Werklunches

Onderaan dit fotoverslag kunt u de verslagen van de werklunches lezen.

 

De werklunches in beeld:

[flickr_set id=”72157640507204175″]

 

VERSLAGEN VAN DE WERKLUNCHES: 

Tafel 1
Cultuur kan de binnenstad redden
Gespreksleider: Han Bakker, cultuurintendant Gemeente Dordrecht
Binnensteden hebben het moeilijk. Ook snel groeiende leegstand van kantoren en publieke gebouwen vormen een uitdaging. Culturele bedrijvigheid kan een deel van de oplossing zijn; een innovatief vastgoedbeleid van de overheid is voorwaarde.
Verder aan tafel: Henk Kranendonk (algemeen directeur sector kunst en cultuur Dordrecht) en Kris Oosting (voorheen Woningcorporatie Almelo).
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
• De wetenschap dat met een goede regie, een heldere beleidslijn en een aantal goede mensen een binnenstad duurzaam verlevendigd kan worden.
• Goeie vraagstelling: wat is er nodig om de potentie van een stad maximaal te benutten?
• “Voor mij belangrijk om te zien hoe Dordrecht het heeft gedaan met het oog op ‘mijn eigen problematiek’ op de Wilhelminapier in Rotterdam (stagnatie, de weinig beleving). Ik denk een zeer herkenbare problematiek voor de middelgrote steden die aan tafel zaten: Hilversum, Amersfoort, Zwolle en Deventer.” (Ruud Visschedijk)
Genoteerde quote: “Leegstand is een keuze”.

Tafel 2
Hoe luid is the Call of the Mall?
Gespreksleider: Willemien van Aalst, directeur Nederlands Film Festival
Een groots opgezette kunstmanifestatie als Call of the Mall (zomer 20134 in Hoog Catharijne in Utrecht) is alleen geslaagd als zoveel mogelijk partijen (bedrijven, ondernemers, bewoners en andere belanghebbenden) erbij betrokken worden. Of loopt de kunst dan gevaar om haar autonomie te verliezen, om te dienstbaar te worden aan commerciële doelen van de partners?
Verder aan tafel: Monique Dirven (projectleider Kunst in de Openbare Ruimte Gemeente Utrecht) en Lieke Timmermans (bureau Timmermans, campagneleider / communicatieadviseur Call of the Mall)
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
• De sessie heeft een inspirerend voorbeeld geboden van een groot kunstproject dat in staat was een breed en ‘nieuw’ publiek te bereiken, zonder concessies te doen aan de artistieke kwaliteit.
• De tafelgenoten hebben kennis opgedaan over de werkwijze, waarbij cruciaal was dat de organisatoren in een vroeg stadium in gesprek zijn gegaan met alle betrokkenen
Genoteerde quote: ‘Neem iedereen even serieus; communiceer met iedereen even zorgvuldig, dat wil zeggen met kunstenaars, publiek, winkelier, beleggers, schoonmakers en beveiliging’.

Tafel 3
Cultuur en kinderen in armoede, hoe werkt het jeugdcultuurfonds?
Gespreksleider: Bertien Minco, directeur Jeugdcultuurfonds
Cultuur en armoedebeleid kunnen elkaar versterken; het Jeugdcultuurfonds in de praktijk. Hoe werken verschillende beleidsterreinen samen? Hoe vind je kinderen die in armoede leven en stimuleer je de maatschappelijke positie van culturele instellingen? Welke mogelijkheden zijn er om fondsen te werven?
Verder aan tafel: Janita Tabak (wethouder Kampen), Tabitha Mann en Iebel Vlieg (beiden Jeugdcultuurfonds Rotterdam).
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
Voor 384.000 kinderen in Nederland die in armoede leven, is meedoen aan cultuur niet weggelegd. Het Jeugdcultuurfonds brengt hier verandering in. Iebèl Vlieg van het Jeugdcultuurfonds Rotterdam en Janita Tabak, wethouder uit Kampen, vertelden waarom ze kozen voor deelname aan het Jeugdcultuurfonds en hoe dit in de praktijk werkt.
In 2014 is er 80 miljoen extra geld beschikbaar vanuit de begroting van het Ministerie van SZW voor de participatie van kinderen die leven in armoede. Door aan te sluiten bij het Jeugdcultuurfonds kan er een deel van deze middelen beschikbaar komen. Dit betekent nieuw geld voor de cultuursector en dat wordt aangevuld door private middelen, die het Jeugdcultuurfonds werft.
Genoteerde quote: ‘Ik wist niet dat het zo makkelijk was’ aldus een beleidsmedewerker van een Friese gemeente. ‘Ik ga meteen contact opnemen met het provinciale Jeugdcultuurfonds in mijn provincie’.

