De publicatie van het jaarverslag over de jaren 2015 en 2016 heeft een jaar vertraging opgelopen. Onderbevrouwing door ziekte en urgente andere zaken zijn het excuus. De ontwikkelingen gaan zo razendsnel, dat het ook zinloos lijkt om nu nog aan te komen met dit jaarverslag. Toch doen we het, omdat het moet, en omdat het een breed palet aan activiteiten laat zien die we hebben ondernomen en het ook fijn is om te zien dat een en ander niet zonder resultaat is gebleken.
In de jaren 2015 en 2016 werd meer en meer duidelijk wat de gevolgen waren van de bezuinigingen die in 2013 zijn doorgevoerd en heeft, mede door de inzet van minister Jet Bussemaker, een kentering in het denken over de waarde van cultuur plaatsgevonden. Wat heeft Kunsten ’92 daaraan bijgedragen? Lees meer:
Lees verder…U kunt hier het Stenografisch Verslag van het Tweede Kamerdebat van 30 mei 2018 lezen.
In de Tweede Kamer vond op 30 mei 2018 het Algemeen Overleg plaats tussen cultuurwoordvoerders en minister van Engelshoven over de visiebrief ‘Cultuur in een Open Samenleving’. Er waren complimenten van vrijwel alle cultuurwoordvoerders (9 in totaal) aan het adres van de minister vanwege haar visie om cultuur te waarderen om de eigen waarde; in een samenleving zonder cultuur gedijen mensen niet. Veel waardering was er ook inhoudelijk voor haar aanpak en voor het feit dat weer in de cultuursector kan worden geïnvesteerd.
Zeer vele onderwerpen passeerden de revue. U kunt het debat terugkijken, via de App ‘Debat Direct’ van de Tweede Kamer (zie in de AppStore). En lees onze Tweets via @kunsten92. Op een aantal onderwerpen heeft de minister toezeggingen gedaan, lees meer hieronder.
ENKELE HIGHLIGHTS:
Fatsoenlijke beloning
Breed draagvlak was er voor de Arbeidsmarktagenda. De Kamerleden deden goede voorstellen m.b.t. de noodzaak van ‘loon naar werk’ en een betere positie van de makers. Niet alleen op het gebied van pensioenen en verzekeringen, maar ook voor collectief onderhandelen voor zzp’ers en verdienmodellen – zoals een investeringsfonds voor de pop. Over het stimuleren van de toepassing van de Fair Practice Code, bijvoorbeeld door deze in de subsidievoorwaarden bij overheden op te nemen, was brede instemming in de Kamer. Daarbij werd wel de aantekening gemaakt dat met alleen deze code niet alles is opgelost. Er zal ook geld bij moeten. Men had veel waardering voor rol die de cultuursector zelf daarin speelt, maar benadrukte dat ook de overheid hierin een belangrijke rol heeft te vervullen. Het belang van steun voor uitvoering van de Arbeidsmarktagenda door de regiegroep en de Fair Practice Code werd door de minister onderstreept. De minister (die erg geschrokken zei te zijn van de erbarmelijke omstandigheden waarin veel kunstenaars hun brood moeten zien te verdienen) reageerde positief op het verzoek om niet te wachten tot de volgende cultuurnotaperiode, maar om ook in 2019 maatregelen te nemen die een betere honorering in de sector mogelijk maken. De minister werd aangemoedigd om op de terreinen waarop het kabinet zelf invloed kan uitoefenen, bijvoorbeeld bij de publieke omroep, actie te ondernemen. De minister heeft beloofd het met haar collega Slob, die verantwoordelijk is voor media, op te nemen.
Cultuureducatie
Veel aandacht was er voor cultuureducatie en de maatregelen die worden voorgesteld om ieder kind met cultuur in aanraking te laten komen. Zo was de Kamer positief over het plan om museumbezoek voor alle scholieren te organiseren. De Kamerleden willen wel graag dat de minister breder kijkt naar andere cultuurgebieden en dat zij daarbij ook gemeenten stimuleert om in meer buitenschoolse activiteiten te investeren, bijvoorbeeld in centra voor cultuureducatie, muziekverenigingen en ruimten voor jongeren om te repeteren en te presenteren. Bij filmeducatie kunnen mogelijkheden beter benut worden, zo vinden de Kamerleden. Ook was er een pleidooi voor de vakdocent terug in de klas.De minister is niet ingegaan op het voorstel om te zoeken naar een andere wijze van financiering van museumbezoek dan via de onderwijsbegroting. Echter, Kunsten ’92 vindt dat – gelet op de kritiek op lumpsum-financiering bij onderwijs en het aflopen van de zogenoemde Prestatiebox in 2020 – dit het juiste moment zou zijn om met alternatieve financieringswijzen te experimenteren.
