Woensdag 17 juni 2015 vond de hoorzitting over de uitgangspunten van het cultuurbeleid 2017-2020 plaats in de Tweede Kamer. De Kamercommissie voor OCW informeerde zich via een rondetafelgesprek met experts uit de sector. (Voor agenda en deelnemerslijst, klik hier). Marianne Versteegh was namens Kunsten ’92 uitgenodigd in de ronde van 16.00 – 17.00 uur. Lees hier de inbreng van Kunsten ’92 voor de hoorzitting.
Onze eerder verstuurde uitgebreide brief n.a.v het advies van de Raad voor Cultuur, waarnaar verwezen wordt, is hier te vinden. Lees verder…
Nederland is een wereldspeler als het om kunst en cultuur gaat en dat is een grote verworvenheid.*
Dit is het beeld van de sector dat minister Bussemaker wil uitdragen. Het is een ambitie, voor de overheid en de sector. De minister stelt in haar uitgangspuntenbrief ‘Ruimte voor cultuur’ kwaliteit voorop. Zij wil innovatie en profilering aanmoedigen en samenwerking stimuleren. Vandaag stuurde de minister de brief met de uitgangspunten voor het cultuurbeleid in de periode 2017-2020 aan de Tweede Kamer.
De minister heeft 18 miljoen euro vrijgemaakt om enkele van de meest in het oog springende gevolgen van de ingrijpende bezuinigingen van het vorige kabinet te repareren, met name op het gebied van talentontwikkeling, de jeugdgezelschappen, het Tropenmuseum en het Metropole Orkest. Daarnaast vergroot zij de ruimte voor festivals en stimuleert ze meer samenwerking tussen musea en tussen orkesten.
Positief
De culturele sector mag zich gelukkig prijzen met een minister die zo’n inhoudelijke en toekomstgerichte benadering in de cultuursector probeert vorm te geven en ook binnen de zeer beperkte mogelijkheden kans ziet noodzakelijke investeringen te doen. Kunsten ’92 is blij met de herwaardering van beleid dat in eerste instantie uitgaat van inhoudelijke ontwikkelingen en waarbij kunstenaars en instellingen de ruimte krijgen.
Het is goed dat de minister oog heeft voor de brede context waarin cultuur opereert (o.a. educatie, cultuur en toerisme, urban agenda, globalisering en media- ontwikkelingen) en daar beleid op wil ontwikkelen. Dat de minister daarbij nadrukkelijk een nieuw evenwicht zoekt met de grote gemeenten (G9) en met hen wil afstemmen is positief. Samen kunnen de overheden voor een evenwichtig bestel zorg dragen. Heel positief is het behoud van de zelfstandigenaftrek (werd vorige week bekend).
Aandachtspunten
Op een aantal punten bestaan uiteraard nog zorgen. Als de regering haar doelstellingen waar wil maken, dan is er meer ambitie nodig. Kijk dan niet alleen naar de financiën, maar ook naar instrumenten.
De positie van instellingen is uitgehold (wat betreft hun reserves, organisatie en creatief potentieel) en sponsorinkomsten staan onder druk. De enorme bezuinigingen en de daaraan voorafgaande pittige politieke discussies hebben hun sporen getrokken en de gevolgen daarvan zijn overal voelbaar. Meer mogelijkheid tot profilering is in dat verband fijn. Maar dat vraagt ook om een realistische kijk op wat nodig is om als professionele organisatie in een snel veranderende samenleving effectief te opereren. Goed ondernemerschap, het belang van een gezonde arbeidsmarkt en het behoud van goed en aantrekkelijk werkgeverschap zijn daarvoor noodzakelijk, evenals de erkenning dat overheden daarin moeten investeren.
Verdienmogelijkheden voor kunstenaars verdienen meer aandacht.
Op het gebied van cultuureducatie zijn goede stappen gezet, maar een stevigere verankering in het onderwijscurriculum blijft nodig.
Ditzelfde geldt voor talentontwikkeling, innovatie en het bereiken nieuwe publieksgroepen: stappen zijn gezet maar nog onvoldoende; met name bij het Fonds Creatieve Industrie en Mondriaanfonds zijn na 2017 hiaten.
Binnen de afstemming tussen de drie overheidslagen moet worden uitgegaan van een minimaal lokaal aanbod ter plaatse: daar is een lokale culturele infrastructuur nodig, ook in kleinere gemeenten.
Aangezien de minister het geld voor dit alles binnen de begroting moest vinden, zal er van meet af aan spanning in de meerjarenbegroting zitten. Ons creatieve potentieel verdient het om in geïnvesteerd te worden.
Tweede Kamer
De Tweede Kamer organiseert op 17 juni een Hoorzitting met de culturele sector over de brief en op 25 juni vindt het Tweede Kamerdebat over de uitgangspuntenbrief plaats.
