6 juni 2012

ChristenUnie – programma en planning

Datum
30 juni Uniecongres in het teken van verkiezingsprogramma en kandidatenlijst
Inspraak verkiezingsprogramma en kandidatenlijst via vertegenwoordigers kiesverenigingen.

Uit: Voor de verandering – conceptverkiezingsprogramma 2012-2017.

1.4 Ruimte voor creativiteit en diversiteit

Kunst, cultuur en erfgoed
Ook in kunst en cultuur zien we de identiteit van een samenleving terug. Daarom zijn kunst en cultuur primair van en voor de samenleving. De rol van de overheid beperkt zich voornamelijk tot die van opdrachtgever en subsidieverstrekker. Ook is de overheid hoeder van ons materiële en immateriële erfgoed. Bijzondere gebouwen, voorwerpen, tradities en verhalen tonen de geschiedenis van ons land en verdienen bescherming.

Cultureel ondernemerschap
Het bevorderen van cultureel ondernemerschap is de mantra waarmee veel bezuinigingen op kunst en cultuur verdedigd zijn. Daarmee is vooral bedoeld dat de culturele sector minder afhankelijk wordt van overheidssubsidies en meer eigen inkomsten genereert. De ChristenUnie vindt de focus op cultureel ondernemerschap ook belangrijk, maar het is wel een eenzijdige benadering van de bezuinigingen die geen recht doet aan het culturele veld.

In de eerste plaats mag van de overheid verwacht worden dat zij niet alleen aandacht heeft voor de economische waarde van kunst en cultuur, maar ook voor de maatschappelijke waarde en voor de artistieke of intrinsieke waarde. Bij volledige ‘vermarkting’ van de culturele sector, zal het meer bijzondere culturele aanbod verdwijnen. Het subsidiebeleid zal daarom mede gericht moeten zijn op het in stand houden van een divers aanbod waarin ook voor het bijzondere een plek blijft.

Ook is het belangrijk dat de overheid een omslag in haar denken maakt bij het subsidiebeleid. Als zij verwacht dat de culturele sector ondernemender wordt, moet zij de culturele sector ook als ondernemers benaderen. Dat is: niet langer tekorten financieren, maar subsidie verstrekken aan producten met maatschappelijke waarde en daar heldere afspraken over maken.

Voor de culturele sector zelf geldt dat zij moet samenwerken en bruggen slaan naar de samenleving. Decentrale overheden kunnen een impuls geven aan het bevorderen van cultureel ondernemerschap, door alle betrokken partijen (cultuursector, bedrijfsleven, toerisme en recreatie, maatschappelijke organisaties en inwoners) bij elkaar te brengen en methoden en ervaringen uit te wisselen.

Kunst- en cultuureducatie
De ChristenUnie vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren met kunst en cultuur in aanraking komen. Door beoefening van de amateurkunsten ontdekken en ontplooien zij hun creatieve talenten. Kunst- en cultuureducatie is een belangrijk onderdeel van hun vorming en een waardevolle aanvulling op het reguliere onderwijs. Scholen kunnen heel goed in vrijheid hier een eigen invulling aan geven. Provinciale instellingen voor kunst- en cultuureducatie kunnen hierbij behulpzaam zijn door een breed aanbod van lespakketten samen te stellen.

Wereldvisie
Kunst weerspiegelt de visie van de kunstenaar op de ons omringende wereld. Uitingen van – veelal moderne – kunst en cultuur kunnen een gevoel van vervreemding oproepen, omdat beschouwers niet het wereldbeeld herkennen dat hun wordt voorgehouden. Kunst kan gewoon mooi zijn, maar kan ook verrassen, mensen uit het vanzelfsprekende trekken en aansporen tot bezinning en reflectie. De overheid past terughoudendheid bij het opstellen van normatieve kaders en stimuleert veeleer het debat in de samenleving over kunst en cultuur. Godslastering en het aanzetten tot geweld en discriminatie zijn nooit acceptabel.

Erfgoed
Erfgoed staat niet op zichzelf, maar maakt veelal onderdeel uit van de regionale of lokale geschiedenis. Instandhouding van het cultureel erfgoed kan daarom het beste in samenhang met andere (ruimtelijke) vraagstukken in een gebied opgepakt worden. Nieuwe functies (herbestemming) maken daar nadrukkelijk onderdeel van uit. Kerkgebouwen en industrieel erfgoed uit het recente verleden verdienen meer aandacht in het erfgoedbeleid.

