8 december 2010

Kunsten ’92 mist inhoudelijke grondslag in cultuurbeleid Zijlstra

Kunsten ’92 hekelt de beperkte visie op de rol van het Rijk ten aanzien van kunst en cultuur. Een debat over de uitgangspunten voor cultuur heeft volgens de vereniging geen zin zonder inzicht in de effecten van maatregelen die ook buiten de cultuurbegroting genomen worden. Kunsten ’92 roept de kamerleden op niet akkoord te gaan met het bouwen van een nieuw huis op drijfzand.

Geachte Cultuurwoordvoerders,

De schreeuw om cultuur heeft op 20 november op vele straten en pleinen in Nederland geklonken. De petities tegen de kabinetsplannen voor cultuur zijn door zo’n170.000 mensen getekend en zullen u op 13 december, de dag waarop u debatteert over de cultuurbegroting 2011 en het toekomstig cultuurbeleid, worden aangeboden.

De brief van staatssecretaris Zijlstra over de uitgangspunten van het toekomstig cultuurbeleid verraste niet waar het de hoogte van de aangekondigde bezuinigingen betreft. Wel verbazen wij ons over diens beperkte visie op de rol van het Rijk ten aanzien van kunst en cultuur en het feit dat hij de overige effecten van het kabinetsbeleid op de cultuursector niet in zijn overwegingen betrekt. De veronderstelling dat markt, mecenaat en andere overheden als vangnet zullen functioneren voor dat deel van de sector waar het Rijk straks geen verantwoordelijkheid meer wil dragen, is ongefundeerd. Een inhoudelijke grondslag voor zijn beleid ontbreekt.

Kwalijk is het dat de staatssecretaris het voortbestaan van alle instellingen in het bestel ter discussie stelt en daarmee grote onzekerheid in de sector veroorzaakt. Zeker in een tijd waarin de markt zich terugtrekt kan dat tot grote bedrijfsschade en desintegratie leiden, nog voordat er maar een cent is bezuinigd.

BEZUINIGINGEN
Reeds in een brief aan de fractievoorzitters spraken wij onze grote zorg uit over het cultuurbeleid van dit kabinet. De culturele sector wordt niet alleen getroffen door een bezuiniging van 200 miljoen op de Rijkscultuurbegroting, die voornamelijk ten laste van de kunstensector komt. Ook de effecten van bezuinigingen op de cultuur bij de publieke omroep, met name op het Muziekcentrum van de Omroep, de verhoging van het BTW-tarief voor podiumkunsten en beeldende kunst, de opheffing van de Cultuurkaart en regelingen met de bedoeling verdienvermogen van kunstenaars en instellingen te versterken, moeten worden meegeteld.

Gevoegd bij de teruglopende inkomsten uit sponsoring, bezuinigingen bij gemeenten door verminderde inkomsten uit het gemeentefonds en de gevolgen voor cultuur daarvan, alsmede de plannen bij verschillende provincies om niet alleen op cultuur te bezuinigingen, maar ook culturele taken af te stoten, zal dit onontkoombaar leiden tot een ongekende en ongecontroleerde afbraak van culturele voorzieningen in Nederland. Bijgaand treft u een overzicht van maatregelen en bezuinigingen die de sector en samenleving zullen treffen.

Kunsten ’92 is van mening dat de effecten van het kabinetsbeleid op cultuur in hun samenhang moeten worden bezien. Een debat over uitgangspunten van het cultuurbeleid heeft geen zin als er geen inzicht bestaat in die effecten. Ga niet akkoord met het bouwen van een nieuw stelsel op drijfzand.

UITGANGSPUNTEN CULTUURBELEID
De visie van de staatssecretaris is gebaseerd op de interessante veronderstelling dat Nederlandse cultuursector al sinds de jaren zestig teveel op de overheid is gericht. Kunsten ’92 ziet dit graag onderbouwd. Wellicht dat de buitenproportionele bezuinigingen de magere tijden van weleer laten herleven, maar vast staat dat zich sinds die jaren een zeer ondernemende culturele en creatieve sector heeft ontwikkeld die in onze samenleving een cruciale rol speelt. Daarbij heeft zich een zeer breed palet aan instellingen en instituties ontwikkeld waarvan slechts een klein aantal (gedeeltelijke) financiële ondersteuning geniet van het Rijk. Een groot aantal kunstenaars, acteurs, producenten en ontwerpers beweegt zich moeiteloos in zowel het commerciële als het gesubsidieerde deel van de sector.