Rijk versus regio’s
Over de ontwikkeling van regioprofielen en de inrichting van de volgende cultuurnotaperiode (2021 – 2024) waren veel vragen. De minister heeft hierover op 14 juni a.s. overleg met gemeentelijke en regionale bestuurders. De Kamerleden willen graag weten welke vragen zij aan hen gaat stellen, hoe zij de verwachtingen gaat managen en hoe zij de rol van Basisinfrastructuur en fondsen ziet. De minister heeft aangegeven dat het proces van de regioprofielen nog niet in beton is gegoten. Zij hoopt een efficiency-slag te kunnen maken door betere samenwerking. Zij benadrukte nog eens dat zij erop rekent dat regioplannen die inspireren, en waar regio’s ook in willen investeren, tot vruchtbare samenwerking kunnen leiden.
De minister antwoordde eveneens bevestigend op de vraag van GroenLinks om naast de ontwikkeling van regioplannen ook andere, eventueel aanvullende stimuleringsmaatregelen te onderzoeken, zoals ook voorgesteld door Kunsten ’92. D66 verzocht de minister om de Kamerleden tijdig te informeren over de vragen die zij aan de regio’s gaat stellen en hoe het proces verloopt. Dat is dus voordat zij met de regio’s een adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur stuurt.
Toezeggingen door de minister aan de Tweede Kamer (opgetekend door de griffier van de Tweede Kamer):
– De Kamer ontvangt deze zomer de Monitor Cultuureducatie.
– De Kamer ontvangt ruim voor de begrotingsbehandeling van november een brief over de besteding van de cultuurmiddelen. Hierin zal zij ook ingaan op: stimulering van collectief overleg over arbeidsvoorwaarden; de mogelijke vormgeving van filmeducatie; de relatie BTW en film; de ratificatie van het Faro-verdrag.
– De Kamer ontvangt binnen een paar weken de brief ‘Erfgoed Telt’. Hierin wordt ook ingegaan op de koppeling “publiek gebruik en toegankelijkheid van erfgoed”.
– In de te verwachten reactie van de minister op het advies van de Raad voor Cultuur over musea zal zij ook ingaan op behoud van expertise, zoals bij conservatoren.
– Na de zomer komt de minister terug op het Investeringsfonds Popmuziek.
– De minister komt schriftelijk terug op de constatering van de Algemene Rekenkamer inzake controle op cultuursubsidies.
– In het verre najaar ontvangt de Kamer de adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur inzake de nieuwe cultuurnotaperiode. Hierin wordt uitgebreid ingegaan op de relatie BIS en fondsen.
– De Kamer ontvangt spoedig een brief over de motie van de leden Rog/Dik-Faber inzake monumentale kerken en de verdeling van de beschikbare 30 miljoen euro. Lees verder…
Kunsten ’92 heeft in een brief aan de cultuurwoordvoerders in de Tweede Kamer gereageerd op de visiebrief van minister van Engelshoven “Cultuur in een Open Samenleving”, waarover op 30 mei a.s. in de Tweede Kamer wordt gedebatteerd.
In de brief wordt waardering uitgesproken “voor de perspectieven die de minister biedt, waardoor de sector weer vooruit kan kijken, achterstallig onderhoud kan plegen en plannen kan maken voor de toekomst. Kunsten ’92 onderstreept ook van harte het belang dat het kabinet toekent aan een voor iedereen toegankelijk cultuuraanbod, aan het stimuleren van grotere diversiteit van aanbod en publiek bij bestaande cultuuruitingen en aan de versterking van het internationale culturele profiel van Nederland”.