Tafel 4
Ruimtelijke Kwaliteit van onderop
Gespreksleider: Flip ten Cate, directeur Federatie Ruimtelijke Kwaliteit
Overal in Nederland nemen bewoners het heft in eigen hand waar het gaat om de kwaliteit van de gebouwde omgeving, de aandacht voor monumenten en cultuurhistorie, de inrichting van het landschap en de kwaliteit van de stedenbouw. Maar wat is in deze beweging de rol van professionals en ontwerpers? Wie vormt het schild voor de zwakken, wie behoedt wat weerloos is? Een lunchgesprek over de gemeenschapszorg voor ruimtelijke kwaliteit.
Verder aan tafel: Petra Kuijlaars (senior stedenbouwkundige bij de gemeente Apeldoorn)
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
• Ruimtelijke kwaliteit kan niet zonder lokaal draagvlak. Een traditionele overheid die het beleid op basis van gedegen onderzoek formuleert, inkadert en ter inspraak voorlegt is niet meer van deze tijd. Het zoeken naar lokale identiteit, als drager voor kwaliteit, moet gebeuren met de bewoners, zonder dat de vakkennis van professionals opzij gezet wordt.
• De kwaliteitskookboeken die Apeldoorn met bewoners heeft gemaakt, bieden inspiratie omdat ze (ook in interviews) heel dichtbij de bewoners komen.
• Waardevol was ook de inbreng van Kunstenlab (Deventer): kunstenaars hebben een grote meerwaarde in het verhelderen van hoe door bewoners/bevolking de lokale identiteit wordt beleefd; zij kunnen een vertaalslag vormen naar de overheid die die identiteit bij nieuwe bouwinitiatieven tot inspiratiebron, of zelfs tot randvoorwaarde verheffen.
Ontstane samenwerkingen: Het is erg goed dat aan deze lunchtafel pogingen gedaan zijn om die gescheiden werelden van bouwsector en cultuursector betekenisvol met elkaar te verbinden: het gaat niet om het opleuken van een pleintje of rotonde met een kunstwerk, het gaat om de gezamenlijke zoektocht naar de culturele betekenis van een bouwinitiatief in een bestaande context: hoe voeg je iets van identiteit toe, of hoe doe je er juist iets aan af.

Tafel 5
Hoe zet je een gemeenschapsfonds op?
Gespreksleider: Menno Tummers, Adviseur Mecenaat Prins Bernhard Cultuurfonds
Een Lokaal Fonds is een stichting, die mensen en geld bij elkaar brengt om de leefbaarheid van de omgeving te verbeteren. Hierdoor worden tal van lokale projecten en initiatieven geïnitieerd of gerealiseerd. Een Lokaal Fonds werft inkomsten (donaties, giften en nalatenschappen), bouwt een reserve op en werkt samen met partners. Een Lokaal Fonds is hèt ‘goede doel’ voor de eigen omgeving. Welke rol kan een lokaal fonds in uw gemeente vervullen, op cultureel gebied maar ook op andere gebieden en hoe zet men een lokaal fonds op?
Verder aan tafel: Monique van Bijsterveld (Projectmanager Lokale Fondsen Nederland).
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
Aan tafel een aantal gemeenteambtenaren van diverse middelgrote gemeentes, een tweetal culturele instellingen en een fondsenwerver. We hebben uitgewisseld over het fenomeen lokale fondsen en wat de mogelijkheden zouden kunnen zijn voor gemeentes en wat hun rol hierbij zou zijn. Een aantal gaf aan zich op dit vlak te oriënteren. Hopelijk heeft dit gemeentes doen inzien dat ze een bescheiden initiërende rol kunnen hebben, maar dat ze het opzetten van lokale fondsen vooral in samenwerking met de private sector moeten vormgeven, met  fondsen, bedrijven en burgers.

