Op dinsdag 27 oktober vindt om drie uur een plenair Tweede Kamerdebat plaats. Het betreft een VSO (Voortgezet Schriftelijk Overleg) over de uitvoering van de moties, die op 2 juli zijn ingediend. Zie: Agenda.
In de brief doet Kunsten ’92 een dringend beroep op de Tweede Kamerleden om voor gewenste wijzigingen in het beleid ook de reëel benodigde extra middelen beschikbaar te stellen.
Lees hier de brief.
Of in PDF vorm:
Verslag: Sandra Jongenelen
Aan het begin van het Paradisodebat dat zondagmiddag 30 augustus 2015 de traditionele afsluiting van de Uitmarkt in Amsterdam vormde, liet moderator Ruben Maes de zaal in zijn kaarten kijken. ‘Ik heb de stiekeme hoop dat politici en kunstenaars dezelfde insteek hebben.’ Op de eerste rij zaten Tweede Kamerleden, cultuurwethouders van grote steden en de secretaris van de Raad voor Cultuur. De rest van de zaal was gevuld met vertegenwoordigers van culturele instellingen, andere beleidsmakers en kunstenaars. Was het wishful thinking, de opmerking van Maes?
Helemaal niet, bleek al snel. Drie Tweede Kamerleden hadden voorafgaand aan de bijeenkomst elk met een kunstenaar gegeten. Daarbij vonden ze elkaar, vertelden ze in een filmpje waarmee de middag aftrapte. Marjolijn van Heemstra, theatermaker en dichter, uitte voorafgaand aan haar gesprek met CDA-politica Mona Keijzer haar bedenkingen, maar keek naderhand terug op een vruchtbare avond. Datzelfde gold voor filmer Jan Willem van Ewijk en choreograaf Guy Weizman die aan respectievelijk Jacques Monasch (PvdA) en Alexander Pechtold (D66) waren gelinkt. ‘Het klikte’, merkte die laatste op. Alle drie de koppels vertelden dat ze een vervolg aan hun ontmoeting wilden geven.
De dinner dates vormden de opmaat van het dertiende Paradisodebat dat voor de gelegenheid was omgedoopt tot gesprek. Daarbij paste de opstelling van stoelen in carrévorm. Zonder podium zaten publiek en sprekers zij aan zij en voltrok het gesprek zich bijna vanzelfsprekend en in een intieme sfeer. Een dansje van theatermaker Adelheid Roosen en Alexander Pechtold onderstreepte die intimiteit. Toch kon de positieve chemie van de middag niet verhullen dat kunstenaars en politici in verschillende werelden leven. Over en weer liggen er verwachtingen, waarvan de andere partij zich veelal niet bewust is. Keijzer pleitte daarom voor de oprichting van een denktank van kunstenaars en politici. Van Ewijk: ‘Zoiets zie je ook in andere sectoren. Gebruik onze creativiteit.’
Pechtold riep op snel actie te ondernemen en invloed uit te oefenen op het schrijven van de partijprogramma´s. ‘Wil je de politiek beïnvloeden dan moet je nog vóór de partijcongressen zorgen voor goede cultuurparagrafen. Daar begint het. Nu staat er vooral prietpraat.’ Een kunstenaar uit de zaal haakte daarop in. ‘In verkiezingstijd zie ik in de krant altijd rijtjes hoe politici over bepaalde onderwerpen denken, maar kunst en cultuur staat daar nooit bij.’ Van Heemstra pakte die handschoen op. ‘Er ligt een verantwoordelijkheid bij kunstenaars. Ook zij moeten wat doen.’ Monasch deelde die visie. ‘Kunstenaars mogen best assertief zijn.’
De oproep met elkaar in gesprek te gaan, betekent niet dat er nu geen contacten zijn tussen kunstenaars en politici. ‘We maken heel wat meters’, verzekerde Erik Akkermans, voorzitter van de Federatie Cultuur. ‘De belangenorganisaties werken goed samen en kunstenaars weten de politici inmiddels te vinden: is er iets aan de hand dan staat de gang bij de Kamerleden vol.’ De politici onderschreven dat. De lokale cultuurwethouders Margriet Jongerius (GroenLinks Utrecht) en Mieke Damsma (D66 Maastricht) vertelden over hun samenwerkingsvormen. En Keijzer voegde eraan toe dat ze ‘dit soort gesprekken minstens twee keer per week’ voert.
Barbara Visser, voorzitter van de Akademie van Kunsten van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) merkte op hoe zinvol dat is. ‘Heel wat dingen die wij achter de schermen in Den Haag zeggen, komen terecht in beleid.’ Tegelijkertijd legde zij de vinger op de kloof tussen politiek en kunst met haar opmerking over een meeting met cultuurminister Jet Bussemaker. ‘De minister dacht pragmatisch en wilde een oplossing, terwijl ik gewoon een gesprek wilde.’ Keijzer deelde een vergelijkbare ervaring met de zaal. ‘Mensen komen niet zomaar bij me. Ze willen iets. Dan kijk ik in hoeverre het zou kunnen en of het in mijn partijbeleid past.’
Voorafgaand aan dit gesprek – waarover later meer – kreeg Robbert Dijkgraaf de vloer als keynote speaker. Dijkgraaf is directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton. Lees zijn artikel in NRC van 29 augustus hier. De ruwe tekst van zijn lezing leest u hier.
Hij stak van wal met een ‘rechtenvrije anekdote’, waarbij aan Sovjetleider Brezjnev werd gevraagd in één woord samen te vatten hoe het er met zijn land voorstond. ‘Goed’, luidde zijn antwoord. En in twee woorden? ‘Niet goed.’ Iets vergelijkbaars geldt voor de kunst- en cultuursector in Nederland, stelde Dijkgraaf. Waar het culturele BBP aan de ene kant zeer hoog is – miljoenen mensen genieten jaarlijks van kunst en cultuur – stapelen problemen zich op. Instellingen vielen de afgelopen jaren om of staan te wankelen, terwijl kunstenaars soms nauwelijks het hoofd boven water weten te houden en jong talent zich moeilijk kan ontwikkelen.
Deze paradox gaat volgens Dijkgraaf gepaard met een volle boodschappenmand van de overheid die ook is gevuld met tegenstrijdigheden. Zo vindt de politiek dat kunstenaars en kunstinstellingen veel publiek moeten trekken, maar hamert zij tegelijkertijd op experiment dat per definitie weinig bezoekers trekt. Kunstenaars en instellingen moeten ondernemerszin vertonen, maar kunnen geen risico lopen doordat ze met private middelen werken. Door die tegenstrijdigheid trekken veel kunstenaars zich terug, ziet Dijkgraaf. Ze kiezen voor ballingschap. ‘Geef geld en laat ons met rust.’ Hij vergeleek de kunst- en cultuurwereld met een zee van drijfijs, waarbij kunstenaars van klus naar klus, van ijsschots naar ijsschots springen. Daarbij hoort het beeld van een versnipperde kunstenaar die als cultureel ondernemer in zijn levensonderhoud voorziet. Dijkgraaf zet daar vraagtekens bij. We krijgen daardoor een bepaald soort kunstenaar, een multitasker, die zijn kunst kan vermarkten. Maar, zo zei hij ‘uit onderzoek blijkt dat mensen die multitasken slechter zijn in deelgebieden, zelfs in het multitasken.’ In de zaal kreeg hij daarmee de lachers op zijn hand, maar zijn insteek was serieus. ‘Kunnen we bescherming bieden?’
Om duidelijk te maken wat hij bedoelde, trok hij de parallel tussen kunst en wetenschap. Hij vertelde dat de sectoren honderd jaar geleden min of meer gelijktijdig opkwamen. In de wetenschap ontstonden grote goedgebouwde instellingen met een luchtbel aan vrije ruimte. De kunst leunt volgens hem op fragielere bouwwerken. Om die te verstevigen riep hij de kunst- en cultuursector op buiten de eigen muren te treden en met de politiek in gesprek te gaan. In de wetenschap is het niet ongebruikelijk dat iemand tegelijk onderzoeker, bestuurder en columnist is. In de cultuursector zou er bij de combinatie kunstenaar, museumdirecteur en criticus snel gefronst worden, stelde hij. ‘Toch helpt het als meer mensen vanuit het veld zich verplaatsen in de stoel van ambtenaar, journalist of publiek.’ Uit eigen ervaring vertelde hij hoe oncomfortabel het kan zijn wanneer je zo’n andere wereld betreedt. En hoe ongewis de uitkomst kan zijn. ‘Soms ligt er iets kleins aan succes ten grondslag. Een zinnetje in een partijprogramma of een smsje.’