Cultuur, dat is onderzocht en wordt ook erkend, vormt een belangrijke motor voor stedelijke en economische ontwikkeling (cijfers Bureau Berenschot en Atlas voor Nederlandse gemeenten/Gerard Marlet).

Ook het CPB heeft in een op 2 december jl. verschenen rapport gewezen op de miljardenschade die de samenleving riskeert bij te grote bezuinigingen op cultuur.

MINDER OVERHEID MEER REGIO?
De overheid wil meer ruimte geven aan de samenleving en aan particulier initiatief en stelt dat een gezonde culturele sector zo min mogelijk afhankelijk is van de overheid. Tegelijkertijd wil de staatssecretaris dat in alle regio’s een hoogwaardig kwalitatief aanbod blijft bestaan en wijst daarvoor een aantal ‘kernpunten’ aan. Hij formuleert in zijn brief 5 criteria voor beoordeling van subsidies:

Kunsten’92 vraagt zich af hoe de Rijksoverheid zijn bestelverantwoordelijkheid ziet en deze uitgangspunten denkt te combineren. Wat verstaat de staatssecretaris onder een ‘gezonde culturele sector’? Hoe verhoudt spreidingsbeleid zich tot de focus op de zogenoemde kernpunten? De staatssecretaris stelt peer review ter discussie. Op welke wijze gaat hij inhoudelijk oordelen en hoe zal dat oordeel zich verhouden tot de 5 genoemde criteria? Hoe verhoudt de nadruk op meer publiek en ondernemerschap zich tot de vaststelling dat in de Randstad meer bezuinigd zal worden dan in de regio?

MEER MARKT EN MECENAAT?
De staatssecretaris veronderstelt dat de sector gebaat is bij meer marktwerking en meer mecenaat. Geen instelling zal zich keren tegen meer ruimte voor ondernemerschap. Daartoe zijn in de afgelopen decennia ook veel inspanningen verricht door sector en overheid. Echter, de effecten van maatregelen uit het regeerakkoord, zoals de BTW-verhoging voor podiumkunsten en beeldende kunst, het afschaffen van de heffingskorting op cultureel beleggen en het afschaffen van de matchingsregeling plaatsen de sector op grote achterstand, in een tijd waarin juist inkomsten uit de markt teruglopen.

Er is een Geefwet aangekondigd en de staatssecretaris zal met diens collega’s van Justitie en Financiën het nodige in het werk te stellen om barrières voor ondernemerschap zoveel mogelijk op te heffen. De publiek-private samenwerking die tot stand is gekomen met betrekking tot digitalisering van de bioscopen kan daarbij als een mooi begin worden aangemerkt.

Wij zien uit naar verdere voorstellen en rekenen erop dat de eerste stappen naar realisering snel zullen worden genomen. Maar het stimuleren van een geefcultuur en het verbeteren van het klimaat voor cultureel ondernemers kosten tijd. Een te snelle invoering van hogere inkomsteneisen in de veronderstelling dat markt en mecenaat een grotere bijdrage leveren zal de sector veel schade toebrengen.

Wij wijzen u er op dat op 5 oktober jl. tijdens het congres in Amsterdam over de geefcultuur in de Verenigde Staten Robert Lynch van de Amerikaanse belangenorganisatie ‘Americans for the Arts’ liet weten dat voor het opbouwen van een sterkere geefcultuur zeker 20 jaar moet worden gerekend. Bovendien moet de overheid zich er rekenschap van geven dat markt en mecenaat niet automatisch de gaten zullen opvullen die de overheid laat vallen. Bedrijven en ook particuliere fondsen laten in reactie op ondersteuningsaanvragen uit de kunstwereld frequent weten slechts aanvullend te willen opereren en zich niet als vervanger van de overheid te willen zien. Particulieren en bedrijven wensen altijd hun eigen keuzes te maken (zie Renee Steenbergen Kunsten ’92 magazine 43).