Tafel 6
De Bibliotheek, waardevol of waardeloos?
Gespreksleider: Francien van Bohemen, Commissiesecretaris en PA & PR van VOB
Welke waarde heeft de bibliotheek nog voor de gemeenschap? En welke waarde is dat? Is de bibliotheek nog wel relevant in deze tijd waarin informatie overal is? Of wordt alles digitaal, inclusief de bibliotheek? Heeft dat constante aantal van 4 miljoen leden waarvan ruim de helft jonger dan 18 is, gelijk? En maakt dat de bibliotheek tot een hot spot in uw gemeente?
Verder aan tafel: Margot Nicolaes (directeur van DOK Delft)
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
• Er is gebrek aan informatie over en weer tussen gemeenten en bibliotheek. Twee werelden die elkaar maar moeizaam vinden/ontmoeten. Deze lunchtafel was heel verhelderend en gaf veel uitwisseling.
• De bibliotheek kan de gemeente in de decentralisaties helpen, de bibliotheek ontzorgt.

Tafel 7
Burgerinitiatieven: Beheren met kunst!
Gespreksleider: Martin van der Zwan, PLAN Terra BV
Kunst op straat speelt een belangrijke rol bij het beheer van de openbare ruimte. Muurschilderingen, straattheater, lichtkunstwerken, guerrilla gardening, wild breien en fun afvalbakken fleuren de openbare ruimte op en zorgen dat het gevoel van veiligheid en betrokkenheid toeneemt. Actieve en creatieve burgers moeten meer de ruimte krijgen om door middel van kunst de openbare ruimte nog meer ‘eigen’ te maken. Welke mogelijkheden ziet u voor ‘samen beheren met kunst’?
Verder aan tafel: Wendelien Mijnheer (Economie en Cultuur, Stadsdeel West, A’dam)
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
De sessie heeft een aantal pakkende voorbeelden van beheren met kunst opgeleverd in de categorieën:
• individuele projecten
• community art
• projecten in opdracht van
Met name het inzicht dat door een kunstenaar of  door kunst soms andere verbindingen in de buurt kunnen worden gelegd en andere energie kan worden opgeroepen werd door alle tafelgenoten gedeeld. Tips aan allen die hiermee te maken krijgen: Wees niet te bang met het toekennen van budgetten aan bewonersorganisaties. Geef bewoners soms net dat beetje steun. Kijk over de schuttingen van andere sectoren heen. Erken het verschil tussen wijken. Latente initiatiefnemers (zoals kunstenaars) kunnen heel goed werken.
Genoteerde quote: “De neutrale, open en flexibele houding van de latente initiatiefnemer kan zorgen voor positieve veranderingen en spannendere allianties in een buurt en bij het beheer van de openbare ruimte. Het helpt het als de gemeente niet altijd handhaaft, maar ruimte en vertrouwen geeft aan de buurt cq. de kunstenaar.”

