De entree van Schouwburg en Congrescentrum Orpheus
Schouwburg en Congrescentrum Orpheus is het grootste culturele podium van Apeldoorn en de wijde regio, en presenteert een breed, aantrekkelijk en deels vernieuwend aanbod aan theater en muziek voor een breed en divers publiek uit Apeldoorn en omstreken.
376 voorstellingen en concerten en bijna 100 commerciële events en congressen
± 210.000 bezoekers per jaar
3 theater/ concertzalen met capaciteit tussen 250 en 1300 stoelen, 8 vergaderzalen
Orpheus bestond op 12 maart 2020 precies 55 jaar. Middenin de feestelijkheden rond de viering van 55 jaar Orpheus moesten alle activiteiten op 12 maart worden gestaakt.
Orpheus combineert podiumkunsten, de cultureel-maatschappelijke rol en commerciële events door succesvol cultureel ondernemerschap. Na zware jaren heeft Orpheus eindelijk weer een reserve voor calamiteiten. Is deze dan na 8 jaar hard werken in één keer weer verdampt?
Over de periode maart tot en met juni 2020 wordt de omzetderving, door de overheidsmaatregelen in verband met het Coronavirus, begroot op € 2.7 miljoen. Indien Orpheus niet per medio augustus in staat wordt gesteld de bedrijfsvoering in de volle omvang op te starten, dan zal het omzetverlies per maand met gemiddeld € 550.000 toenemen. De jaaromzet van Orpheus bedraagt bijna € 10.000.000.
Er zijn 42 vaste medewerkers. Zij werken samen met ruim 100 flexmedewerkers, zzp’ers en ruim 20 vrijwilligers. Daarnaast zijn er een twintigtal bedrijven – ketenpartners – die, zowel op het gebied van beheer en onderhoud als evenementen, voorstellingen, restaurant, een belangrijke rol spelen in de bedrijfsvoering.
In de periode 12 maart – 1 juni kunnen bijna 150 voorstellingen, concerten en evenementen geen doorgang vinden. In deze periode lopen de kosten door; huur, personeel en vaste exploitatiekosten. Aangezien de gemeentelijke subsidie meetelt bij de bepaling van de omzetderving voor de NOW, verwacht Orpheus ongeveer 50% van de personele kosten vergoed te krijgen. In mei presenteren theaters hun programma voor het nieuwe seizoen en start de voorverkoop. Dankzij deze voorverkoop verzekert het theater zich van voldoende liquiditeit in de stillere zomermaanden. Aangezien voor het nieuwe seizoen nu alles op losse schroeven staat; welke voorstellingen kunnen verplaatst, welke nieuwe producties kunnen vanwege de crisis niet opgestart worden of geen doorgang vinden, kan het nieuwe seizoen niet gepresenteerd en is de start kaartverkoop uitgesteld. Dit feit zorgt voor een negatief effect op de liquiditeit.
Theaters als Orpheus zullen niet direct omvallen, maar hebben wel aanvullend incidentele overheidssteun nodig als het theater niet op 1 september 2020 fullswing kan draaien. Uitstel van huurbetaling of uitstel van het betalen van gemeentebelastingen, kan soelaas bieden en zeker als eerste optie worden ingezet. Van de gemeente wordt coulance gevraagd en in geval van nood een helpende – financiële – hand. Als dat niet gebeurd is faillissement niet uitgesloten, hetgeen gelijk staat aan ordinaire kapitaalvernietiging, waar niemand bij gebaat is. Dat zou een enorme klap zijn voor Apeldoorn en de regio, maar ook voor de gehele culturele en economische keten. De regio zou in een klap een gerenommeerd theater en een innovatief congrescentrum kwijtraken. Wij gaan er vanuit en hebben het vertrouwen dat het zover nooit gaat komen. Lees verder…
Fragment Dialoog tijdens plenair Tweede Kamerdebat over coronacrisis 8 april 2020
De heer Jetten (D66):
Ook dreigen veel mensen zonder vast contract tussen wal en schip te vallen. Ik denk bijvoorbeeld aan podiumkunstenaars. Ze zijn hun inkomen kwijt, maar kunnen lang niet altijd aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering of een uitkering voor zelfstandigen. Kan het kabinet toezeggen dat het gaat kijken naar alle mogelijkheden om deze groep te helpen met inkomensondersteuning? Want hier staat iets fundamenteels op het spel. In tijden van crisis doeken we onze kunstdepots en schilderijen niet zomaar op. Dan toch ook niet de levende kunsten?
MP Rutte:
Voorzitter. Dan is er een aantal vragen over het economische pakket. Ik zal proberen om die kort te behandelen. Kortheidshalve: er zijn vragen gesteld over het vraagstuk van aanvullende maatregelen voor kortdurend seizoenswerk, in het bijzonder de sierteelt. Mag ik daarover zeggen dat we op dit moment aan het kijken zijn om daar een oplossing voor te vinden? Dat wordt niet meer deze week maar, ik denk, volgende week. Vraagt u mij nog niet precies hoe we dat gaan doen. Daar zijn we echt over in gesprek. Maar u ziet dat wij proberen steeds te kijken naar de vraag: waar zitten witte vlekken, waar kunnen we meer doen? Dus in het bijzonder zijn we nu aan het kijken naar drie dingen. Dat is ten eerste, ik noemde het al: het seizoenswerk. Dat is ten tweede, ook al door mij genoemd: de sierteelt. En ik noem ten derde de flexwerkers. Het gaat erom dat we daar meer kunnen doen. Daar kan natuurlijk nu al het nodige. Die kunnen in een aantal gevallen aanspraak maken op de NOW-regeling. Als dat niet zo is, kunnen ze uiteraard gebruikmaken van bestaande regelingen als de WW en de bijstand. Maar we kijken heel specifiek naar die drie groepen. Dat heeft Wouter Koolmees vandaag ook gezegd. En daar komen we dus op terug.
Fragment dialoog Van Haga en MP Rutte (dat hier nog tussen zit) hier niet weergegeven.
De voorzitter: Dank u wel. De heer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter, twee vragen. De eerste vraag is kort. De premier heeft nu een aantal keren flexwerkers en seizoenswerkers genoemd als groepen waar het kabinet nog nader naar kijkt voor het economische steunpakket. Kan hij voor veel mensen die zich zorgen maken en dit debat volgen bevestigen dat ook flexwerkers en seizoenswerkers in de cultuursector en de evenementensector daarin worden meegenomen?
MP Rutte:
Zolang D66 in de coalitie zit zeker.
De heer Jetten (D66):
Dat is fijn. Dank u wel.
MP Rutte:
Zonder gekheid: dat geldt ook voor mij.
De heer Jetten (D66):
Dat is heel goed, want ik denk dat we nu allemaal merken hoe belangrijk muziek, boeken, et cetera zijn.
MP Rutte:
Ook voor mij persoonlijk. Zeker Lees verder…
7 april 2020
Overzicht van stukken die recent naar de Kamer zijn gestuurd:
6 april 2020. De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft, mede naar aanleiding van recent binnengekomen brieven (en vragen) vanuit de culturele sector, besloten u te verzoeken nadere informatie te geven over de stappen die het kabinet de komende periode wil nemen voor de cultuur sector. Tevens verzoekt de commissie u in uw reactie in te gaan op de aangekondigde maatregelen voor de middellange en lange termijn. Lees de brief:
Berenschot heeft een inventarisatie gemaakt van sectorspecifieke knelpunten en maatregelen i.v.m. de coronacrisis. Dit is gedaan op basis van de vele informatie die uit het veld is opgehaald, vanuit uiteenlopende branches in de culturele en creatieve sector inclusief erfgoed, amateurkunst, bibliotheken, etc.
Lees verder…Van: Dienstpostbus Info Cultuursubsidie <info@cultuursubsidie.nl>
Verzonden: woensdag 1 april 2020 22:07
Aan: Dienstpostbus Info Cultuursubsidie <info@cultuursubsidie.nl>
Onderwerp: Debat Tweede Kamer 1 april over de aanpak van de coronacrisis en de gevolgen voor de culturele sector
Geachte lezer,
Vandaag is in de Tweede Kamer gesproken over de aanpak van de coronacrisis. Hier was ook aandacht voor de culturele sector, omdat veel culturele activiteiten zijn afgezegd tot 1 juni. In antwoord op vragen van Kamerlid Rob Jetten heeft de minister-president het volgende uitgesproken:
“Het besluit tot 1 juni ziet op vergunnings- en meldplichtige evenementen. Culturele activiteiten, zoals voorstellingen, tentoonstellingen en concerten, die niet vergunnings- of meldplichtig zijn, vallen onder het maatregelenpakket dat tot en met 28 april geldt. Dit zullen wij op 21 april opnieuw bekijken. Ik heb gisteren ook gezegd dat we na 28 april waarschijnlijk niet meteen terug gaan naar de normale situatie. Ik snap dat dat vragen met zich meebrengt voor verschillende sectoren. Maatregelen die vooralsnog gelden tot en met 28 april kunnen voor activiteiten die een lange voorbereidingstijd kennen, zoals in de culturele sector vaak het geval is, het einde van het seizoen impliceren. Ik begrijp dat daar dan ook door de culturele sector naar gehandeld is en zij activiteiten hebben afgezegd voor langere periode – in eerste instantie – tot 1 juni. Dat is vanuit het perspectief van de sector een logisch besluit geweest. Het opstarten van economische bedrijvigheid zal voor de ene sector nu eenmaal meer tijd vragen dan voor de andere sector.
We hebben in het economische pakket regelingen die voorzien in een tegemoetkoming voor personeelskosten en voor zelfstandigen voor het verlies in inkomen. Dit zijn de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid en Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers. Deze regelingen gelden ook voor de culturele sector. Beide regelingen lopen in elk geval door tot eind mei. En we houden nauwlettend in de gaten of verlenging nodig is. Aanspraak op de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid is mogelijk bij een omzetverlies van 20% of meer. Aanspraak op de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers bestaat bij een inkomensachteruitgang onder het sociaal minimum. Uiteraard is nu de vraag of culturele activiteiten doorgang kunnen vinden tussen 28 april en 1 juni en daarvoor is dan weer de aanspraak relevant. Ze kunnen daarvan gebruik maken. Daarnaast is er uiteraard met de sector intensief overleg”.
Meer informatie over de actuele maatregelen kunt u vinden op Alle informatie voor de culturele sector staat op.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Lees verder…
Werelderfgoed Kinderdijk is een Werelderfgoed ensemble met monumenten, waaronder de 19 beroemde molens.
364 dagen open (eerste kerstdag gesloten)
± 300.000 bezoekers per jaar
De entreegelden van de vele jaarlijkse bezoekers levert per jaar 6 miljoen euro op. April is een topmaand en de organisatie verwachtte bijna één miljoen euro inkomsten. Nu komt de omzet waarschijnlijk niet boven de €5.000 uit.
Er zijn 61 medewerkers op de been die samenwerken met 220 vrijwilligers. Bijna iedereen zit inmiddels thuis.
Dit jaar wordt 1.1 miljoen uitgegeven aan lopend onderhoud: van gras maaien, sneeuwvrij houden, de ganzenpoep wegvegen, het schilderwerk en technisch onderhoud van de molens.
Daarnaast worden groot onderhoud- en restauratieprojecten uitgevoerd en dit jaar kost dat ook 1.1. miljoen: zo staat het lekvrij maken van de romp van een van de molens op de agenda. Er wordt altijd sober en doelmatig onderhouden, maar toch bedragen de kosten voor de romp alleen al 300.000 euro.
Alle restauratie- en onderhoudsprojecten worden door vak- en ambachtslieden uitgevoerd, gespecialiseerde bedrijfjes. Het vak wordt aangeleerd door middel van een jarenlang leerproces in koppels: de zogenaamde meester/gezel trajecten.
Kinderdijk moet inkomsten houden om het onderhoud en de restauratieprojecten te kunnen betalen. Als dit niet gebeurt, zullen deze vak- en ambachtslieden meegenomen worden in het verlies en zelf ook in hun bestaan worden bedreigd.
Het is niet nodig om door deze crisis om te vallen, maar zonder overbruggingsregeling op korte termijn, wordt dit kwetsbare evenwicht van communicerende vaten aangetast. Wat belangrijk is, is continuïteit.
