ARTIKEL 3. IN DE SERIE KANTELPUNTEN
3.
Cultuur was altijd en overal van belang. Het is de voedingsbodem waaruit de samenleving groeit. Als vissen in water, zo leven wij in en door cultuur. In een tijd van kanteling waarin oude zekerheden verdwijnen en het nieuwe nog pril en vormeloos is en we ons daarom verloren kunnen voelen, is die voedingsbodem belangrijker dan ooit. Ga maar na: de structuren waarin de wereld is georganiseerd gaan ons bevattingsvermogen te boven. De problemen ook. De menselijke maat is zoek. Niet alleen maakt politieke verdeeldheid het land onbestuurbaar en voelen verschillen tussen groepen onoverbrugbaar, we zijn ook steeds eenzamer, ervaren meer stress, angst en depressie. Dit zijn symptomen van samenloosheid. De samenleving mist verbindend vermogen. Of, met andere woorden: er heerst cultuurarmoede.
In het eerste artikel is geschreven over hoe rituelen ons eeuwenlang houvast gaven bij verandering of overgang, en hoe hieraan, in een transformerende wereld, een grote behoefte is. We hebben rituelen alleen afgeschaft, losgelaten en wegbezuinigd. Het domein van kunst en cultuur heeft momenteel als het ware het nalatenschap daarvan in handen, en kan een rol ven betekenis spelen. Zoals rituelen nog steeds belangrijk zijn bij geboorte en dood, zo zullen we in een tijd van verandering de kunst moeten vinden van het afscheid nemen van het oude en het geboren laten worden van het nieuwe. Kunnen we dat wel?
Nou, aan de ene kant zijn wij als mens, als immens wereldwijd samenwerkingsverband ongelofelijk wendbaar, creatief en vindingrijk. Zodra de omstandigheden veranderen, gaan we ons anders gedragen, komen er nieuwe diensten of producten op de markt en ontstaan nieuwe verbindingen. Daar staat tegenover dat we bij belangrijke zaken die we niet direct ervaren, zoals snel groeiende ongelijkheid, alarmerende klimaatverandering en ingrijpende technologische ontwikkelingen, niet noemenswaardig in beweging lijken te komen. Van wetenschappelijk onderzoek liggen we niet snel wakker, berekeningen en geleidelijk verschuivende patronen lijken ons niet te verontrusten laat staan dat we het roer omgooien. We zijn goed in aanpassing, maar slecht in transitie.
Zoals in het tweede artikel stond: We hebben geen gebrek aan kennis, apparatuur of ervaring. We weten wat er moet gebeuren om onze wereld leefbaar te houden en we weten ook dat het mogelijk is. Maar toch gebeurt het niet. Oude patronen die ons niet meer dienen zijn hardnekkig en houden ons gevangen in uitgesleten sporen. Het nieuwe is pril, heeft nog geen stem en kan zich niet laten horen in de rechtszaal of het parlement.
Afscheid nemen van het oude, dat doe je niet alleen door in te zien dat iets niet meer nodig is en te ervaren dat het in de weg zit, maar door met dankbaarheid en respect te erkennen dat iets waardevol is geweest en het een plek te geven waar het kan rusten.
Archieven, depots en bepaalde musea zijn zulke rustplaatsen. Daar vinden we Middeleeuwse iconen, oudhollandse wastobbes, een Mammoetschedel en de eerste iMac. In het openluchtmuseum van Enkhuizen ruikt het naar kolenkachels en teer. Lekker. En kankerverwekkend. Fijn dat die geur niet meer overal hangt. Op zulke plekken zouden ook slavernij, kinderarbeid, Jan Pieterszoon Coen, de atoombom en het kapitalisme kunnen worden bedankt, verfoeid en begraven.
En waar nieuwsberichten maar moeilijk kunnen duiden wat er zich in de hoofden van Poetin of Trump afspeelt, zien we in het theater hoe waanbeelden zich van een koning meester kunnen maken en hoe machtslust hem langzaam ten gronde richt. Niet in een analyse van kibbelende praatjesmakers die op televisie in twee minuten hun punt moeten maken, maar voor je ogen op het podium, in vier uur Shakespeare…
Kunstenaars werken met vormen van aandacht en verbinding. Zo raken de zangers in het project Stem en Luister mensen met dementie op een manier die medici niet kunnen. Dat helpt bij mensen met dementie. Ook ontwikkelen theatermakers van de Werkplaats van de Woestijne rituelen ter afscheid, niet na, maar voor de dood. Of ze geven een gezicht aan diersoorten die uitsterven, landschappen die verdwijnen en onderzoeken nieuwe emoties zoals solastalgia. In het project IIS komen ijsmeesters met schaatsliefhebbers samen voor een maaltijd en een voorstelling over klimaatverandering op niet meer bevriezende ijsbanen in Friesland. Anoek Nuyens en Rebekka de Wit stellen zich de verdediging van Shell in de rechtbank voor in De Zaak Shell. En bij een verdwenen gletsjer op IJsland staat nu een gedenksteen met een gedicht dat eindigt met: “…Dit monument is een erkenning dat we weten wat er gebeurt en wat er moet gebeuren. Alleen jij weet of we het gedaan hebben.”