Kunsten ’92 pleit in deze brief voor een veranderimpuls, een tijdelijke regeling die het voorgenomen proces van regiovorming ruimte biedt om bottom-up, in samenwerking met het culturele veld, knelpunten op te lossen en tot een ‘beleidsrijker rijksbeleid’ te komen.
Behalve op de Herinrichting van het bestel, gaat de brief in op enkele (niet alle) hoofdstukken uit de visiebrief: ‘Een sterke culturele sector’, ‘Cultuur maakt nieuwsgierig’, ‘Een leefomgeving met karakter’. Er staan aanbevelingen in op gebieden als regiovorming, kunst en cultuur in het curriculum, de arbeidsmarkt, erfgoed en ruimtelijke ontwikkeling.
Voor Kunsten ’92 blijft het vergroten van het bereik, onder andere door middel van cultuureducatie en -participatie voorop staan, met daarnaast een aanpak die erop is gericht de diversiteit en de (internationale) kwaliteit van onze sector zichtbaarder en sterker te maken. De betrokkenheid van landelijk, regionaal en lokaal bestuur is daarbij cruciaal.
De Regiegroep Arbeidsmarktagenda voor de culturele en creatieve sector heeft aan de minister van OCW een brief gestuurd over de voortgang en het vervolg van de Arbeidsmarktagenda. In de brief staat aan welke agendapunten nu wordt gewerkt en wat reeds behaalde resultaten in 2018 zijn. De Regiegroep geeft ook aan welke investeringen ná dit jaar en in de volgende cultuurnotaperiode nodig zijn om de Arbeidsmarktagenda voor de culturele en creatieve sector goed uit te voeren en dus de culturele arbeidsmarkt te versterken. De minister kan vervolgens de Tweede Kamer informeren.
Vooraf
Inleidend stelt de Regiegroep vast dat de cultuursector, met de uitvoering van de Arbeidsmarktagenda, zelf de verantwoordelijkheid neemt voor de culturele arbeidsmarkt. Maar zij ziet ook een grote verantwoordelijkheid voor de overheden en de rijksoverheid in het bijzonder. Een dergelijk proces vergt tijd, vraagt veel kleine stappen en er zijn kosten mee gemoeid. Het is ook een veranderagenda.
De Arbeidsmarktagenda in 2018
Op dit moment geeft de sector uitvoering aan de ruim 20 agendapunten van de Arbeidsmarktagenda. De Regiegroep heeft de taak om de voortgang en samenhang te bewaken. De agendapunten zijn verdeeld over diverse aanjagers. Zo is de betrokkenheid van de sector vergroot en is de kans op realisatie versterkt. In de brief staan ook de concrete uitkomsten of tussenstappen die in 2018 zijn behaald. Klik hier voor de Arbeidsmarktagenda met alle agendapunten en hun aanjagers.
De Arbeidsmarktagenda vanaf 2019
Hoewel op dit moment vol enthousiasme aan de agendapunten wordt gewerkt, voorziet de Regiegroep niet dat de agenda al in 2018 zal zijn uitgevoerd. Het gewenste resultaat kan worden behaald indien de minister de uitvoering van de Arbeidsmarktagenda met middelen en beleidssteun blijft faciliteren, ook na 2020 (de nieuwe cultuurnotaperiode). Een pleidooi dus om nu gezamenlijk een zo goed mogelijke basis te leggen voor de nieuwe cultuurnotaperiode èn om structurele middelen te reserveren in die nieuwe periode. De minister kan hierop vooruitlopen door in 2019 en 2020 incidentele middelen beschikbaar te stellen.
Een greep uit de aanbevelingen en voorstellen aan de minister
*Verhoog het budget voor de BIS-instellingen met inbegrip van de fondsen ten gunste van arbeidsmarktaspecten, waaronder een verbeterde Fair Practice. De Regiegroep geeft voor deze budgetverhoging als richtlijn vijf procent mee.
*Leg voor scholing al in 2020 een eenmalige bodem in fondsvorming.
*Neem de prestatie-eisen en subsidievoorwaarden onder de loep en pas deze aan waar ze een belemmering voor ‘Fair Practice’ kunnen zijn. (Hier heeft de minister reeds een begin mee gemaakt).