Tafel 8
Cultuur als wapen tegen overlast
Gespreksleider: Jaap Pilon, oud wethouder te Veenendaal
In de top drie van maatschappelijke ergernissen staat de overlast van jongeren. Onderzoeken tonen aan dat acht van de tien jongeren zich bezighoudt met één of andere vorm van cultuur. Het wordt tijd om overlast met cultuur te bestrijden. Een gemiste kans of een onzinnig idee?
Verder aan tafel: Piet de Vrije (directeur woningcorporatie Patrimonium, Veenendaal)
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
Jaap Pilon noemde twee voorbeelden uit zijn wethoudersperiode : de oprichting van een Brass Band door en voor Antilliaanse hangjongeren en het ontstaan van een Street League, een wijkencompetitie respectvoetbal in Veenendaal, met meer dan 100 voornamelijk allochtone jongeren, die naast het voetbal wekelijks in het buurthuis werden opgevangen om zich ook op cultureel gebied verder te ontwikkelen. Tafelgenoot Piet de Vrije, directeur van Patrimonium, benadrukte de inzet van zijn corporatie om verbinding tussen mensen in de wijken en buurten tot stand te brengen met als doel de leefbaarheid te vergroten. “Uitgaan van de menselijke maat”, is volgens De Vrije de basis om (ook) overlast, in alle vormen, in wijk en buurt te bestrijden. Charlotte Riem Vis, directeur van het Stuttheater Utrecht, werkt voor haar voorstellingen met mensen in en uit de wijk: “Het zijn de verhalen van de mensen, van de mensen uit de straat. Voor 20 euro bieden we vervolgens de jongeren tien avonden cultuur in ons theater. Het zijn allemaal verbindende projecten”. Joke Leenders, wethouder uit Zeist: “Belangrijk is dat je ook andere maatschappelijke partners voor je ideeën vindt. Daarnaast is een voorwaarde dat er bij het betrekken van allochtonen zo vroeg mogelijk wordt ingegrepen.”
Genoteerde quote: “Zonder een verbinding tussen enthousiaste mensen uit de cultuursector en de wereld van bestuurders is er geen resultaat te behalen. Vooral de politiek moet eindelijk beseffen dat ieder beleidsterrein uit zijn eigen wereld moet stappen en moet streven naar een integrale benadering!”

Tafel 9
Leegstand? Cultuur in de tussentijd
Gespreksleider: Bregje Deben, mede eigenaar en projectleider Makelaars van de Tussentijd
Bouw- en braakliggende terreinen, iedere gemeente kent deze terreinen. Tijdelijke invulling draagt bij aan een positieve sfeer, verbetering van leefbaarheid en creëert draagvlak voor toekomstige invulling. Nu is de tijd hier om creatief te handelen. Tijdelijk gebruik: hoe komt dit tot stand? Hoe kunt u elkaar helpen? Welke bijdrage levert u?
Verder aan tafel: Juul Rameau (Makelaars van de tussentijd) en Alexander Ramselaar (Backing Grounds).
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
Er was een zeer geconcentreerde discussie die ontzettend enerverend en vol energie was. Wij hadden diverse groepen aan tafel, gemeente- maar ook vastgoedmensen, die elkaar aanvulden. Wij van de Makelaars hebben bevestiging gevonden dat Makelaars van de Tussentijd nodig zijn. Want meerdere partijen zijn met braakliggende terreinen en leegstand bezig, maar we hoeven natuurlijk niet allemaal opnieuw het wiel uit te vinden. Verbindende partijen zijn wenselijk en kunnen sneller tot resultaten leiden.
Genoteerde quote: “Cultuur in de Tussentijd; het kan als gemeente, grondeigenaren, initiatiefnemers/bewoners dit samen dragen. Het begint bij een goed idee waarbij cultuur en commercie elkaar omarmen.”

Tafel 10
Kunst en industrie: voorbeelden van een gelukkig huwelijk?
Gespreksleider: Angelique Spaninks, directeur MU en STRP Eindhoven
Tijdens de werklunch Kunst en Industrie delen Koen Snoeckx en Angelique Spaninks hun inzichten in het verbinden van culturele en industriële ecosystemen aan de hand van voorbije projecten en toekomstige plannen van STRP, MU en Baltan.
Verder aan tafel: Koen Snoeckx (Communicatie Manager bij Holst Centre)
Verslag nog niet ontvangen.