BIJLAGEN (links)
Lees bericht op de website van OCW (inclusief het document ‘Culturele Basisinfrastuctuur 2017 – 2020’).
* Quote in Uitgangspuntenbrief van minister Bussemaker, uit Agenda 2020 van Kunsten ’92 Lees verder…
Hoe staat de culturele sector ervoor? Het bleek een van de lastigst te beantwoorden vragen in de afgelopen periode. Niet alleen Kunsten ’92, ook minister Bussemaker en de Raad voor Cultuur spraken bij meerdere gelegenheden hun zorg uit over de gevolgen van de bezuinigingen voor de culturele sector. In de pers worden vooral de successen belicht, de drama’s blijken moeilijker in beeld te brengen, want daarmee trekken instellingen geen publiek en kranten geen lezers. Bovendien is het lastig om de werkelijkheid met feiten en cijfers te staven.
De redactie van het magazine van Kunsten ’92 hoopt met de publicatie ‘Binnenste Buiten, over de achterkant van het cultuurbeleid’ het plaatje iets meer in te kleuren, niet alleen met verhalen uit de wereld van de musea en de podiumkunsten, maar ook met een analyse en met voorzetten voor debat. De publicatie is opgebouwd uit verschillende artikelen die inzoomen van macroniveau (de maatschappelijk blik op de ‘zachte sectoren’), via het cultuurbeleid en de instellingen, naar het niveau van de individuele kunstenaar. Zo hopen we te laten zien dat de problemen op de verschillende niveaus en op verscheidene manieren in elkaar haken.
Lees verder…VERSLAG VAN DEZE BIJEENKOMST:
Bijeenkomst over kwaliteitsbeoordeling in de cultuursector op 20 mei in Den Haag
Over het kwaliteitsoordeel in de cultuur is veel te doen. Het ministerie van OCW introduceert voor BIS-instellingen een nieuw instrument (de BIS-monitor), waarmee instellingen zelf hun kwaliteit beter in beeld kunnen brengen. De Akademie van Kunsten is gevraagd te adviseren over de beoordeling van artistieke kwaliteit door deskundigen. Het Fonds Podiumkunsten lanceert een nieuw instrument voor zelfevaluatie.
Wie bepaalt wat goed is? Is het peer-oordeel nog steeds afdoende of moeten belanghebbenden en gebruikers meer te vertellen krijgen? En als de positie van gemeenten steeds belangrijker wordt, ook voor cultuur, wat betekent dat dan voor de instellingen die deel uitmaken van de BIS? Moet de Raad voor Cultuur zijn monopoliepositie in het kwaliteitsoordeel behouden? De Raad doet in zijn recente advies Agenda Cultuur voorstellen om de procedure te verbeteren. Zijn we er dan of is er meer aan de hand?
Volgens Claartje Bunnik en Kim Putters wel. In hun artikel ‘Over ons, zonder ons?’ houden ze een pleidooi voor een manier van beoordelen die meer perspectieven biedt op kwaliteit en waarin de ‘beoordeelde’ een sterkere positie heeft. Visitatie, voorafgegaan door zelfevaluatie, kan daarvoor een geschikte vorm zijn. Stel dat dit werkelijkheid zou worden, wat betekent dat dan voor de rolverdeling tussen de huidige actoren: instellingen zelf, de Raad, het ministerie van OCW, andere overheden en de fondsen?
Leest u hier:
Een discussie onder leiding van Thomas van Dalen met o.a. Kim Putters (SCP), Arnoud Odding (Rijksmuseum Twenthe), Claartje Bunnik (Bunnik Beleid en Advies), Jeroen Bartelse (Raad voor Cultuur), Edwin van Huis (Naturalis), Walter Ligthart (Nationale Toneel), Toine Berbers (Museumvereniging), Henriëtte Post (Fonds Podiumkunsten) en Doreen van Elst (Ministerie van OCW).
U KUNT ZICH AANMELDEN VIA INFO@KUNSTEN92.NL
Woensdag 20 mei 2015 van 15.00 uur tot 17.00 uur
Inloop vanaf 14.30
Nationale Toneel Gebouw
Schouwburgstraat 8 2511 VA Den Haag
Kaart Lees verder…
Op 15 januari vond in de Tweede Kamer het debat plaats over de publicatie van OCW ‘Cultuur in Beeld’* en over de adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur voor de volgende cultuurnota. In een brief had Kunsten ’92 de Tweede Kamer verzocht de adviesaanvraag aan te scherpen: inzicht in de gevolgen van bezuinigingen en van herstructurering van het bestel is nodig om een advies uit te kunnen brengen voor volgende cultuurnota. De Raad zou daarbij onafhankelijk van financiële beperkingen vooraf moeten kunnen adviseren wat nodig is, op de langere termijn, maar ook voor de komende periode vanaf 2017.