Later op de middag ging Marolijn van Heemstra in op de Dijkgraafs oproep zich in de politieke arena te begeven. ‘Het lijkt me heel dynamisch.’ Hij gaf er nog advies bij. ‘Houd je stem en neem niet de taal van de politiek over.’ Ann Demeester, directeur van het Frans Hals Museum en bestuurslid van Kunsten’92, sloot de middag af, maar kon het niet laten alvast te reageren. Ze nam het op voor de kunstenaars. ‘Er zijn wel degelijk mensen die de politiek opzoeken. Ze noemde het project van voormalig cultuurwethouder Carolien Gehrels van Amsterdam en kunstenaars Hans van Houwelingen en Jonas Staal in kunstenaarscentrum W139 in Amsterdam. Daarbij brachten vier kunstenaars en vier politici vier dagen en drie nachten samen door, waarbij ze de mogelijkheid van een gedeeld project onderzochten.
Als opmaat voor de discussie had Dijkgraaf ook een advies aan de politiek. ‘Zorg voor meer maatschappelijke waardering.’ Daarna ging de microfoon naar cultuurwethouders van grote steden. Kajsa Ollongren (D66, Amsterdam) haakte in op zijn opmerkingen over de vrijheid voor de kunst. ‘We moeten niet alleen praten over geld, maar ook nadenken over het bieden van ruimte. Kunst ontstaat in de steden.’ Collega Jeroen Hatenboer (VVD, Enschede) deelde haar mening. ‘Misschien moeten we bepaalde modellen creëren voor die vrijheid.’ Zijn opmerking klonk paradoxaal, maar paste bij het kader dat Dijkgraaf had geschapen: een aaneenrijging van naast elkaar staande paradoxen. Dijkgraaf waarschuwde dat vrije ruimte geen gegarandeerd succes oplevert. ‘Het is net als bij financiële projecten; soms gaat het goed, soms niet, maar als geheel kom je verder.’
Jeroen Bartelse, secretaris van de Raad voor Cultuur wilde weten hoe Dijkgraaf de samenwerking met andere sectoren ziet, een weg die de minister is ingeslagen. Doen, antwoordde hij. ‘Kunst is een diamant met veel facetten. Doe het allemaal. Er zijn meerdere verhalen. The beauty is in the eye of the beholder.’
Tijdens de terugblik op de etentjes met de kunstenaars vertelde de politici welke vragen op dit moment op hun bord liggen. Pechtold, met ingang van 1 september woordvoerder cultuur voor zijn partij: ‘Hoe komende we uit dat klagende?’ Monasch die in een eerder leven galeriehouder was: ‘Op wat voor manier krijgen we meer cultuureducatie?’ De PvdA´er vond dat de toon van het debat sinds het kabinet Rutte I aanzienlijk was verbeterd, al werd dat in twijfel getrokken door zijn D66-collega. ‘Ik zie succes, maar nog veel drama.’ In het verlengde van Dijkgraafs oproep had Pechtold een advies aan de kunstwereld. ‘Er komt drie keer een generaal op televisie vertellen dat er extra geld nodig is voor defensie. Waar blijft de kunstenaar? Vertel wat het verschil maakt.’ Keijzer ziet het als de taak van de politiek het grote publiek te bereiken. ‘Daar moeten we stappen zetten.‘ Ze stak de hand in eigen boezem. ‘De manier waarop we over kunst en cultuur spraken is niet goed geweest.’
Dat was ook één van de conclusies van Ann Demeester. Zij bevestigde dat de giftige toon uit 2011 is omgeslagen. Daar komt volgens haar bij dat grote steden het belang van kunst en cultuur nu begrijpen. Politici moeten in haar ogen uitdragen dat kunst en cultuur geen franje maar een wezenlijk onderdeel van de samenleving is. In haar afsluitende woorden riep zij op tot rust. ‘We hebben behoefte aan een langetermijnvisie, niet aan sprinten. Werp geen splinterbommen af maar werk samen, smeed allianties en zorg voor relatievorming tussen kunst en politiek. Met een knipoog naar de keynote speaker raadde zij aan ‘alle uitspraken van Dijkgraaf te memoriseren’. Bij deze dan: ‘Vroeger toen alles slechter was, was alles beter.’ Een prachtige typering van de paradoxen.