Tafel 11
Change peoples life through movement
Gespreksleider: Marc Vlemmix, directeur Dance for Health
De decentralisatie van de Awbz vormt een grote uitdaging voor gemeenten, ze moeten meer gaan doen met minder geld. Dance for Health & Parkinson laat zien dat kunst een schakel kan zijn naar gezondheidswinst, kwaliteit van leven en zorgonafhankelijkheid en daarmee kostenbesparend werkt. De patiënt leeft niet meer vanuit beperkingen maar vanuit mogelijkheden, en daardoor kan hij langer actief blijven. Kan kunst juist nu, in deze tijd van crisis en transitie, het verschil maken?
Verder aan tafel: Petra Verspui, directeur Vastgoed gemeente Rotterdam Cluster stadsontwikkeling Rotterdam.
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
Zeer geanimeerd gesprek, waarbij de maatschappelijke waarde van kunst natuurlijk alom wordt onderschreven, ieder met z’n eigen voorbeelden.
Analyse achteraf is dat de maatschappelijke waarde van kunst als een belangrijke, maar afgeleide functie wordt beschouwd, als extra!, en het dus niet behoort tot de intrinsieke waarde.
Een initiatief als Dance for Health & Parkinson maakt in een klap letterlijk en figuurlijk duidelijk dat we iets kunnen bewegen bij de ander, het is een prikkel tot ‘beweging’.
Elke verantwoording is dan overbodig. Zo’n initiatief kan alleen maar ontstaan omdat er kunst is! die mede om die reden ontstaat en wordt ondersteund.
Genoteerde quote: “Waar het werkelijk om gaat: dat we iets bewegen bij een ander”.

Tafel 12
Prioriteiten stellen in het lokale cultuurbeleid
Gespreksleider: Cor Wijn, BMC
De nieuwe Colleges van B & W staan vanaf april voor grote opgaven. Gemeenten krijgen er veel taken bij op het gebied van (jeugd)zorg en arbeid. Steeds vaker vragen gemeenten aan het culturele veld om mee te denken en soms worden de culturele organisaties zelfs uitgenodigd samen een plan voor de toekomst te maken. Hoe steek je een dergelijk proces goed in elkaar? Waar moet een cultuurnota anno 2014 aan voldoen? Waar moet je op letten?
Verder aan tafel: Eltje de Klerk (senior adviseur cultuur BMC)
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
Cor Wijn schetste eerst een aantal methoden die gemeenten toepassen om prioriteiten te stellen in hun cultuurbeleid: A. Impliciete en soms zelfs stiekeme methoden, zoals het bevriezen van indexeringen voor sommige categorieën van gesubsidieerde organisaties. B. Zwaar opgetuigde methoden, waarbij eerst een toekomstvisie of een cultuurnota wordt gemaakt en daarna als afgeleide wordt nagedacht over prioritering C. De methode van de stevige stap: een College besluit een bepaald cultureel initiatief voortaan wel of niet meer te subsidiëren.
Een nieuwe trend is dat het lokaal bestuur de bal bij de culturele organisaties legt en hen uitnodigt om – op basis van door het bestuur gestelde voorwaarden – met een gezamenlijk plan te komen. Veel voorkomende voorwaarden zijn: een totaalbudget, meer onderlinge samenwerking en meer cultureel ondernemerschap. Voordelen: Instellingen kunnen gezamenlijk bepalen waar de bezuinigingen zullen doorgevoerd worden. Het kan samenwerking tussen instellingen stimuleren. De instellingen krijgen de kans om de politiek te tonen wat ze kunnen.
Genoteerde quote: “Gemeenten doen er goed aan om de culturele instellingen intensief te betrekken bij een bezuinigingstaakstelling of de instellingen zelfs te vragen gezamenlijk te komen met een invulling daarvan”.

Tafel 13
Welk effect heeft innovatieve denkkracht van kunstenaars in gemeentelijke opgaven?
Gespreksleiders: Laura Mudde en Py Tswang Jin, Het Instituut
We gaan met twee kunstenaars het gesprek aan over de eigenschappen die een rol spelen bij innovatie. Vooral in tijden waarin nieuwe en duurzame producten als de toekomst voor onze economie wordt gezien, kan de eeuwenlange ervaring van kunstenaars in het zoeken naar verandering een belangrijke bijdrage leveren. Aan de hand van voorbeelden in het tijdschrift ‘Nooit werkloos’ (een gezamenlijk onderzoek en uitgave van Het Instituut en Artez).
Verder aan tafel: de kunstenaars Domenique Himmelsbach de Vries en Jaap Groen
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
De discussie ging over wat de innovatieve denkkracht van kunstenaars kan betekenen in gemeentelijke opgaven. Dit naar aanleiding van twee praktijkvoorbeelden van case studies van het instituut, toegelicht door kunstenaars Domenique Himmelsbach de Vries en Jaap Groen. In gesprek bleek dat een aantal tafelgenoten ervaring hadden met het inzetten van kunstenaars in gemeentelijke opgaven. De scheppingskracht van kunstenaars werd genoemd als een belangrijke positieve impuls. Net als de vaardigheid om mensen te inspireren, ondernemend vermogen en de alternatieve manier van naar de wereld kijken. Een gedeelde vraag en zorg bij de deelnemers aan de discussie was hoe je de voorstellen van kunstenaars kan voortzetten in de realiteit.
Genoteerde quote:  “Zie er vervolgens op toe dat mooie plannen niet in een boekje op de plank belanden, maar daadwerkelijke verandering teweeg kunnen brengen in de maatschappij.”

