11 juli 2011

7 moties van de 29 aangenomen

Omdat ze niet op de site van de Tweede Kamer staan, of voorgelezen zijn bij de stemmingen over de moties op deze pagina de integrale tekst van de aangenomen moties.

Een 7-tal moties op de hoofdlijnenbrief ‘meer dan kwaliteit’ zijn aangenomen door de Tweede Kamer. Een tweetal moties dient bekostigd te worden uit het Fonds voor de Podiumkunsten, het gaat hier om het reserveren van budget voor een operagezelschap in het Zuiden (ingediend door De Liefde van de VVD en Bosma van de PVV) van het land en het opnemen van een Friestalig toneelgezelschap in de Basisinfrastructuur (ingediend door De Liefde van de VVD en Van der Werf van het CDA) : kortom de instellingen Opera Zuid en Tryater. Hiermee wordt in totaal nog eens 2,5 miljoen euro per jaar ontrokken aan het fonds waarop al 30% wordt gekort. De motie van Van der Werf (CDA) om 500.000,- te reserveren per regio-orkest om fusies en samenwerking aan te gaan is tevens aangenomen. Deze motie wordt gedekt uit de frictiekosten en geeft een maximum van 12 miljoen euro aan. De motie Van der Ham (D66) om postacademische instellingen te betrekken bij de discussie over het kunstvakonderwijs is in gewijzigde vorm aangenomen, de staatssecretaris heeft al aangegeven voor de bekostiging van post-academische instellingen geen ruimte te zien op de onderwijsbegroting. Twee andere moties, zonder directe financiële gevolgen, vragen de regering in overleg te gaan met betrokken partijen. De eerste (van der Werf, de Liefde) om de indemniteitsregeling op te hogen danwel verzekeringskosten te verlagen en de tweede (Van der Ham) om filmexploitanten te vragen een groter percentage van hun inkomsten af te dragen aan het Tuschinsky-fonds om filmproductie mogelijk te houden. De motie Klijnsma (PvdA) die de regering verzoekt voor 1 november 2011 duidelijkheid te geven over de procedure en criteria voor besteding van overgebleven frictiekosten is ook aangenomen, een strategische motie die zowel culturele instellingen eerder duidelijkheid moet geven over eventuele extra kansen maar er ook aan kan bijdragen dat eventueel overgebleven geld ook daadwerkelijk aan instellingen wordt besteed.

 

Het is nu de vraag wat de staatssecretaris gaat doen met deze moties. Tijdens het debat met de Kamer liet hij weten er tegen te zijn om moties te betalen uit de voor frictiekosten gereserveerde middelen noch de middelen voor het fonds, die het met de kortingen al moeilijk en druk genoeg zal krijgen.

 

Zie ook: Verslag op tweedekamer.nl stemmingen cultuurbeleid

 

 

 

Teksten gewijzigde moties:

 

Motie criteria overgebleven gelden frictiekosten

De motie-Klijnsma c.s. (32820, nr. 12) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering voor de aankomende jaren 150 mln. heeft gereserveerd om een gedeelte van de frictiekosten in de kunst en cultuursector, veroorzaakt door de structurele jaarlijkse bezuiniging van 200 mln., op te vangen;

constaterende dat het nog onduidelijk is via welke procedure, op basis van welke criteria, en binnen welke periode deze 150 mln. aan behoevende instellingen zal worden uitgekeerd en dit de sector onnodige onzekerheid geeft in een al turbulente periode;

verzoekt de regering, voor 1 november 2011 een brief naar de Kamer te sturen waarin de procedure vanaf aanvraag tot verstrekking, de gehanteerde beleidscriteria en de betreffende periode zijn uitgewerkt, zodat de kunst- en cultuursector zich hierop kan instellen,

 

 

Indemniteitsregeling

De motie-Van der Werf/De Liefde (32820, nr. 14) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het voor musea belangrijk is om bij tentoonstellingen gebruik te kunnen maken van kunstobjecten uit binnen- en buitenland en dat door de waardestijging van deze objecten de afgelopen decennia de verzekeringskosten hiervoor een grote financiële factor zijn geworden voor musea;

constaterende dat de overheid middels de indemniteitsregeling 30% van het verzekerde risico overneemt waarmee voor de musea de verzekeringspremies aanzienlijk lager uitvallen;

overwegende dat ondanks de indemniteitsregeling de overige verzekeringskosten voor de musea zwaar drukken op de begroting van de musea;

voorts constaterende dat dit najaar een evaluatie van de indemniteitsregeling plaatsvindt;

verzoekt de regering om in samenspraak met de musea, commerciële verzekeraars en het Rijk een voorstel te ontwikkelen voor een zodanige aanpassing van de indemniteitsregeling dat musea minder kosten hoeven te maken voor aanvullende commerciële verzekeringen en dit voorstel zo snel als mogelijk na de evaluatie naar de Kamer te zenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

 

Motie postdoc-opleidingen betrekken bij onderwijsdebat

De motie-Van der Ham c.s. (32820, nr. 17) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

overwegende dat binnenkort de commissie-Brinkman zal adviseren over de toekomst van het kunstvakonderwijs;

overwegende dat de regering in de zogenaamde post-doc opleidingen binnen de kunsten wil snijden, zoals onder meer het Bingerinsituut en de Rijksacademie;

verzoekt de regering, bij de beleidsreactie op het rapport-Brinkman de functie van de postdoc-opleidingen mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.