In vervolg op het Tweede Kamerdebat over de Uitgangspuntennotitie Cultuurbeleid 2017 – 2020, vorige week woensdagavond (24 juni), is op 2 juli, de laatste Kamerdag voor het reces, gestemd over een twintigtal moties. Klik hier voor alle moties inclusief stemmingsuitslagen.
Uitbreiding van de Basisinfrastructuur met functie productiehuizen, Festival Oude Muziek en 1 jeugdtheatergezelschap
Met een nipte meerderheid is een motie van D66 aangenomen waarmee, analoog aan de beeldende kunst, ook voor de podiumkunsten de functie talentontwikkeling structureel is geborgd in de BIS. Een motie van Jacques Monasch en Mona Keijzer om versnippering van middelen voor festivals bij het Fonds Podiumkunsten tegen te gaan en het Festival Oude Muziek terug te plaatsen in de BIS is aangenomen. Een motie met dezelfde argumentatie voor het Oerolfestival is verworpen. Ook de motie (van Jasper van Dijk en Vera Bergkamp) om het huidige aantal plaatsen (9) voor jeugdtheater in de BIS te behouden, is aangenomen.
Leeuwarden Culturele Hoofdstad (Keijzer)
Een motie van het CDA waarin wordt verzocht om erkenning van Friesland als nationaal podium voor internationaal publiek, in het kader van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018, is aangenomen.
Nota over Popmuziek (Ouwehand)
Er komt een nota over popmuziek, waarin het culturele en economische landschap duidelijk geschetst wordt en waarin aanbevelingen worden gedaan om de positie van de popsector verder te verbeteren.
Cultuureducatie (van Veen en Monasch) | (Monasch en Ouwehand)
Het pleidooi voor een nationaal referentiekader voor cultuureducatie van de PvdA heeft geleid tot een motie van de coalitiepartijen, waarin voor het onderwijs en de buitenschoolse voorzieningen verantwoordelijkheden van betrokken partijen bij de uitvoering zullen worden vastgelegd.
Ook een motie van PvdA en Partij voor de Dieren, waarin wordt opgeroepen tot het in kaart brengen van het bereik van het cultuuraanbod van Centra voor de Kunsten, is aangenomen. Rapportage hierover aan de Tweede Kamer zal medio 2016 plaatsvinden.
Beoordelingscriteria (van Veen en Monasch) | (Monasch)
De coalitiepartijen verzoeken de minister om de Raad voor Cultuur een ‘SMART’ beoordelingskader mee te geven en dit kader voorafgaand aan de aanvraagperiode openbaar te maken. Het verzoek van de PvdA om bij subsidieaanvragen specifiek aan te geven hoe nieuwe makers een kans gegeven zal worden en hoe nieuw publiek bereikt kan worden is ook aangenomen.
Het Stenografisch verslag van het Tweede Kamerdebat op 24 juni is nog niet beschikbaar. Lees verder…
Ons digitale Activiteitenoverzicht 2013 – 2014 biedt een terugblik op de manier waarop Kunsten ’92 het debat over kunst en cultuur na de grote bezuinigingen van Rutte 1 heeft gevoerd. Met de samenleving, met de politiek en in de cultuursector zelf.
Dit overzicht laat zien welke debatten, brieven, acties, bijeenkomsten, erfgoedactiviteiten, publicaties en onderzoeken wij in de afgelopen twee jaar hebben georganiseerd of gepubliceerd. Ook verenigingszaken komen aan bod. Bij elk onderdeel kunt u doorklikken om nog meer te lezen.
Lees verder…René Goudriaan maakte de volgende berekening van effecten van een BTW-verhoging van 6% naar 21% in de culturele sector:
Lees verder…Op 22 juni presenteerde Bastiaan Vinkenburg van Berenschot in het Koninklijk Concertgebouw tijdens het Symposium van de Boekmanstichting ‘Kaalslag of Cultuuromslag?‘het rapport Financiering van de cultuursector 2005 – 2015.
Download:
Woensdag 17 juni 2015 vond de hoorzitting over de uitgangspunten van het cultuurbeleid 2017-2020 plaats in de Tweede Kamer. De Kamercommissie voor OCW informeerde zich via een rondetafelgesprek met experts uit de sector. (Voor agenda en deelnemerslijst, klik hier). Marianne Versteegh was namens Kunsten ’92 uitgenodigd in de ronde van 16.00 – 17.00 uur. Lees hier de inbreng van Kunsten ’92 voor de hoorzitting.