MEER PARTICIPATIE EN EDUCATIE?
Het regeerakkoord onderstreept het belang van participatie en educatie, en het is verheugend dat daar met name culturele ontwikkeling van leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs wordt genoemd. Maar het kabinet schaft de Cultuurkaart af en schrapt het bijbehorende budget. De effecten van bezuinigingen op gemeentelijk en provinciaal niveau laten op dit ogenblik al een forse verschraling zien op dit terrein. Wij zijn benieuwd hoe dit beleid zich verhoudt tot de keuze voor concentratie van het Rijksbeleid op de zogenaamde kernpunten. Cultuureducatie staat terecht met nadruk in bijna alle verkiezingsprogramma’s. Verdergaande afbraak door het doorvoeren van ondoordachte bezuinigingsmaatregelen moet worden voorkomen. Kunsten ’92 verzoekt de Tweede Kamer de effecten van het afschaffen van de Cultuurkaart in combinatie met de bezuinigingen op educatie en participatie te onderzoeken alvorens hierover te besluiten.

WEER EEN NIEUWE BASISINFRASTRUCTUUR?
Om de scherpe keuzes die nodig zijn om € 200 miljoen te bezuinigen mogelijk te maken stelt de staatssecretaris voor het zojuist ingevoerde nieuwe systeem weer af te breken. Het onderscheid tussen langjarig en vierjarig gesubsidieerde instellingen wordt losgelaten, de basisinfrastructuur wordt aanzienlijk minder omvangrijk. Het Kabinet wil ook dat de fondsen op een andere wijze gaan opereren, mogelijk worden zij samengevoegd. Naast de onzekerheid en bedrijfsrisico’s die dat voor alle culturele instellingen met zich meebrengt, maakt Kunsten ’92 zich vooral zorgen om het ontbreken van de inhoudelijke basis hiervoor. Het ontbreekt aan een visie op de betekenis en het publieke belang van een door de overheid gesubsidieerde culturele sector. Daarmee loopt dit kabinet het risico dat een cultuursector wordt gecreëerd die eerder concurrerend met dan aanvullend op de commerciële sector zal zijn.

MEDIA
Het aanvankelijke kabinetsvoornemen om het Muziekcentrum van de Omroep in zijn geheel te schrappen is weliswaar verlaten, maar de thans ingeslagen weg stelt nog niet gerust. Het door minister Van Bijsterveldt genoemde maximum bedrag voor voortzetting van het MCO is vooralsnog een slag in de lucht. Er ligt geen inhoudelijke visie of een met het orkestenbestel samenhangende beleidsopvatting aan ten grondslag. Kunsten ’92 pleit voor verdere besluitvorming over deze kwestie op basis van de advisering door de Raad voor Cultuur, waarbij bewezen kwaliteitsniveau, status en positie in het Nederlands muziekleven zwaar dienen mee te wegen.

Wat de bezuiniging bij de Nederlandse Publieke Omroep betreft vindt Kunsten ’92 dat deze, ongeacht de hoogte ervan, niet op de programmabudgetten mag worden afgewenteld. Het is meer dan wenselijk dat de publieke omroep zich concentreert op een aantal kerntaken. Hieronder valt nadrukkelijk het terrein van de kunst en cultuur, ook in educatieve zin. Een intensievere relatie, vooral programmatisch-inhoudelijk, met de kunst en cultuurwereld, is daarom noodzakelijk. Vanzelfsprekend ook vice versa.

TENSLOTTE
Wij doen een dringend beroep op u het kabinet op te roepen dit land behalve bezuinigingen ook perspectief te bieden en de kracht van kunst en cultuur daarbij te gebruiken. Als dit kabinet Nederland daadwerkelijk een ambitieus en toonaangevend land wil laten zijn in Europa en de rest van de wereld, dan koestert het datgene waarmee dit land zich onderscheidt, maakt het gebruik van de ambassadeursrol die de cultuur voor Nederland vervult. Daartoe is het van cruciaal belang is dat er samenhangend beleid wordt ontwikkeld en de bezuinigingen in omvang worden teruggedrongen.

Daarbij zullen niet alleen de drie overheidslagen moeten worden betrokken, ook zal gekeken moeten worden naar andere departementen die maatregelen kunnen treffen om ondernemerschap in kunst en cultuur (commercieel en niet-commercieel) te bevorderen, opdat innovatie, de ontwikkeling van nieuw talent en de creatieve industrie optimaal kansen wordt geboden.

In alle hoogachting,
namens de Vereniging voor Kunst, Cultuur en Erfgoed/Kunsten ‘92

 

Ad ’s-Gravesande
voorzitter

Reactie op uitgangspuntenbrief 8 december 2010
Overzicht bezuinigingen versie 6 december 2010