19 maart 2014

Interviews met zes wethouders | korte versie

Kunsten ’92 heeft in de week voor de Gemeenteraadsverkiezingen 2014 zes wethouders gevraagd wat volgens hen het belang van kunst, cultuur en erfgoed voor hun gemeente is en wat zij hun eventuele opvolger zouden adviseren voor de komende raadsperiode.

WINTERSWIJK – wethouder Rik Gommers                                                                                                  

“Winterswijk is drie keer genomineerd voor de BNG Bank Erfgoedprijs. Dat is niet voor niets. De kracht van ons erfgoedbeleid is dat we niet alles vanuit het stadhuis verzinnen, maar veel samen met onze burgers doen. We betrekken de verschillende belanghebbenden bij onze plannen en proberen verschillende initiatieven met elkaar te verbinden, zoals in het geval van Villa Mondriaan of van boerderij Freriks, een gerestaureerde boerderij waar mensen met een geestelijke beperking werken. Het is interessant om te kijken hoe erfgoed te verbinden met nieuwe functies, waardoor je een verdienmodel kunt creëren dat niet alleen hangt op geld van de overheid. We hebben in Winterswijk geen groot cultuurbudget. Het gaat erom dat je als overheid de middelen die je hebt op de juiste manier inzet. Daardoor lukt bij ons heel veel en zijn mensen trots op hun erfgoed.

Ook na de verkiezingen willen we doorgaan met dat Winterswijkse model. Erfgoed behouden loont, dat blijkt ook uit onderzoek. Het levert geld op voor de lokale economie, bijvoorbeeld als het gaat om huizenprijzen of inkomsten voor de horeca. Door op zo’n rationele manier erfgoedbeleid te onderbouwen, kun je politiek en maatschappelijk draagvlak creëren.”

ROTTERDAM – wethouder Antoinette Laan

“De bezuinigingen aan het begin van deze collegeperiode kwamen fors over. Maar het was nu eenmaal mijn opdracht om 14% te bezuinigen. Op bijna alle terreinen moest worden bezuinigd, niet alleen op cultuur. Ik ben erg trots op de manier waarop de cultuursector zichzelf heeft herpakt en de blik naar buiten heeft gericht. Er zijn verschillende samenwerkingsverbanden ontstaan die de instellingen en de gemeente niet alleen financieel voordeel opleveren, maar ook een creatieve impuls geven. Partijen buiten de cultuursector zien dat ook en zijn steeds vaker geïnteresseerd om met culturele instellingen samen te werken.

In Rotterdam gaan we als het aan mij ligt ook na 19 maart cultuur op de kaart houden. Het is een onmisbaar onderdeel voor een geschikt vestigingsklimaat voor bedrijven en hun werknemers en dat willen we als overheid faciliteren. Bovendien leveren kunst en cultuur een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van onze kinderen. We hebben in Rotterdam dan ook samen met onze partners in de stad veel in cultuureducatie geïnvesteerd de afgelopen jaren. Maar kunst levert ook een gesprek op tussen mensen. Er leven 170 culturen in deze stad. Cultuur in de vorm van bijvoorbeeld erfgoed of kunst in de openbare ruimte creëert een identiteit waar al die Rotterdammers zich collectief aan kunnen hechten.

Voor de toekomstige portefeuillehouder is de opdracht om die toegevoegde waarde van cultuur te laten zien. Het kost niet alleen geld, maar het levert ook wat op. Op een mooie tentoonstelling in Boijmans komen simpelweg bezoekers af en die doen meer in onze stad dan alleen die tentoonstelling bezoeken. Al mag er natuurlijk ook cultuur zijn die niet meteen wat oplevert.”

RHEDEN – wethouder Ron König

“Voor mij zijn twee punten cruciaal. Ten eerste kunnen gemeenten op het gebied van erfgoed veel meer gebruik maken van kennis en initiatieven die er zijn onder de bewoners. Zij zijn vaak heel erg betrokken bij erfgoed en bereid zich daarvoor in te zetten. Je hoeft als gemeente niet altijd beleid te maken, soms kun je beter faciliteren. Dan kun je met weinig geld toch veel doen. Ten tweede realiseren gemeenten zich vaak nog onvoldoende wat voor een economische waarde erfgoed heeft. In recreatie en toerisme speelt erfgoed een belangrijke rol en voor de economische vitaliteit van je gemeente is het daarom belangrijk.

Door met de bewoners in gesprek te blijven, creëer je niet alleen draagvlak voor cultuur en erfgoed, bewoners vinden het ook prettig dat de gemeente zich bij dat onderwerp betrokken toont. Je kunt als gemeente wel procedureel afdwingen dat monumenteneigenaren goed voor hun monument zorgen, maar je kunt ook kennisbijeenkomsten organiseren om met ze in gesprek te gaan over duurzaamheid en monumenten.  Het is niet meer de tijd voor de grote initiatieven. Ik zou mijn opvolger dan ook adviseren te investeren in verbindingen met bewoners en partners en een aantal projecten op te pakken waarvan je samen met anderen een succes kan maken. Daar is geluk bij nodig, maar alles wat aandacht krijgt groeit.” 

