1 september 2011

Verslag Paradisodebat Stad versus Staat: tegenhangen of meebuigen

Stad versus Staat: tegenhangen of meebuigen was het onderwerp van het traditionele Paradisodebat dat zondag 28 augustus onder grote belangstelling werd gehouden. Presentator Ruben Maes merkte in zijn openingswoord terecht op dat er gezien de huidige politieke ontwikkeling genoeg aanleiding was om bij elkaar te komen en over het beleid te spreken. Want hoe gaan we verder nu op Rijksniveau het beleid drastisch wordt gewijzigd en er hevig wordt bezuinigd? En vooral, hoe gaan de gemeenten daarmee om?

“Hoe gaan we verder”, vroeg ook voorzitter van Kunsten ’92, Ad ‘s-Gravesande zich af in zijn inleiding. “Hoe kunnen we de omstandigheden zo keren dat de samenleving er niet de dupe van wordt?” Want er moet iets gebeuren, gezien de negatieve effecten die het kabinetsbeleid op de kunstensector heeft. De bezoekerscijfers dalen dankzij de btw-verhoging, de sector raakt 1 miljard aan inkomsten kwijt in 2013. ’s-Gravesande riep de sector dan ook op om vooral samen te werken en om te investeren. “Wacht vooral de afbraak niet af.” Hij vroeg de gemeenten om in ieder geval slim te bezuinigen om zo diversiteit en kwaliteit te behouden. “We roepen tot slot de Tweede Kamer op het tempo van de bezuinigingen te temperen en de btw gewoon weer naar 6% te brengen. Creëer de juiste voorwaarden voor ondernemerschap, om te beginnen in een waarlijk goede Geefwet.”
Paradisodebat 2011 – Inleiding Ad ‘s-Gravesande

In Utrecht, vertelde de burgemeester van Utrecht, Aleid Wolfsen, in zijn inleiding, wordt er in ieder geval niet bezuinigd. “Wij houden het hoofd koel, we blijven vertrouwen op de kracht van onze cultuur, we raken dat niet zomaar kwijt.” Wolfsen beschreef hoe tijdens het sluiten van de Vrede van Utrecht, in 1713, cultuur een belangrijke rol had gespeeld tussen de onderhandelingen door. De 17e-eeuwse Utrechters maakten, dankzij die buitenlandse onderhandelaars, kennis met een heel pallet aan kunsten. Inmiddels overkomt kunst Utrecht niet meer zomaar, zoals in 1713, maar zijn kunst en cultuur een belangrijk onderdeel van de stad, die daardoor na Amsterdam de aantrekkelijkste Nederlandse stad is om in te wonen. “We schrokken dan ook nogal toen we bedachten wat de bezuinigingen voor onze stad zouden kunnen betekenen. De wethouder schreef met de andere wethouders van de grote steden de staatssecretaris dan ook dat ze begrepen dat bezuinigingen nodig zijn, maar dat deze stapeling aan bezuinigingen en belastingverhogingen te drastisch is en meer kapot maakt dan ons lief is.” Wolfsen beschreef cultuur als zuurdesem. Je moet soms investeren in de hoop dat er dingen gaan rijzen. “De bezuinigingen gaan ten koste van ons culturele brood en het zal ook voor steeds minder mensen zijn. Cultuur wordt daardoor elitair. Daarom gaan wij proberen onze infrastructuur in stand te houden en investeren we extra in cultuur. Cultuur met iedereen, van iedereen en voor iedereen.”
Paradisodebat 2011 – Keynote speech Aleid Wolfsen

De cijfers voor na 2013 zien er inderdaad niet heel rooskleurig uit, rekende Bastiaan Vinkenburg van Bureau Berenschot voor. Niet alleen het Rijk bezuinigt, gemeentes bezuinigen ook op cultuur, omdat het een van de weinige flexibele posten in een gemeentebegroting is. Als gemeentes gemiddeld 25% op cultuur bezuinigen, scheelt dat de sector 600 miljoen euro. Maar ook de eigen inkomsten gaan achteruit, omdat de bezoekerscijfers teruglopen door crisis en btw-verhoging. Bezoekers krijgen een minder divers aanbod voor een hogere prijs. Fondsen staan onder druk door de slechte financiële markt. Als het zwartste scenario bewaarheid wordt, leidt de stapeling van problemen tot een inkomstenderving van 1 miljard euro voor de kunstensector.
Paradisodebat 2011 – presentatie Berenschot – 28 aug 2011
Cijfers Berenschot Paradiso debat 2011

Dat zijn harde klappen voor de instellingen. Maar ook voor de gemeenten waarin die instellingen zich bevinden. Want cultuur binnen een stad levert allerlei welvaartseffecten op voor die stad, liet Gerard Marlet van de Atlas Nederlandse Gemeenten in zijn presentatie zien. “Bij andere ministeries is het normaal dat je de gevolgen van je beleid doorrekent voor je een beslissing neemt”, merkte hij op, “In dit geval jaste men het beleid er eerst politiek doorheen, en dan mag de sector nu zelf nog eens gaan uitrekenen wat daarvan de effecten zijn. Dat is onverstandig. De waarde van cultuur is voor een stad hoger dan wat de instellingen in hun kassa terugvinden. Daar profiteert niet alleen de elite van, maar ook Henk en Ingrid.” Marlet toonde vervolgens aan dat de rigoureuze bezuinigingen de overheid uiteindelijk meer kosten dan ze opleveren. Hoeveel hangt van de regio af, maar in Amsterdam kan dat een huishouden al gauw 120 euro schelen. “Dat betekent dus dat de bezuinigingen veel te snel gaan. En dat het teveel is. Eerst doorrekenen ìn plaats van meteen de botte bijl gebruiken, is verstandiger”, benadrukte Marlet nog maar eens. Het zijn uiteraard de gemeenten die het meeste van het welvaartsverlies gaan merken. “Als het rijk bezuinigt, kost het de stad geld.”

In het debat dat volgde kwam dat laatste regelmatig terug. Het Rijk bezuinigt veel en snel, terwijl de gemeenten juist met de brokken komen te zitten. Marijke van Hees, cultuurwethouder in Enschede, merkte dan ook op dat haar gemeente de gevolgen van de het rijksbeleid niet allemaal op kan vangen. “Je moet, net als in judo, dus met de beweging meegaan, zodat de schade beperkt wordt.” Enschede bezuinigt dan ook niet op cultuur, net zo min als Groningen. Ton Schroor, wethouder in Groningen: “Het voelt oneerlijk. Als gemeente investeer je in cultuur, terwijl de rijksoverheid op alle vlakken, de ellende bij ons opstapelt.”

En dat doet het Rijk zonder te overleggen, zei Frits Lintmeijer, cultuurwethouder in Utrecht: “Hadden we maar een gesprek met het Rijk. Maar het is eerder een uitwisseling van standpunten. Maar nu de beslissingen genomen zijn, kun je blijven zeuren tot je een ons weegt, maar we kunnen misschien ook gewoon aan de slag gaan. We kunnen niet alles compenseren voor provincies en Rijk, dus zullen we scherp moeten kiezen. Dat levert dilemma’s op. We investeren bijvoorbeeld graag in jong talent, maar daar kiest het rijk juist niet voor. Verder proberen we samen met de sector met een overtuigend verhaal te komen. We vragen iedereen samen te werken en innovatief te zijn en zo een ander beeld te laten zien aan de staatssecretaris.”

In een brief aan staatssecretaris Zijlstra, zette de G9 al eerder deze bezwaren op een rijtje. Daarin werd ook de btw-verhoging als merkwaardig benoemd, omdat hij ondernemerschap juist remt. Dat vond ook Tweede Kamerlid Bart de Liefde van de VVD, merkte hij op tijdens het debat. “Maar onze handtekening staat nu eenmaal onder die verhoging. Als we het anders zouden willen, dan moeten alle drie de regerings- en gedoogpartijen het daarmee eens zijn. Overigens denk ik niet dat de zwarte scenario’s zoals die in de cijfers van Berenschot en door Marlet worden geschetst bewaarheid worden. Tegelijkertijd snappen we als VVD ook wel dat niet alle bezuinigen door ondernemerschap kunnen worden opgevangen. Die illusie hebben we ook nooit gehad. Maar dat accepteren we.” Kamerlid Boris van der Ham (D’66) hoopte bij de begrotingsbehandeling toch op bereidwilligheid van CDA en VVD bij het repareren van de grootste problemen. “Daarvoor is altijd marge. Ik ben ervan overtuigd dat CDA en VVD best oren hebben naar redelijkheid en naar het uitsmeren van de bezuinigingen. Maar er is een partij die continu weigert en die ook weigert te debatteren. Zo komen we dus geen steek verder.” De Liefde: “De VVD heeft een warm hart voor cultuur, maar we zien graag een hervorming van de sector. Ik weiger de bezuinigingen dan ook alleen op het bordje van de PVV te schuiven. Bezuinigingen stonden ook in ons programma.”

Wethouder Schreurs (Eindhoven) wees erop dat er natuurlijk innovatie mogelijk is, maar dat je daarvoor wel eerst een visie nodig hebt. “Wat ik erg vind is dat er door het Rijk een 19e-eeuws beeld van cultuur wordt neergezet, waarin geen ruimte is voor experiment en innovatie. Dat is juist voor Eindhoven heel belangrijk. “ Ook Rotterdam kiest voor ondernemende instellingen, vertelde cultuurwethouder Laan. “Dat is ook voor het Rijk belangrijk en we proberen er dus voor onze instellingen het beste uit te slepen. Maar we moeten ook keuzes maken. Dus gaan er dingen sluiten en kun je sommige dingen niet meer doen.”

Toch bezuinigt Rotterdam op cultuur. Eindhoven niet, vertelde wethouder Schreurs: “Als we nu niet in cultuur investeren, hebben we geen economische toekomst meer.”

Kamerlid Jetta Klijnsma (PvdA) noemt de cultuurwethouders dappere dodo’s. “Je zult nu maar wethouder cultuur zijn. Er wordt immers niet meer gepraat met de gemeenten. Het is een oekaze die door een autistische staatssecretaris over het land wordt uitgestort. Grote gemeenten kunnen niet de basis die Zijlstra zo graag wil behouden, in stand houden als er zo wordt gekort. Daarom hoop ik dat we als Kamer nog wat kunnen doen aan tempo en aan de btw-verhoging.” Wethouder Van Wessem (Arnhem) hoopte dat dat zou lukken. “Wij hebben als G9 ook al gezegd, doe nu rustig aan. Gelukkig blijken daar ook veel Kamerleden voor. Als dat nu gewoon beter is, voor de sector, voor de economie, dan is het toch onverstandig om de plannen gewoon door te zetten?” De Enschedese wethouder Van Hees viel hem bij: “Als dit allemaal doorgaat wil ik de Kamerleden vragen bij de staatssecretaris op het hart te drukken om met ons in gesprek te gaan.”

Hoe nu verder, vroeg presentator Maes zich af. Van Wessem: “De waarde van cultuur is feitelijk onderbouwd. Maar daarmee zijn we er nog niet. De sector moet op microniveau ook haar waarde duidelijk maken. Wat draag je feitelijk bij aan het welbevinden van de stad? Daarmee kun je laten zien dat de feiten kloppen. Bovendien is er qua publieksbereik nog veel te winnen. