultuursector vreest dat deze onduidelijkheid en budgetkrapte precies tot het omgekeerde zullen leiden van wat de Uitgangspuntennotitie beoogt: verbreding en vernieuwing in kunst en cultuur komen op de tocht te staan.
Reacties uit het veld
Lees HIER ALLE BRIEVEN EN REACTIES die naar aanleiding van het Kamerdebat zijn gestuurd, door: De initiatiefnemers van de Fair Practice Code | Artistiek leiders en podia | De geselecteerden voor het Nederlands Theaterfestival | De Verenigde Podiumkunstenfestivals. Plus een artikel in NRC door drie brancheverenigingen. Lees verder…