Deze klap kan bijna niemand, maar met een overbruggingskrediet zal direct na het opheffen van de maatregelen de draad weer opgepakt kunnen worden.
KINDERDIJK – Het werelderfgoed is door de coronacrisis gesloten tot 30 april. Dat weerhoud mensen er niet van om te gaan recreeren bij de beroemde molens.
Een erfgoedorganisatie failliet laten betekent ook het faillissement van kennis en ambacht – en dat is onherstelbaar en dat raakt niet alleen onze samenleving maar ook het erfgoed zelf.
Pieterskerk en omgeving met Rapenburg, Breestraat en Langebrug luchtfoto, foto door Hielco Kuipers
De Pieterskerk Leiden is een rijksmonument. De statutaire doelstelling van de Stichting Pieterskerk Leiden als eigenaar is, om de Pieterskerk Leiden in goede staat te houden en zodoende, in het algemeen en het plaatselijk belang, het cultuurhistorisch monument te laten voortbestaan. In 2021 bestaat de Pieterskerk Leiden 900 jaar (opgericht in 1121).
363 dagen open (eerste kerstdag & nieuwjaarsdag gesloten).
± 40.000 bezoekers per jaar bij de museale openstellingen
± 100.000-120.000 bezoekers per jaar bij commerciële evenementen
De combinatie van succesvol cultureel ondernemerschap met subliem monumentbeheer, voor een minimale investering vanuit overheid en gemeente, is in de Leidse Pieterskerk, uniek. De Pieterskerk Leiden is én een museale omgeving én een concertzaal én een locatie die gehuurd kan worden. Iedere cent die verdiend wordt, wordt gebruikt voor (preventief) onderhoud. De bedrijfsvoering is hoogwaardig gedigitaliseerd en transparant.
Over de periode maart tot en met juni 2020 wordt de omzetderving, door de overheidsmaatregelen in verband met het Coronavirus, begroot op ± € 900.000. Hieronder ook de enorme derving van inkomsten door het niet kunnen uitvoeren van de Matthäus Passion, in samenwerking met het Residentie Orkest en het Nederlands Kamerkoor. Indien er ook na juni sluiting dreigt, zal het omzetverlies per maand met € 100.000 variërend tot € 300.000 stijgen. De jaaromzet van de Pieterskerk Leiden bedraagt ruim € 2.000.000.
Er zijn 8 vaste medewerkers. Zij werken samen met 30 oproepkrachten, zzp’ers en ruim 60 vrijwilligers. Daarnaast zijn er een twintigtal bedrijven – ketenpartners – die, zowel op het gebied van onderhoud als evenementen, een belangrijke rol spelen in de bedrijfsvoering. Alle restauratie- en onderhoudsprojecten worden door gecertificeerde vak- en ambachtslieden uitgevoerd. Van aannemers gespecialiseerd in monumentrestauraties, tot smeedwerk, glas-in-lood specialisten en ambachtelijke timmer- en schilderlieden. Bij de evenementen gaat het om tribune- en podiumbouwers, technische partners, cateraars, beveiliging en de inhuur van eventpersoneel.
Eeuwenlang heeft de Pieterskerk Leiden geen sluitende begroting gehad. Sinds 2011 is een weg ingeslagen van professionalisering, automatisering, kostenreductie en optimalisatie van inkomsten. Dit, samen met de keuze om de Bachconcerten – het Weihnachts-Oratorium en de Matthäus Passion – in eigen beheer te produceren, brachten het verwachte resultaat. Er wordt nu jaarlijks budgetneutraal afgesloten, waardoor stabiel onderhoud kan worden gegarandeerd. Er is tevens een begin gemaakt om voorzieningen te treffen voor een stabiele fundering voor het structurele lange termijn onderhoud en behoud van het monument.