AMSTERDAM – wethouder Carolien Gehrels                                                                                           

“Amsterdammers hoef je niet uit te leggen wat de waarde van cultuur voor hun stad is. Ze zijn om het cultuuraanbod in de stad komen wonen of ze zijn zelf werkzaam in de cultuursector, de creatieve industrie of het toerisme. Maar ook horecaondernemers of taxichauffeurs begrijpen die waarde heel goed. De komende jaren is het belangrijk dat cultuureducatie verder wordt uitgebouwd en dat de wereldklasse behouden blijft. Amsterdam moet ‘state of the art’ blijven. We lopen in Nederland internationaal voorop in de kunsten. Daarom is het belangrijk dat er ruimte is voor nieuwe ontwikkelingen. Daar is een gevoel van veiligheid voor nodig bij zowel de grote als de kleine instellingen. Investeren in die ontwikkelingen levert bovendien nieuw publiek op.

De Amsterdamse economie doet het relatief goed. Kortom: er is geld voor cultuur. Als je het daaraan niet wilt uitgeven, dan is dat een politieke keuze. Maar bijna alle partijen hebben in hun verkiezingsprogramma’s aangegeven dat ze de waarde inzien die cultuur heeft voor de stad.”

LEIDEN – wethouder Jan-Jaap de Haan

“Leiden is de stad van ontdekkingen – van kennis en cultuur. Samen zijn die het vliegwiel van de economie. Midden in de crisis groeide het museumbezoek tot ruim een miljoen bezoekers. Ik hoef niemand in de horeca, detailhandel of het bedrijfsleven uit te leggen hoe belangrijk dat is voor de binnenstad van Leiden. Cultuur en vrijetijdsbesteding zijn big business en samen met de wetenschap schept dat een dijk van een vestigingsklimaat.

Natuurlijk verwacht ik van kunstenaars dat ze zich oriënteren op de samenleving en dat kan betekenen dat kunstinstellingen werken in opdracht van een organisatie in de jeugd- of ouderenzorg. Maar ik hoop niet dat de cultuursector denkt dat er door de decentralisaties nu ineens een nieuwe pot met geld is. Dat is niet zo, en bovendien: de cultuursector moet doen waar ze zélf goed in is. Ze moet zich niet onder druk laten zetten en uitgaan van eigen kracht. De kunst moet geen omstander worden bij de gebeurtenissen, maar zelf z’n eigen gebeurtenissen creëren.
De uitspraken van minister Bussemaker, dat probleemjongeren voortaan wel geholpen kunnen worden met muziekonderwijs, hebben mij verbaasd. De maatschappelijke betekenis van cultuur ligt niet primair in haar bijdrage aan de jeugdzorg. Maar vooral: zowel jeugdzorg als muziekonderwijs zijn een vák. Natuurlijk is het prachtig als eenzame ouderen in een koor terecht kunnen of kinderen in de knel in een bandje, maar dat staat los van die decentralisaties.”

HEERLEN – wethouder Barry Braeken

“Tien jaar geleden heeft Heerlen besloten fors te investeren in de culturele infrastructuur. Het glaspaleis Schunck werd gerenoveerd en kreeg een culturele functie, de schouwburg (van dezelfde architect Frits Peutz) werd opgeknapt. We merken dat investeren in cultuur werkt, met veel succesvolle festivals en –tegen de trend in– groeiend schouwburgbezoek. Wel heeft Heerlen buiten de regio nog steeds een slecht imago, terwijl de drugsoverlast van een aantal jaren geleden inmiddels is opgelost. Daarom halen we bijvoorbeeld in 2015 Het Glazen Huis binnen; dat brengt massa’s aandacht en omzet voor de detailhandel en horeca. En 2015 wordt het jaar van de mijnen. Dan is het vijftig jaar geleden dat de sluiting werd aangekondigd en dat grijpen we aan om ons meer op ons erfgoed te richten.

Ik zie voor cultuur op sommige vlakken wel verbindingen met de nieuwe taken voor gemeenten als gevolg van de decentralisaties. Cultuur gaat over participatie, dus op het gebied van de participatiewet zijn er mogelijkheden. Nu al zijn culturele instellingen uitstekende partners bij projecten om langdurig werklozen met behoud van uitkering werkervaring te laten opdoen. Maar bij de jeugdzorg zie ik de link niet. Kwetsbare kinderen hebben professionele begeleiding nodig. Muziekles kan wel helpen, maar alleen aanvullend. Het idee dat de kunsten taken kunnen overnemen is wensdenken. Ik raad de cultuurinstellingen aan om veel van zich te laten horen. In Heerlen zijn veel verkiezingsdebatten, maar niet een over cultuur. Je moet wel voor je belang opkomen. Kunst levert economisch en sociaal veel op, maar als je alleen daarop inzet maak je jezelf kwetsbaar, want je bent afhankelijk van alleen die redenering. Terwijl kunst ook een grote intrinsieke waarde heeft.”