11 juni 2012

Magazine #46 – De samenleving als werkterrein

Voor u ligt de laatste gedrukte versie van het Magazine van Kunsten ’92. Dat begon begin jaren 90 als een nieuwsbrief waarin vooral verslag werd gedaan van de activiteiten van Kunsten ’92 en de politieke ontwikkelingen op het gebied van kunst en cultuur. Doordat dankzij internet de actuele berichtgeving verplaatst kon worden naar onze website, ontwikkelde de nieuwsbrief zich tot een Magazine dat achtergrondinformatie en analyse bood, vaak geïllustreerd door verhalen van leden. Onderwerpen die in de media vaak oppervlakkig aangeraakt werden, kregen in het Magazine de ruimte om eens grondig te worden belicht. Actuele thema’s als (Europese) verkiezingen, kwaliteitsbeoordeling, framing, verfondsing, ondernemerschap en internationalisering passeerden de afgelopen jaren de revue.

Toch zal dit het laatste Magazine zijn dat u op papier van ons ontvangt. Ook Kunsten ’92 moet op de kleintjes gaan letten en het maken van een papieren Magazine is relatief duur. Dat neemt niet weg dat we de functie van reflectie op wat er met kunst en cultuur in Nederland gebeurt, gelardeerd met verhalen uit de sector, belangrijk blijven vinden. Vandaar dat we die functie op digitale wijze voort hopen te zetten en u nog steeds verdiepende essays en analyses mogen blijven aanbieden, zij het voortaan in elektronische vorm.

In dit laatste papieren nummer wordt veelvuldig de vraag gesteld hoe kunstbeleid de inhoud van de kunsten bepaalt. Hoe komt het bijvoorbeeld dat de artistieke film in Nederland zo in de verdrukking is geraakt? En zouden we niet beter een voorbeeld kunnen nemen aan Denemarken, vraagt filmjournalist Jos van der Burg zich af. En welke gevolgen hebben toenemende marktwerking op de stadsgezelschappen en hoe gaan die daarmee om? In de sector wordt al volop nagedacht hoe je tot een gedeelde verantwoordelijkheid kunt komen, vertelt artistiek leider van het NNT, Ola Mafaalani: “Ik dacht dat je de politiek er pas bij moest halen als je een afgewerkt plan had om aan ze voor te leggen. Maar eigenlijk was het heel vruchtbaar om de gemeente in dit stadium al aan tafel te hebben. De overheid wordt dan echt een partner.” De kunstenaar beweegt altijd. Hij is altijd op zoek naar een nieuwe verhouding tot de samenleving. Die samenleving is immers zijn werkterrein. De overheid moet daarom inzien hoe belangrijk de erkenning van het publiek belang voor de kunstenaar is, stelt Toine Minnaert: “Wellicht dat de toonzetting, bestempeld als de meest indirecte vorm van beïnvloeding van de kunst, de meest directe invloed kan hebben op de toekomstige mogelijkheden voor kunst.“

Dat is een les die politieke partijen moeten meenemen als ze, richting de verkiezingen, hun visie op cultuur (her)formuleren vinden Robbert van Heuven en Simon van den Berg. De vraag is ook in hoeverre de oppositiepartijen pal voor de kunst blijven staan na september, als er onderhandeld moet worden over de macht en – vooral ook – over geld. Dan zullen de kunstlievende partijen toch water bij de wijn moeten doen. Het minste dat we van ze mogen verwachten is dat ze de samenleving er opnieuw van proberen te overtuigen waarom kunst en cultuur meer is dan een vrijetijdsbesteding, maar net als onderwijs en zorg, tot een basisverantwoordelijkheid van de overheid gerekend moet worden.

INHOUDSOPGAVE
Ten Geleide:
– Marianne Versteegh
Analyse: Verder na Zijlstra – Robbert van Heuven en Simon van den Berg
Essay: Ruimte voor vrijheid – Toine Minnaert
Column: Een onwerkelijke tijd – Jan Zoet
Interview: Richting zoeken na de woede – Ola Mafaalani
Film: Gevangen in de waan van de dag –  Jos van der Burg
Column: El Sistema – Christianne Stotijn
Erfgoed: De kwetsbaarheid van Aviodrome – Thessa Syderius
Geefwet: Gebruik maken van de Geefwet – Dick Molenaar

Het gehele opgemaakte magazine:
Kunsten ’92 Magazine #46 mei 2012