*Zet in aanloop naar 2021 de experimentele regelingen honoraria Mondriaan Fonds en FPK voort, en vertaal deze regelingen vanaf 2021 in structureel beleid.
*Stel de Arbeidsmarktagenda aan de orde in gesprekken met decentrale overheden: de provincies en gemeenten.
*Realiseer alle financiële inspanningen voor versterking van de culturele en creatieve sector niet uitsluitend uit de cultuurbegroting en houdt ook rekening met het feit dat het niet alleen om de gesubsidieerde sector gaat. Denk aan innovatiesubsidies van EZK, actief toezicht op naleving auteursrechten door J&V, een toegespitste regeling voor sociaal beleid en werkgelegenheidsbeleid door SZW.
De financiële consequenties worden in de brief uitgewerkt.
Lees hier de gehele brief, ondertekend door Evert Verhulp, voorzitter van de Regiegroep en Jan Zoet, voorzitter Kunsten ’92. Lees verder…
De Regiegroep Arbeidsmarktagenda voor de culturele en creatieve sector heeft aan de minister van OCW een brief gestuurd over de voortgang en het vervolg van de Arbeidsmarktagenda. In de brief staat aan welke agendapunten nu wordt gewerkt en wat reeds behaalde resultaten in 2018 zijn. De Regiegroep geeft ook aan welke investeringen ná dit jaar en in de volgende cultuurnotaperiode nodig zijn om de Arbeidsmarktagenda voor de culturele en creatieve sector goed uit te voeren en dus de culturele arbeidsmarkt te versterken. De minister kan vervolgens de Tweede Kamer informeren. Lees verder…
Op woensdag 25 april 2018 vond in de Tweede Kamer een hoorzitting/rondetafelgesprek plaats over de arbeidsmarktpositie in de culturele en creatieve sector. Een goede gelegenheid voor de cultuurwoordvoerders in de Tweede Kamer om zich door de cultuursector te laten adviseren over de stand van zaken op de culturele arbeidsmarkt en om vragen te stellen. Een selectie van vertegenwoordigers van de kunst- en cultuursector was uitgenodigd. De presenterende instellingen (podia, theaters en festivals), en ook de kunstopleidingen ontbraken in deze selectie. Doordat de Arbeidsmarktagenda (toegelicht door Erik Akkermans) alle mensen achter en voor de schermen betreft, ging het gesprek niet alleen over de genodigden.
Drie ronden
In drie ronden spraken respectievelijk opstellers van de arbeidsmarktagenda, belangenbehartigers en makers met de politici. Met name in de laatste ronde, met feitelijke beschrijvingen door makers (een theatermaakster, klassiek componist, zangeres, journalist en beeldend kunstenaar) van hun beroepspraktijk en inkomstenbronnen, kwam een helder beeld naar voren van een sector waarin loon naar werk nog lang niet vanzelfsprekend is.
Waar komt dat extra geld vandaan?
Tijdens de hoorzitting bleek opnieuw dat het ‘nieuwe normaal’ niet bereikt zal worden zonder een mentaliteitsverandering – in de gehele ‘keten’ en bij alle partijen – en een lange termijn investering in aandacht, tijd en geld. Bij dat laatste punt (waar komt dat extra geld vandaan?) dienen zich steevast twee afslagen aan: meer subsidie of minder produceren.
Birgit Donker van het Mondriaanfonds schrijft in haar blog, als reactie op de vraag van Kamerlid Antoinette Laan of instellingen dan niet wat minder kunnen organiseren, het volgende: “Dat kan natuurlijk, maar met minder exposities doen we onszelf als samenleving tekort. Wij als publiek staan te springen om kunst; kunstmusea trekken steeds meer bezoekers en ook presentatie-instellingen trekken een groot en divers publiek – om van hun rol als experimenteercentrum maar te zwijgen. En er moet wel wat te zien zijn in die musea, nu en in de toekomst. Zonder kunstenaars geen kunst”. En dat geldt natuurlijk ook voor de podiumkunsten, letteren, film en alle andere disciplines.
