27 oktober 2020

Aanvullingen op derde steunpakket corona

Op 27 oktober hebben de ministers Hoekstra (Financiën), Wiebes (EZK) en Koolmees (SZW) bekendgemaakt dat het derde algemene steunpakket (dat op 28 augustus werd gepresenteerd) wordt uitgebreid. De bedoeling was in eerste instantie dat de steun vanaf 1 oktober stap voor stap zou worden versoberd. Maar in het licht van de recente verscherpingen van de maatregelen en daarmee de economische gevolgen – met name voor cultuur, evenementen, sport en horeca – breidt het kabinet de steun nu dus uit. Lees HIER de brief van het kabinet vandaag aan de Tweede Kamer en alle bijbehorende documenten en infographics.

Belangrijkste aanpassingen m.b.t. de culturele en creatieve sector
> De tegemoetkoming vaste lasten (TVL) staat in het vierde kwartaal open voor alle bedrijven, waardoor ook bedrijven met niet eerder toegelaten SBI-codes een beroep op deze regeling kunnen doen. Dat zijn dus niet alleen de bedrijven en organisaties in direct getroffen sectoren zoals cultuur, horeca en recreatie, maar nu ook de toeleveranciers van deze bedrijven. Dat is goed nieuws voor bijvoorbeeld de evenementenbranche, waarin vele toeleverende bedrijven werkzaam zijn zoals technici, belichters, geluidsmensen, beveiligers, decorbouwers, tapijtleggers, schoonmakers, transporteurs, etc., en ook voor scheppende kunstenaars en bedrijven in de creatieve industrie.
> Voor evenementenorganisatoren en toeleveranciers komt er een module om nadelige seizoeneffecten in de TVL te compenseren. Het betreft een extra schadecompensatie van € 11 miljoen.
> Specifiek voor de cultuursector wordt een bedrag van € 40 miljoen vrijgemaakt om de vrije theaterproducenten te ondersteunen. ‘Voor vrije theaterproducenten is immers ook sprake van ‘weggegooide’ producties (gemaakte kosten voor scenario’s, decors, acteursrepetities) die door de sluiting van theaters niet meer kunnen worden ingehaald.’ Aldus de brief aan de Kamer. De kosten die zij hebben gemaakt zullen deels worden gecompenseerd, waardoor zij opnieuw investeringen kunnen doen voor nieuwe en bestaande producties. Deze organisaties vielen grotendeels buiten de boot bij de eerdere steunpakketten.
> Het kabinet speelt ook in op de extra kosten die gemeenten op het gebied van sport en cultuur moeten maken vanwege de nieuwe maatregelen. Daarnaast zien de gemeenten zich geconfronteerd met een vermindering van inkomsten, die naar verwachting verder zal oplopen dan de hier nu voor gereserveerde € 100 miljoen. Die reservering wordt daarom opgehoogd tot € 250 miljoen.

Totale noodsteun tot 1 juli 2021
Doel van het kabinet met de steunpakketten is werkgelegenheid behouden en inkomens beschermen. De culturele en creatieve sector is het kabinet erkentelijk voor de extra noodsteun, zowel generiek als sectorspecifiek. Naar schatting beloopt de totale noodsteun tot 1 juli 2021 circa € 1,5 miljard. Daarvan is meer dan de helft sectorspecifieke steun van de minister van OCW voor de culturele en creatieve sector in den brede: voor makers en organisaties – gesubsidieerd en ongesubsidieerd.

De Taskforce culturele en creatieve sector verwacht dat de schade voor deze sector tot 1 juli 2021 tussen € 4 miljard en € 4,5 miljard bedraagt. Dat betekent dat de zorgen in de sector allerminst zijn weggenomen. In het bijzonder waar het gaat om individuele makers en zzp’ers (in verschillende disciplines zoals podiumkunsten en beeldende kunst), omdat de noodsteun velen van hen nog niet heeft bereikt en velen niet in aanmerking komen voor de Tozo. Voor werkenden in de sector is meer perspectief nodig, omdat 60% van deze werkenden freelancer is.

Mentale en sociale fitheid
Ondertussen zit de culturele en creatieve sector niet bij de pakken neer en bereidt zich o.a. met bijdragen uit het Kickstartcultuurfonds en de Rijkscultuurfondsen voor op nieuwe tentoonstellingen en voorstellingen en presenteert zich met veel online aanbod. Vooralsnog zijn bibliotheken, monumenten, presentatieinstellingen en musea geopend. Dat geldt ook voor de vele bioscopen en theaters in het land, zij het voor maximaal 30 personen. Verder vinden activiteiten op het terrein van cultuureducatie zo veel als mogelijk doorgang. De culturele en creatieve sector draagt op deze wijze bij aan de mentale en sociale fitheid van alle inwoners van ons land.