Onze eerder verstuurde uitgebreide brief n.a.v het advies van de Raad voor Cultuur, waarnaar verwezen wordt, is hier te vinden. Lees verder…
Nederland is een wereldspeler als het om kunst en cultuur gaat en dat is een grote verworvenheid.*
Dit is het beeld van de sector dat minister Bussemaker wil uitdragen. Het is een ambitie, voor de overheid en de sector. De minister stelt in haar uitgangspuntenbrief ‘Ruimte voor cultuur’ kwaliteit voorop. Zij wil innovatie en profilering aanmoedigen en samenwerking stimuleren. Vandaag stuurde de minister de brief met de uitgangspunten voor het cultuurbeleid in de periode 2017-2020 aan de Tweede Kamer.
De minister heeft 18 miljoen euro vrijgemaakt om enkele van de meest in het oog springende gevolgen van de ingrijpende bezuinigingen van het vorige kabinet te repareren, met name op het gebied van talentontwikkeling, de jeugdgezelschappen, het Tropenmuseum en het Metropole Orkest. Daarnaast vergroot zij de ruimte voor festivals en stimuleert ze meer samenwerking tussen musea en tussen orkesten.
Positief
De culturele sector mag zich gelukkig prijzen met een minister die zo’n inhoudelijke en toekomstgerichte benadering in de cultuursector probeert vorm te geven en ook binnen de zeer beperkte mogelijkheden kans ziet noodzakelijke investeringen te doen. Kunsten ’92 is blij met de herwaardering van beleid dat in eerste instantie uitgaat van inhoudelijke ontwikkelingen en waarbij kunstenaars en instellingen de ruimte krijgen.
Het is goed dat de minister oog heeft voor de brede context waarin cultuur opereert (o.a. educatie, cultuur en toerisme, urban agenda, globalisering en media- ontwikkelingen) en daar beleid op wil ontwikkelen. Dat de minister daarbij nadrukkelijk een nieuw evenwicht zoekt met de grote gemeenten (G9) en met hen wil afstemmen is positief. Samen kunnen de overheden voor een evenwichtig bestel zorg dragen. Heel positief is het behoud van de zelfstandigenaftrek (werd vorige week bekend).
Aandachtspunten
Op een aantal punten bestaan uiteraard nog zorgen. Als de regering haar doelstellingen waar wil maken, dan is er meer ambitie nodig. Kijk dan niet alleen naar de financiën, maar ook naar instrumenten.
De positie van instellingen is uitgehold (wat betreft hun reserves, organisatie en creatief potentieel) en sponsorinkomsten staan onder druk. De enorme bezuinigingen en de daaraan voorafgaande pittige politieke discussies hebben hun sporen getrokken en de gevolgen daarvan zijn overal voelbaar. Meer mogelijkheid tot profilering is in dat verband fijn. Maar dat vraagt ook om een realistische kijk op wat nodig is om als professionele organisatie in een snel veranderende samenleving effectief te opereren. Goed ondernemerschap, het belang van een gezonde arbeidsmarkt en het behoud van goed en aantrekkelijk werkgeverschap zijn daarvoor noodzakelijk, evenals de erkenning dat overheden daarin moeten investeren.
Verdienmogelijkheden voor kunstenaars verdienen meer aandacht.
Op het gebied van cultuureducatie zijn goede stappen gezet, maar een stevigere verankering in het onderwijscurriculum blijft nodig.
Ditzelfde geldt voor talentontwikkeling, innovatie en het bereiken nieuwe publieksgroepen: stappen zijn gezet maar nog onvoldoende; met name bij het Fonds Creatieve Industrie en Mondriaanfonds zijn na 2017 hiaten.
Binnen de afstemming tussen de drie overheidslagen moet worden uitgegaan van een minimaal lokaal aanbod ter plaatse: daar is een lokale culturele infrastructuur nodig, ook in kleinere gemeenten.
Aangezien de minister het geld voor dit alles binnen de begroting moest vinden, zal er van meet af aan spanning in de meerjarenbegroting zitten. Ons creatieve potentieel verdient het om in geïnvesteerd te worden.
Tweede Kamer
De Tweede Kamer organiseert op 17 juni een Hoorzitting met de culturele sector over de brief en op 25 juni vindt het Tweede Kamerdebat over de uitgangspuntenbrief plaats.
BIJLAGEN (links)
Lees bericht op de website van OCW (inclusief het document ‘Culturele Basisinfrastuctuur 2017 – 2020’).
* Quote in Uitgangspuntenbrief van minister Bussemaker, uit Agenda 2020 van Kunsten ’92 Lees verder…
Hoe staat de culturele sector ervoor? Het bleek een van de lastigst te beantwoorden vragen in de afgelopen periode. Niet alleen Kunsten ’92, ook minister Bussemaker en de Raad voor Cultuur spraken bij meerdere gelegenheden hun zorg uit over de gevolgen van de bezuinigingen voor de culturele sector. In de pers worden vooral de successen belicht, de drama’s blijken moeilijker in beeld te brengen, want daarmee trekken instellingen geen publiek en kranten geen lezers. Bovendien is het lastig om de werkelijkheid met feiten en cijfers te staven.
De redactie van het magazine van Kunsten ’92 hoopt met de publicatie ‘Binnenste Buiten, over de achterkant van het cultuurbeleid’ het plaatje iets meer in te kleuren, niet alleen met verhalen uit de wereld van de musea en de podiumkunsten, maar ook met een analyse en met voorzetten voor debat. De publicatie is opgebouwd uit verschillende artikelen die inzoomen van macroniveau (de maatschappelijk blik op de ‘zachte sectoren’), via het cultuurbeleid en de instellingen, naar het niveau van de individuele kunstenaar. Zo hopen we te laten zien dat de problemen op de verschillende niveaus en op verscheidene manieren in elkaar haken.
Lees verder…VERSLAG VAN DEZE BIJEENKOMST:
Bijeenkomst over kwaliteitsbeoordeling in de cultuursector op 20 mei in Den Haag
Over het kwaliteitsoordeel in de cultuur is veel te doen. Het ministerie van OCW introduceert voor BIS-instellingen een nieuw instrument (de BIS-monitor), waarmee instellingen zelf hun kwaliteit beter in beeld kunnen brengen. De Akademie van Kunsten is gevraagd te adviseren over de beoordeling van artistieke kwaliteit door deskundigen. Het Fonds Podiumkunsten lanceert een nieuw instrument voor zelfevaluatie.
Wie bepaalt wat goed is? Is het peer-oordeel nog steeds afdoende of moeten belanghebbenden en gebruikers meer te vertellen krijgen? En als de positie van gemeenten steeds belangrijker wordt, ook voor cultuur, wat betekent dat dan voor de instellingen die deel uitmaken van de BIS? Moet de Raad voor Cultuur zijn monopoliepositie in het kwaliteitsoordeel behouden? De Raad doet in zijn recente advies Agenda Cultuur voorstellen om de procedure te verbeteren. Zijn we er dan of is er meer aan de hand?
Volgens Claartje Bunnik en Kim Putters wel. In hun artikel ‘Over ons, zonder ons?’ houden ze een pleidooi voor een manier van beoordelen die meer perspectieven biedt op kwaliteit en waarin de ‘beoordeelde’ een sterkere positie heeft. Visitatie, voorafgegaan door zelfevaluatie, kan daarvoor een geschikte vorm zijn. Stel dat dit werkelijkheid zou worden, wat betekent dat dan voor de rolverdeling tussen de huidige actoren: instellingen zelf, de Raad, het ministerie van OCW, andere overheden en de fondsen?
Leest u hier:
Een discussie onder leiding van Thomas van Dalen met o.a. Kim Putters (SCP), Arnoud Odding (Rijksmuseum Twenthe), Claartje Bunnik (Bunnik Beleid en Advies), Jeroen Bartelse (Raad voor Cultuur), Edwin van Huis (Naturalis), Walter Ligthart (Nationale Toneel), Toine Berbers (Museumvereniging), Henriëtte Post (Fonds Podiumkunsten) en Doreen van Elst (Ministerie van OCW).
U KUNT ZICH AANMELDEN VIA INFO@KUNSTEN92.NL
Woensdag 20 mei 2015 van 15.00 uur tot 17.00 uur
Inloop vanaf 14.30
Nationale Toneel Gebouw
Schouwburgstraat 8 2511 VA Den Haag
Kaart Lees verder…