20 september 2011

Prinsjesdag 2011: Geen nieuwe perspectieven voor cultuur

“Een sterke cultuursector, die ondernemend en innovatief is en goed zorgt voor erfgoed”, dat is de algemene doelstelling van het cultuurbeleid. Het kabinet stelt zich verantwoordelijk voor ‘het scheppen van voorwaarden voor het in stand houden, ontwikkelen en sociaal en geografisch spreiden van cultuuruitingen’.

Kunsten ’92 stelt vast dat doel en uitwerking van beleid ver uit elkaar liggen. In 2012 wordt de sector met € 50 miljoen gekort. Daarnaast laat het effect van de BTW-verhoging op de beeldende kunst en de podiumkunsten zich voelen en kampt de hele sector met teruglopende inkomsten uit sponsoring. Veel instellingen krijgen ook te maken met bezuinigingen bij gemeenten. Een sterke en toegankelijke sector houd je met dit beleid niet in stand.
 Kunsten ’92 roept de regering op de gevolgen van het beleid voor de cultuursector serieus te nemen en de plannen bij te sturen. Om te beginnen door niet sneller te bezuinigen dan afgesproken in het regeerakkoord en de BTW-verhoging ongedaan te maken. Ook de gemeentes hebben daarop aangedrongen.

Lichtpuntje in Geefwet, voorwaarden voor ondernemerschap blijven te beperkt.
De voorgestelde verhoging van de giftenaftrek en de verruiming van de ANBI-status maken het aantrekkelijker voor particulieren om te schenken aan culturele instellingen en commerciële activiteiten te ontplooien. Vooral grote instellingen met gevestigde namen zullen daarvan kunnen profiteren.
Voor daadwerkelijk versterken van de positie van culturele ondernemers is meer nodig:
Meest voor de hand liggend is het terugdraaien van het verhoogde BTW-tarief naar 6%. Invoering van een taxshelter en terugbrengen van het fiscale voordeel op cultureel beleggen zijn voor de hand liggende en beproefde instrumenten om het investeringsklimaat in de culturele sector te verbeteren.
Kunsten ’92 roept de regering op de zelfstandige positie van culturele instellingen te versterken door niet alleen het geven, maar ook het ondernemerschap in de culturele sector te bevorderen.

Samenwerking tussen Rijk, provincies en gemeenten is noodzakelijk
De stapeling van effecten van beleid waarvoor lagere overheden door het Rijk worden geplaatst hebben grote gevolgen. Sluiting van bibliotheken en culturele instellingen is aan de orde van de dag. De regering heeft de hoofdverantwoordelijkheid voor de ‘culturele infrastructuur’ van Nederland, maar gaat onvoldoende in gesprek over de toekomst van de sector. Dat was onder meer bij het Paradisodebat eind augustus in Amsterdam een veelgehoorde klacht van wethouders voor cultuur, maar ook bij culturele instellingen.
Kunsten ’92 roept de regering op in gesprek te gaan met lagere overheden en culturele instellingen, zich rekenschap te geven van de gevolgen van de crisis en van het kabinetsbeleid en met de sector een visie op cultuur voor de toekomst te ontwikkelen.