Ook SER-voorzitter Mariëtte Hamer bracht de kwestie aan de orde: “De minister schrijft in haar cultuurbrief dat het kabinet wil voortbouwen op ons advies en de implementatie van de Arbeidsmarktagenda wil ondersteunen. Hierover zijn we positief. Het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden zal hoe dan ook leiden tot hogere kosten en dat zal de overheid moeten meenemen in het nieuwe subsidiebeleid door de subsidie te verhogen en/of door lagere prestatie-eisen”.
Krachtenbundeling
Ander thema was het bundelen van krachten. Enerzijds werd opgeroepen tot meer overleg tussen de sociale partners in de kunstsector. Anderzijds prees Mariëtte Hamer de culturele en creatieve sector voor het feit dat men zelf aan de slag is gegaan met de arbeidsmarktproblematiek. Ook Marijke van Hees (voorzitter Raad voor Cultuur) was vol lof over de samenwerkende partijen. Anne Breure (Veem) gaf aan dat de Fair Practice Code een beroep doet op ‘onze collectieve verantwoordelijkheid’. En Erik Akkermans, die de voortgang van de Arbeidsmarktagenda toelichtte, zei dat er was gemikt op eigen verantwoordelijkheid en daadwerkelijk aanpakken en dat nu de Regiegroep onder leiding van Evert Verhulp (Kroonlid SER) ook weer breed is samengesteld. Peter van den Bunder (Kunstenbond): “Er wordt constructief overlegd met werkgevers en anderen over de uitwerking, nu komt het aan op de uitvoering”.
IN VOGELVLUCHT ENKELE UITSPRAKEN UITGELICHT:
Klik hier voor de agenda, genodigden en position papers van de Hoorzitting Lees verder…
DEVENTER
Het dooit weer langs de IJssel, geen Moskou
meer, nee, eerder een Bologna – deze oude
Hanzestad, waar de tijd ogenschijnlijk weinig
vat op heeft gehad. Een eindeloze stroom
bezoekers, op zoek naar dichters en Dickens,
trekt er ieder jaar opnieuw langs de kades,
langs de boeken, laat de blikken langs de kaften
glijden, om later dan lezend wat tijd te verbeiden
in een van de vele beschutte binnenstadstuinen,
waar omheen duizenden vingers het heden
kaders geven in evenzoveel panelen. Tot leven
gekomen taferelen tussen de muren en gevels.
LEIDEN
Stad, opgetrokken uit verwondering – hoe is
deze wereld deze wereld geworden, Leiden
Leiden, welk gemis huist er in de herinneringen
van welke Leidenaar, en waar dan, waar?
Verleden genoeg voor wie er binnen de
omheining van het Singelpark oog voor heeft,
en als er al wat wás verdwenen komt het weer
te voorschijn op winkelpuien en plattegronden.
Zo raken er steeds meer plaatsen waar iets
plaats heeft gevonden bekend en brengt de stad
zichzelf in kaart in één groots digitaal verband,
ieder verhaal als nieuwe sleutel bij de hand.
TILBURG
Iedere ‘o’ heeft hier zo z’n dakje, voelt zich thuis.
Duiven vliegen uit, zien de langzaamaan tot
steen verworden lappendeken die deze stad is.
Van herdgang naar herdgang, van wol
naar textiel en nog verder – eens snorde de boel
van draad en spoelen, toen kwam de nieuwe
industrie, bonkend en vonkend; nu ook al oud.
Zo werd het Tilburgs letter voor letter opgebouwd,
zodat zich nu een afwisselend pallet ontvouwt
van ankerpunten in een dwaalgebied. Het mooiste
meisje van de klas? Misschien niet, maar wel
voor wie in ieder balkon een vogelkooitje ziet.
ZAANSTAD
Het transformatorhuisje is getransformeerd
tot spil voor leisure en de creatieve industrie
– ook een vorm van energie-omzetting, net zoals
toeristen nu de molens laten draaien. Dit proces
gaat verder, wat er ook mocht overwaaien
van deze industrie, niet de constructies van staal
en steen. Er omheen mag alles dan anders zijn
geworden, bewegwijzeringsborden wijzen nog
altijd naar de toekomst toe. Het verleden wordt
zo eerder een product dat wordt geproduceerd,
en zichzelf tot in de gevels van het stadhuis
herhaalt, waar het de blik op vandaag bepaalt.
Ruben van Gogh