  • Oog voor het bijzondere. De overheid geeft zich in het subsidiebeleid rekenschap van een divers cultureel aanbod en heeft voldoende oog voor het meer bijzondere aanbod, waar de ‘markt’ weinig waarde aan toekent.
  • Minder subsidie, meer creatieve financiering. Financieringsvormen zoals garantieregelingen of leningen die na aflossing opnieuw aan anderen kunnen worden verstrekt kunnen startende getalenteerde kunstenaars helpen hun beroepspraktijk op te bouwen.
  • Kunst- en cultuureducatie op scholen is belangrijk, maar scholen bepalen zelf hoe zij daar invulling aan geven.
  • Bescherming van monumenten, oude kerken en cultureel erfgoed. Ons materiële en immateriële erfgoed verdient bescherming op basis van heldere selectiecriteria. Instandhouding van het cultureel erfgoed wordt in samenhang met andere (ruimtelijke) vraagstukken in een gebied opgepakt.

Internet
Een vrij en toegankelijk internet is belangrijk voor de Nederlandse economie en samenleving. Internet biedt grenzeloze mogelijkheden. De internetgebruiker heeft daarbij behoefte aan solide bescherming van de privacy, maar krijgt die onvoldoende. En dat terwijl de ontwikkelingen op het gebied van internet, mobiele telefonie en media in hoog tempo doorgaan. Internetgebruikers moeten de vrijheid hebben om zelf het internet te kiezen dat ze willen.

  • Internetfiltering blijft mogelijk. Internetfiltering door providers, zoals Kliksafe, moet mogelijk blijven. Hierdoor kunnen kwalijke internetpraktijken afgeschermd worden, onder andere in het belang van kinderen.
  • Bescherming van de privacy in het digitale tijdperk. Het zorgvuldig omgaan met persoonlijke gegevens blijft belangrijk, juist bij internetverkeer.
  • Tegengaan van internet- en gameverslaving. De hulpverlening wordt beter afgestemd op de problemen van internet- en gameverslaving.

Omroepbeleid
Voor de Nederlandse samenleving is een onafhankelijke, pluriforme en in de samenleving verwortelde publieke omroep van cruciaal belang. De publieke omroep geeft mensen en groepen een stem, draagt bij aan overdracht van kennis en waarden en biedt een forum voor maatschappelijke discussie, waarin we van mening kunnen verschillen. Het publieke bestel blijkt één van de goedkoopste van Europa te zijn en bovendien opgewassen tegen de concurrentie met de commerciële omroepen. De ChristenUnie is dan ook een voorstander van handhaving van dit publieke bestel waar inhoud en bereik hand in hand gaan, met als hart duidelijk geprofileerde ledenomroepen. Dat geeft ook een grote verantwoordelijkheid aan de publieke omroepen. Bijvoorbeeld ten aanzien van het niveau van de aangeboden programma’s.

De klassieke publieke omroep, met vaste uitzendtijden en een strakke programmering bestaat immers niet meer. Mensen kijken steeds meer op een moment dat het hen uitkomt, of alleen nog via internet. De ChristenUnie wil de Mediawet hierop aanpassen zodat publieke omroepen ook andere vormen van programma aanbod kunnen ontwikkelen. Ook in het digitale domein kan de publieke omroep een volwaardige rol spelen. Het belang van onafhankelijkheid en pluriformiteit is hier evenzeer van waarde.

  • Omroepbudgetten langer vastleggen. Om de continuïteit te bevorderen wordt de toekenning van het budget voor de publieke omroepen voortaan gekoppeld aan de concessieperiode. Het aantal leden moet zwaarder dan nu meewegen bij de verdeling van het budget. Dit omdat daarmee de verworteling van de omroepverenigingen in de samenleving wordt aangetoond.
  • Ruimte voor levensbeschouwelijke omroepen. In een pluriforme samenleving vindt de ChristenUnie het belangrijk dat er uitdrukkelijk ruimte gemaakt wordt voor programma’s met een duidelijk herkenbare identiteit en kwetsbare genres zoals levensbeschouwing. Wij vinden het belangrijk dat christenen zich kunnen blijven herkennen in de programmering bij de publieke omroep.
  • Beperking van de rol van de Nederlandse Publieke Omroep. De NPO coördineert de programmering en operationele activiteiten worden alleen dan door de NPO gedaan als uitvoering door omroepen niet wenselijk is.
  • Een veilig en verantwoord media aanbod. In de Mediawet zijn hier richtlijnen voor opgenomen. De samenleving kan de ombudsman van de publieke omroep hierop aanspreken.
  • Geen verkapte loterijen op de tv. Er komt een strakke regulering van belprogramma’s. Geen seksreclameblokken op de open commerciële zenders in de nachtelijke uren.