Tijdens de grote restauratieperiode tussen 2000 en 2010 is in de Pieterskerk Leiden voor € 23.000.000 geïnvesteerd in achterstallig onderhoud. Door jaarlijks tussen de € 100.000 en € 200.000 aan hoogwaardig onderhoud uit te voeren, blijft de Pieterskerk Leiden in goede staat. De bedragen voor de grotere restauraties (unieke orgels, 17e-eeuws goudleerbehang, daken e.d.) vallen buiten de jaarlijkse onderhoudsbudgetten. Deze kosten worden opgevangen door incidentele subsidies, donaties en reserveringen. Jarenlang is er hard gewerkt om de eigen inkomsten te optimaliseren en daardoor minimaal aanspraak te hoeven maken op overheidsgelden.
Minister Van Engelshoven van Cultuur zei in de Volkskrant (29-03-20): ‘Het ironische is dat de crisis extra hard neerkomt bij de instellingen die het altijd lukte om veel eigen inkomsten te genereren’. De Pieterskerk Leiden is daarvan een sprekend voorbeeld. De maatregelen van de overheid in verband met de Corona-crisis treffen de Pieterskerk Leiden ongekend hard. Deze crisis is voor geen enkele erfgoedinstelling zelfstandig op te vangen.
Wil het Nederlands erfgoed – van grote instituten als de Pieterskerk Leiden tot alle kleine erfgoedinstellingen – deze crisis goed doorstaan, dan moeten een aantal zaken geregeld worden. Zo zal ook de SBI code 9103 – Monumentenzorg aanspraak moeten kunnen maken op de € 4000 uit de ‘Compensatieregeling getroffen sectoren’. Voor de Pieterskerk Leiden een zeer, zeer welkome gouden druppel; voor kleinere erfgoedorganisaties levensnoodzakelijk.
Erfgoed als de Pieterskerk Leiden kan – als de crisis voorbij is – weer werken aan haar verdienvermogen. Daarvoor is wel een overbruggingskrediet noodzakelijk, om de omzetderving te compenseren en de continuïteit te garanderen. Als dat niet gebeurd is faillissement onomkeerbaar, hetgeen gelijk staat aan extreme kapitaalvernietiging. Dat zou een enorme klap zijn voor het Nederlands erfgoed, dat de tastbare link is tussen onze historie en onze toekomst.
Sint Pieterskerk interieur, foto door Jan van Galen Lees verder…
Uitslagen stemmingen over moties
In de Tweede Kamer is op 1 april 2020 gestemd over moties. Hieronder vermelden we aangenomen moties die relevant zijn voor de cultuursector.
Motie inzake coronacrisis
Motie ingediend tijdens plenair Tweede Kamerdebat op 1 april. Stemming 1 april.
Aangenomen:
- de motie van de leden Van Haga en Baudet over ruimhartig zijn bij het vaststellen van de SBI-codes die onder de TOGS-regeling zullen vallen
Moties inzake Fair Practice
Moties ingediend tijdens het VAO over de Fair Practice Code op 10 maart. Stemming 1 april.
Aangenomen:
- de motie-Ellemeet/Asscher over rekening houden met het eigen karakter van de culturele en creatieve sector (32820, nr. 341);
- de motie-El Yassini over de verhouding tussen de kans op een stageplaats en de kansen op de arbeidsmarkt (32820, nr. 343);
- de motie-Belhaj c.s. over een wetsvoorstel ten behoeve van collectieve onderhandelingen in de culturele en creatieve sector (32820, nr. 344);
Over sluitingsdata 28 april en 1 juni in de culturele sectorHet ministerie van OCW (Dienstpostbus Info Cultuursubsidie) heeft op 1 april na het Tweede Kamerdebat het volgende bericht verstuurd aan culturele instellingen:
”
Tijdens het plenaire debat in de Tweede Kamer op 1 april is gesproken over de aanpak van de coronacrisis. Hier was ook aandacht voor de culturele sector, omdat veel culturele activiteiten zijn afgezegd tot 1 juni. In antwoord op vragen van Kamerlid Rob Jetten heeft de minister-president het volgende uitgesproken:“Het besluit tot 1 juni ziet op vergunnings- en meldplichtige evenementen. Culturele activiteiten, zoals voorstellingen, tentoonstellingen en concerten, die niet vergunnings- of meldplichtig zijn, vallen onder het maatregelenpakket dat tot en met 28 april geldt. Dit zullen wij op 21 april opnieuw bekijken. Ik heb gisteren ook gezegd dat we na 28 april waarschijnlijk niet meteen terug gaan naar de normale situatie. Ik snap dat dat vragen met zich meebrengt voor verschillende sectoren. Maatregelen die vooralsnog gelden tot en met 28 april kunnen voor activiteiten die een lange voorbereidingstijd kennen, zoals in de culturele sector vaak het geval is, het einde van het seizoen impliceren. Ik begrijp dat daar dan ook door de culturele sector naar gehandeld is en zij activiteiten hebben afgezegd voor langere periode – in eerste instantie – tot 1 juni. Dat is vanuit het perspectief van de sector een logisch besluit geweest. Het opstarten van economische bedrijvigheid zal voor de ene sector nu eenmaal meer tijd vragen dan voor de andere sector.