Dit zijn projecten en acties die op veel meer plekken nodig zijn. We missen zulke aandacht voor boeren die het niet meer redden. Of als een nieuwe distributiehal het landschap pijnigt. De vissersboten van Den Helder gaan naar het oud ijzer zonder dat we afscheid nemen. Wintersport verdwijnt nu de sneeuw wegblijft in de Balkan. Dat is sterven in stilte. Als zulk verlies niet zichtbaar of hoorbaar wordt gemaakt, niet gedragen wordt door een gemeenschap maar alleen de getroffenen raakt, dan gaat ook het vertrouwen verloren in een groter geheel. Verhalen, tradities, gebruiken en de link tussen generaties – het valt stil. De samenleving breekt uiteen.
Ook bij het nieuwe kun je voelen hoe je aan de zijlijn wordt gezet. Grote bouwprojecten, nieuwe technologie of andere regels worden vaak triomfantelijk gelanceerd door een innovatief bedrijf of een ondernemende wethouder. Maar als er geen verbinding en samenhang is, kan het ons vervreemden en buitensluiten. Ook hier missen we de aandacht van een kraamverzorger die je kan vertellen hoe je het nieuwe kunt verwelkomen: maak een zachte plek, schep luwte voor prille ideeën en processen en ga vervolgens kennismaken, verbinding leggen. Dat betekent dat het nieuwe op een plek kan ontstaan waar het voorzichtig landen kan, waar het mag groeien en ontwikkelen zonder direct te moeten concurreren en meevechten.
Denk aan een laboratorium waar wetenschappers in een beschermde omgeving iets nieuws testen en, via vele mislukkingen, een spoor zoeken naar een nieuwe mogelijkheid. Maar denk ook aan een kunstenaarsatelier. Het is een zoekplek waar wordt gespeeld, geproefd, ontwikkeld en eindeloos gefaald. Hier wordt het onbekende afgetast.
Als een kind de eerste stapjes zet, verlang je niet dat het zich meteen op de atletiekbaan gaat bewijzen. Je moet ook niet willen oogsten wat net ontkiemt – behalve bij taugé. En daarom is een laboratorium geen winkel, maakt een nieuw idee geen winst en heeft kunst ruimte nodig om met zorg en sensitiviteit verbinding te maken tussen onherroepelijke veranderingen, verschuivende werkelijkheden en de menselijke beleving.
Kunstenaars van Peergroup gingen naar het dorp Amen om meer te begrijpen over het hedendaagse leven in een kleine plattelandsgemeenschap. De bewoners zaten niet te wachten op een theaterstuk, maar deelden hun verdriet over de leegloop en teloorgang van bedrijvigheid. De bakker was verdwenen. En daarom gingen de theatermakers brood bakken, niet voor geld, maar voor verhalen. Zo ontstond er uiteindelijk een voorstelling verspreid over verschillende plekken in het dorp, een vertelling over de zaken die verloren dreigen te gaan in een tijd van ogenschijnlijke welvaart, maar die het waard zijn om te behouden.
De situatie in het landelijk gebied, de wachtlijsten bij geestelijke gezondheidszorg of het uitsterven van de paling – het zijn onderwerpen waar niet direct een oplossing voor is. Het is complex, verweven en deel van trage veranderingen in de samenleving en de ecologie. In een kunstproject wordt een dergelijk vraagstuk niet direct opgelost, maar wel bevraagd, onderzocht en uitgedaagd. Er ontstaat zo een nieuw begrip van het probleem, een nieuwe relatie met de situatie. Zoals je in het theaterstuk Hamlet vier uur lang mag verblijven in de geest en emoties van een depressieve prins, zo kan een kunstwerk een verblijfplaats zijn waar je het onbekende en het nieuwe kunt ontmoeten. Je maakt kennis in een beschermde omgeving. Hier stel je je oordeel uit, je zintuigen open. Het nieuwe krijgt tijd. Tijd om zich te vormen – niet als product of dienst, maar als gevoel. En gevoel is cruciaal! Als we de verandering kunnen voelen, oude vaste grond los durven laten omdat we de houvast hebben van wind in de zeilen, als nieuwe waarden ons gidsen en we nieuwe mogelijkheden welkom kunnen heten omdat we ze in verbeelding al hebben leren kennen, dan kunnen we staande blijven, onze plek zien en een rol van betekenis spelen in een kantelende wereld.
-Merlijn Twaalfhoven
Jouw transitie-rol
Iedere verandering vraagt om afscheid én verwelkoming. En daarvoor is iedereen nodig: kunstenaars, denkers, luisteraars, doeners.
Hoe zie jij je rol in een wereld die kantelt?
We geven je drie eenvoudige keuzes – zo beland je binnen een halve minuut bij jouw transitierol.
Klik het aan, zo verzamelen we houvast voor onze plek in deze kanteltijd. Met jou samen geven we vorm aan wat zich nog niet laat vangen.