Over de uitkomst van het debat ontstond enige verwarring, maar de minister leek, na druk vanuit de Tweede Kamer, toch hiermee akkoord te gaan. Aanstaande woensdag is er vervolgoverleg in de Tweede Kamer. Als daar moties worden ingediend, zullen deze meteen in stemming worden gebracht om de Raad niet langer op te houden.
Voorts is afgesproken:
– Een onderzoek naar inkomens- en arbeidsmarktpositie n.a.v. de cultuurbezuinigingen in 2014 wordt opgenomen in de volgende editie van Cultuur in Beeld .
– In 2015 ontvangt de Kamer een gecombineerde analyse van de Raad voor Cultuur en de SER van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt in de cultuursector.
– In maart 2015 wordt de digitale aanpak voor nationaal erfgoed gepresenteerd en vervolgens aan de Kamer gestuurd.
– Binnenkort ontvangt de Kamer de beleidsbrief en voorstellen voor de nominatie van immaterieel erfgoed.
– De Kamer ontvangt in mei een beleidsreactie op het WRR-advies over de plaats, de maatschappelijke betekenis en de richting van het cultuurbeleid.
– De minister zegt toe in de adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur inzake een agenda voor het cultuurbeleid en de BIS 2017-2020 óók aandacht te vragen voor:
* de beantwoording van de open vraag te reflecteren op de verdere periode na 2017, met een mogelijk ander politiek en financieel kader;
* de maatschappelijke agenda voor overbodige en belemmerende regelgeving;
* andere vormen van private financiering en verdienmodellen;
* het concept van de culturele hoofdstad Leeuwarden als inspiratiebron;
* het meenemen van nieuwe media in de paragraaf Creatieve industrie;
* de spreidingsgedachte cultuuraanbod in het hele land;
* de administratieve lasten;
* het breder inkleden van aandacht voor jeugd (breder dan alleen cultuureducatie).
> Kijk hier voor
Lees verder…Op het conferentie-gedeelte van Eurosonic Noorderslag verzorgt VPRO-directeur en interim voorzitter van Kunsten ’92 Lennart van der Meulen op donderdag 15 januari een keynote speech.
Onderwerp is de creatieve industrie en hoe het daar verdiende geld grotendeels terechtkomt bij grote multinationals, de rijken der aarde. Hoe keren we dat weer om? In de Volkskrant verscheen op dezelfde dag een interview met van der Meulen.
Er wordt in Nederland veel geld verdiend in media en entertainment, maar dat geld komt lang niet altijd ten goede aan de sector zelf. We hebben de afgelopen decennia veel van onze creatieve industrie in de uitverkoop gedaan. Er bestaan steeds minder zelfstandige mediabedrijven en er opereren steeds meer internationale mediaconcerns op de Nederlandse markt.
Onze media en onze creatieve sector zijn te afhankelijk geworden van grote internationale bedrijven. Dat is slecht voor onze economie en onze cultuur, onze eigenheid en vrijheid. Om onze onafhankelijkheid te herwinnen en zelf vorm te kunnen geven aan onze media en cultuur is een nieuw bewustzijn nodig bij consumenten, bij makers, bij bedrijven en de overheid. Om zelf het heft in handen te nemen, eigen bedrijven en organisaties op te richten en te investeren in een sterke culturele en creatieve infrastructuur.
Leest u hier de volledige tekst van de speech via deze LINK of als bestand:
En bekijkt u hier het
De wereld ligt voor ons open, we brengen steeds meer tijd door op het internet, we zijn individueler dan ooit en we worden ouder. Wat betekent dat, wat zijn de maatschappelijke opgaven voor het Noorden? Tijdens deze bijeenkomst, geïnspireerd op de Cultuurverkenning van de Raad voor Cultuur, onderzoeken we in aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen de verbindende kracht van kunst en cultuur in de samenleving. Hoe speelt de cultuursector hierop in en waar is versterking nodig? Welke verantwoordelijkheid hebben Rijk, provincie en gemeenten? Welke visie hebben de verschillende politieke partijen hierop?
Bijeenkomst onder leiding van Thomas van Dalen
DEEL 1: DE CULTUURAGENDA
Inleidingen en presentaties door o.a.:
Max van den Berg, Commissaris van de Koning in Groningen
Joop Daalmeijer, voorzitter Raad voor Cultuur
Aandacht voor het pamflet ‘Energie voor de regio’ door David van Griethuysen (Het Houten Huis) en Gitta op den Akker (Museum Nienoord)
Praktijkcases door Marcel Mandos, artistiek directeur Noord Nederlands Orkest; Jan Pier Brands, directeur nieuwe poppodium Leeuwarden; Marga Kroodsma, directeur Jonge Harten Festival Groningen; Dorothea van der Meulen, dean Academie Minerva (Hanzehogeschool Groningen).