Tafel 14
Herijking cultuursector Harderwijk
Gespreksleider: Bastiaan Vinkenburg, Managing Consultant Kunst, Cultuur & Media Berenschot
De gemeente Harderwijk herijkt de cultuursector en ondersteunt de ontwikkeling van de professionele instellingen richting cultureel ondernemerschap, integrale dienstverlening en nauwe samenwerking. Bovendien is een nieuw model voor subsidie- en prestatieafspraken ontwikkeld en geïmplementeerd. Welke doelen zijn bereikt? Wat zijn de lessen?
Verder aan tafel: Jean Vermeulen (beleidsambtenaar Cultuur in Harderwijk)
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
Wij hebben ervaringen uitgewisseld over hoe een forse bezuinigingsopgave binnen een gemeente toch kan leiden tot een positieve impuls voor de cultuursector. Gemeenten hebben meegekregen hoe een zorgvuldig vormgegeven bezuinigingstraject positieve resultaten kan opleveren.
Genoteerde quote: “Het traject van herijking was succesvol door focus op het resultaat, door de urgentie vanuit de harde planning en kaders maar vooral door het toegenomen vertrouwen tussen betrokkenen.”

Tafel 15
CJP: hoe koppelen we de landelijke Cultuurkaart met gemeentelijk beleid?
Gespreksleider: Jennet Sintenie, projectleider Cultuurkaart
Zowel Groningen als Almere koppelen cultuureducatie euro’s met ons systeem. Klopt onze stelling dat die koppeling voordelig voor zowel school, gemeente als gemeentelijke culturele instellingen is? Hoe werkt het en welke voordeel het geeft het?
Verder aan tafel: Suzan Damen (Hoofd Marketing & Communicatie CJP), Marc Floor (Gemeente Groningen) en Paul Macco (Collage, Centrum voor cultuuronderwijs Almere)
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
Voordelen van het betrekken van de landelijke CJP Cultuurkaart bij gemeentelijk cultuurbeleid: met een relatief kleine investering van de gemeente, profiteren zowel scholen als culturele instellingen van meer budget voor cultuuronderwijs. Zodra de gemeente mee-investeert stijgt het aantal deelnemende scholen en stijgt ook het aantal scholen dat zelf € 10,- per leerling opzij zet. Een ander voordeel is dat CJP gemeenten inzicht kan geven in deelname en bestedingscijfers.
De gemeenten Almere en Groningen lichtten toe hoe zij de Cultuurkaart inzetten om cultuuronderwijs tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en school te maken en ook hoe een gemeente culturele instellingen kan ondersteunen om scholen en leerlingen hun Cultuurkaart-tegoed juist bij hen te laten besteden.
Het gehele congres heeft ons gestimuleerd om rond de gemeenteraadsverkiezingen beleidsmakers beter te informeren over de voordelen van het koppelen van gemeentelijk cultuurbeleid aan de Cultuurkaart.
Genoteerde quote: “Ik vind het positief dat de CJP Cultuurkaart voor het voortgezet onderwijs is ingestoken als ‘trigger-money’ en niet als een cadeautje. Het is daarmee effectiever dan hoe cultuureducatie binnen het primair onderwijs is georganiseerd, waar alles wordt gefinancierd.”