We hebben in het economische pakket regelingen die voorzien in een tegemoetkoming voor personeelskosten en voor zelfstandigen voor het verlies in inkomen. Dit zijn de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid en Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers. Deze regelingen gelden ook voor de culturele sector. Beide regelingen lopen in elk geval door tot eind mei. En we houden nauwlettend in de gaten of verlenging nodig is. Aanspraak op de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid is mogelijk bij een omzetverlies van 20% of meer. Aanspraak op de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers bestaat bij een inkomensachteruitgang onder het sociaal minimum. Uiteraard is nu de vraag of culturele activiteiten doorgang kunnen vinden tussen 28 april en 1 juni en daarvoor is dan weer de aanspraak relevant. Ze kunnen daarvan gebruik maken. Daarnaast is er uiteraard met de sector intensief overleg”.
Meer informatie over de actuele maatregelen kunt u vinden op Alle informatie voor de culturele sector staat op
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
”
‘De wanhoop nabij’, dat is de samenvatting van de noodkreten die de afgelopen dagen massaal te horen waren in de culturele en creatieve sector. Directe aanleiding was de brief die minister van Engelshoven vrijdag 27 maart jl. aan de Tweede Kamer zond.
Maandag 30 maart jl. heeft het gezamenlijke culturele en creatieve veld een noodoproep aan het kabinet gestuurd om robuust te investeren in een overbruggings- en garantiefonds voor de culturele en creatieve sector, dat zowel de liquiditeitsproblemen op korte termijn als de economische schade op middellange termijn kan opvangen, zowel voor freelancers als voor bedrijven en instellingen.
In de oproep aan het kabinet vraagt de sector expliciet de aandacht voor het acuut en massief stilvallen van culturele, educatieve en andere maatschappelijke activiteiten, dat tot onherstelbare gevolgen leidt in de culturele en creatieve sector: “Zonder publieksinkomsten staat de sector voor een massief liquiditeitsprobleem”.
De oproep is opgesteld door de taskforce van de gehele culturele en creatieve sector (inclusief erfgoed, cultuureducatie en amateurkunst) en reageert op het generieke steunpakket van het kabinet en de door minister van Engelshoven aangekondigde aanvullende coulance maatregelen ten tijde van de coronacrisis. “Deze maatregelen bieden onvoldoende soelaas voor dreigende faillissementen van instellingen en bedrijven en het op grote schaal wegvallen van inkomen voor artiesten en zzp’ers”.
De sector vraagt om een financieel commitment van het gehele kabinet om dit overbruggings- en garantiefonds van de grond te krijgen. Generieke maatregelen matchen vaak niet of sluiten een groot deel van de sector uit. Veel organisaties zijn kwetsbaar vanwege hun seizoens- of projectdynamiek. Ook is er een beperkte toegang tot bancaire (overbruggings-)kredietlijnen, vanwege het vaak unieke, kleinschalige en risicovolle karakter. Bovendien vallen veel zzp’ers in de cultuursector buiten de richtlijnen van de algemene regelingen voor zzp’ers van het kabinet. 60 % van de werkenden in deze sector is zzp’er.
“Juist nu is een constructieve en robuuste verbinding met de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid noodzakelijk om ervoor te kunnen zorgen dat de sector kan overleven en van waarde kan blijven voor leefbaarheid, educatie en economie in de samenleving”.
Lees hier de volledige noodoproep van de culturele en creatieve sector aan het kabinet. Lees verder…