DEEL 2: POLITICI AAN HET WOORD
Debat met o.a.:
Joop Daalmeijer, voorzitter Raad voor Cultuur
Cultuurwoordvoerders uit de Tweede Kamer: Arno Rutte (VVD), Jasper van Dijk (SP), Jacques Monasch (PvdA)
Wethouders: Groningen: Paul de Rook en Leeuwarden: Sjoerd Feitsma
Gedeputeerden (o.a. Bote Wilpstra en Rein Munniksma) en kandidaat-Statenleden
AANMELDEN VIA INFO@KUNSTEN92.NL
“KUNST CONNECTED NOORD-NEDERLAND” wordt georganiseerd door de Gemeente Groningen, de Raad voor Cultuur en Kunsten ’92 in samenwerking met Eurosonic | Noorderslag en de Hanzehogeschool Groningen. Lees verder…
AGENDA
Op maandag 3 november vond het Tweede Kamerdebat plaats over de cultuurbegroting van 2015. Bekijk de agenda voor dit debat.
BRIEF
Kunsten ’92 heeft een uitgebreide brief met input voor dit debat aan de cultuurwoordvoerders in de Tweede Kamer gestuurd, met aandachtspunten op het gebied van cultuureducatie, talentontwikkeling, verdienmogelijkheden voor kunstenaars, de gevolgen van de bezuinigingen, zzp’ers in de creatieve sector en de erfgoedwet. Lees onze brief:
In de brief wordt verwezen naar de volgende publicaties:
‘Wat er speelt’ De positie van makers en uitvoerend kunstenaars in de digitale omgeving
door SEO Economisch Onderzoek 2011. Bekijk via deze link
‘Musea voor Mensen’ door de Commissie Putters, oktober 2014. Bekijk via deze link
VERSLAG
Lees ons korte verslag: Lees verder…
De gezamenlijke inspanning om minister Bussemaker te bewegen de extra gelden talentontwikkeling niet aan landelijke coaches, maar aan een toegankelijke ontwikkelingsregeling voor talent te besteden, heeft effect: naar aanleiding van de brief van theatermakers dienden D66 en SP een gewijzigde motie in, waarin zij vragen om aansluiting bij de bestaande structuur. De motie is op dinsdag 23 september 2014 met brede steun aangenomen in de Tweede Kamer.
In de brief omarmen theatermakers uit de podiumkunsten het streven van minister Bussemaker om talentontwikkeling te stimuleren, maar zien de door haar voorgestelde uitvoering als problematisch en schetsen daarom een alternatief voorstel. In aangepaste vorm is de brief ook op andere disciplines toepasbaar; het gaat hier vooral om het principe, niet om de uitwerking. Inmiddels wordt het breed gedragen en ondertekend door kunstenaars, acteurs, schrijvers, bemiddelaars, brancheorganisaties, podia en instellingen alsmede organisaties en personen van andere sectoren.
Als makers uit ook andere disciplines dan podiumkunsten hun steun betuigen aan dit initiatief, wordt het draagvlak vanuit die andere sectoren goed zichtbaar. Kunsten ’92 steunt dit initiatief en roept makers en andere belanghebbenden dan ook op om mede te ondertekenen. Steun betuigen kan via een mail aan T.Elstgeest@Productiehuisrotterdam.nl. Hoe langer en diverser de lijst, des te beter.
Lees hier de brief aan de minister, met onderaan de brief de lijst steunbetuigers:
Lees hier de motie:
Staatssecretaris Halbe Zijlstra schreef in de zomer van 2011 in zijn beleidsnota Meer dan kwaliteit: “Het kabinet wil dat culturele instellingen en kunstenaars ondernemender worden en een groter deel van hun inkomsten zelf verwerven. Culturele instellingen moeten minder afhankelijk worden van de overheid en daardoor flexibeler en krachtiger worden. Daarom bezuinigt het kabinet op cultuur.”
Het kabinet Rutte I presenteerde de bezuinigingen van 2013 als een kans voor de cultuursector, als een duwtje in de rug om ondernemender te zijn en meer geld uit de markt te halen. Onder dat duwtje lag een aantal aannames: het aanbod sluit niet aan op de vraag; de markt kan het beter; het afrekenen van instellingen moet objectief gebeuren; veld, markt en fondsen kunnen prima jong talent ontwikkelen. In deze publicatie wordt een poging gewaagd, nu het nieuwe stelsel anderhalf jaar op weg is, om te analyseren wat de uitkomsten zijn van deze aannames. Door Robbert van Heuven, Sandra Jongenelen, Sara van der Kooi en Simon van den Berg,
Lees verder…