Tafel 16
Film in de straat, geregeld door de Film Commissioner
Gespreksleider: Peggy Driessen-Bussink, Coordinator Subsidiebureau / Analist Nederlands Filmfonds
Een Film Commissioner, wat is dat? Het Nederlands Filmfonds heeft een start gemaakt met het realiseren van een portal met alle informatie over filmen in Nederland, gebundeld in een Nationale Film Commission. Doel is om brede informatie te geven over filmen in heel Nederland door onder meer een promotionele website en een Production Guide van Nederlandse locaties, in steden, provincies en dorpen. De Nederlandse filmsector staat internationaal goed aangeschreven om zijn hoge professionele en technische niveau, maar ons land kent momenteel geen internationaal georiënteerde aanpak om de filmproductiesector te vertegenwoordigen en te promoten als locatieland voor film, tv, commercials en andere av-producties. Op dit moment kennen alleen Amsterdam, Rotterdam en Den Haag een Film Commissioner. Welke steden volgen?
Verder aan tafel: Jacques van Heijningen (ex Film Commissioner Rotterdam)
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
Beter inzicht krijgen in de vragen van gemeenten wat betreft de National Film Commissioner en de regionale film commissioner. We hebben goed kunnen uitleggen aan een aantal aanwezigen wat wij beogen te doen voor gemeenten en provincies als het gaat om promotie van de audiovisuele sector in het buitenland (en binnenland).
Genoteerde quote: “De National Film Commissioner is er om buitenlandse producenten van film en tv producties te enthousiasmeren hoe fantastisch het is om in Nederland te produceren en met Nederlanders te werken.”
Ontstane samenwerkingen: Contact met burgermeester van Leeuwarden om een lokale Film Commissioner in te stellen zo ook met de steden Groningen, Breda en Tilburg.

Tafel 17
De stenen of het publiek? De rol van podia in een veranderende stad
Gespreksleider: Laurien Saraber, senior medewerker algemeen beleid Fonds Podiumkunsten
De relatie tussen podiumkunsten en hun publiek verandert. Publiek wordt kieskeuriger, heeft minder geld te besteden en zoekt in het theater meer engagement en menselijke maat. Muziekensembles, theater- en dansgezelschappen geven publiek steeds vaker een actieve rol, trekken het theater uit en de wijde wereld in, of zoeken samenwerking met onderwijs, welzijn of bedrijfsleven. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de rol van podia en festivals en voor de financiering daarvan? Is de huidige balans tussen investeringen in gebouwen, programmering en aanbod toekomstbestendig? En hoe kunnen gemeenten, Fonds Podiumkunsten en andere partijen elkaar hierin versterken?
Verder aan tafel: Henriëtte Post, directeur Fonds Podiumkunsten
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
Centrale vraag: Als makers hun publiek en de wereld om hen heen steeds directer bij hun werk gaan betrekken, zijn al die grote gebouwen (die gebaseerd zijn op het idee van cultuur als te consumeren product) dan nodig om dat werk te tonen? Hebben we dan niet juist kleinschaligheid nodig, vermenging van maatschappelijke functies en alternatieve podia? Antwoorden:      1. Zulke ontmoetingsplaatsen zijn nodig en worden steeds belangrijker 2. Maar schouwburgen zijn nu te vaak van niemand, het zijn geen landmarks. Dat komt doordat er in een veel te laat stadium echt goed wordt nagedacht over de rol van het gebouw binnen de samenleving: ná het bouwen in plaats van ervoor. Het belangrijkste advies aan tafel, dat bij verschillende plenaire discussies die middag ook hoorbaar was: cultuursector en samenleving, ga met elkaar in gesprek. Niet pas als er een sponsor nodig is voor een project, maar permanent en over fundamenteler zaken dan alleen geld.
Genoteerde quote: “Er is behoefte aan een eigentijdse visie op de oude spreidingsgedachte, die onderkent dat gezelschappen en ensembles alleen een band met de samenleving op kunnen bouwen als ze langer op een plek zijn”.

Tafel 18
Hoe zet je samen met buurtgemeenten een regionaal beeldverhaal op?
Gespreksleider: Ellen Klaus, Programmacoördinator Cultuur en Innovatie, Cultuurcompagnie Noord-Holland
Met regionale beeldverhalen, oftewel gezamenlijk gedragen verhalen over de identiteit van de regio, kun je op thematische wijze cultuurhistorische, karakteristieke elementen van een gebied economisch benutten. Met ondernemers, overheden en instellingen ontwikkel je rondom dat beeldverhaal nieuwe samenwerkingen, producten en arrangementen. Voorbeelden: Buitenplaatsen in Beeld en Westfriese Omringdijk. Hoe pak je dit aan? Wie betrek je erbij? Wat zijn de resultaten?
Verder aan tafel: René Dessing, beleidsmedewerker, Gerlof Kloosterman, gemeente Heerhugowaard.
Verslag nog niet ontvangen.

Tafel 19
Hoe draagt het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie bij aan de waardering van cultuur?
Gespreksleider: Janny Rodermond, directeur Stimuleringsfonds Creatieve Industrie
Stimuleren van cultuur is een kerntaak van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. Cultuur is niet instrumenteel en verkrijgt juist daarom betekenis. Het Stimuleringsfonds is er voor alle ontwerpers en makers binnen het domein van de toegepaste kunsten en de maakindustrie: een domein opgespannen tussen cultuur, economie en samenleving. Hoe verhoudt de economische topsector creatieve industrie zich tot kunst- en cultuurprojecten en hun maatschappelijke betekenis? Hoe werkt dit in de praktijk? Lokale en regionale voorbeeldprojecten, in het licht van de culturele, gedifferentieerde, infrastructuur van instellingen, ondernemers en ontwerpers/makers.
Verslag nog niet ontvangen.

Tafel 20
Het geheim van goed opdrachtgeverschap
Gespreksleider: Birgit Donker (directeur Mondriaan Fonds)
Van boerderijen tot scholen; van gemeenten tot festivals. Wat is het geheim van goed opdrachtgeverschap bij opdrachten aan beeldend kunstenaars? Hoe belangrijk is het dat opdrachtgever en kunstenaar van begin af aan nauw samenwerken? Hoeveel vrijheid geven zij elkaar? Het Mondriaan Fonds lanceerde dit jaar de Bijdrage Opdrachtgeverschap voor publiek-private opdrachtgevers die openbaar toegankelijke beeldende kunstprojecten willen realiseren. Met deze bijdrage stimuleert het Mondriaan Fonds initiatieven die in samenwerking tot stand komen en waarbij het maken van beeldende kunst nadrukkelijk wordt verbonden aan het tonen ervan.
Verder aan tafel: Steven van Teeseling (senior projectmedewerker Mondriaan Fonds) en een opdrachtgever die in het afgelopen jaar deze bijdrage ontving.
BELANGRIJKSTE RESULTATEN VAN DEZE TAFEL:
De bijeenkomst heeft de regeling Bijdrage Opdrachtgeverschap van het Mondriaan Fonds onder de aandacht gebracht. Aan de hand van een aantal voorbeeldprojecten werd gesproken over goed opdrachtgeverschap, over het belang van professionele bemiddelaars en over de vrijheid van de kunstenaar. Van boerderijen tot scholen; van gemeenten tot festivals: het Mondriaan Fonds stimuleert opdrachten van publieke én private partijen, waarbij het maken van beeldende kunst nadrukkelijk wordt verbonden aan het tonen ervan.
De tafelgenoten reageren enthousiast op deze matching-regeling. Het biedt mogelijkheden voor gemeenten, maar ook voor andere partijen in een gemeente: bewonersverenigingen, musea, sportclubs, etcetera. Via kunstopdrachten kunnen meerdere maatschappelijke partijen samenwerken. De bijeenkomst heeft de aanwezigen geholpen bij het nadenken over de vraag hoe je een goede opdrachtgever kan zijn. Ze waren zichtbaar zeer geïnteresseerd in het voorbeeld van Dordtyart dat al van de regeling gebruik maakte.
Genoteerde quote: “Via een kunstopdracht kan je de geschiedenis van een gemeente vertalen en tot leven brengen.”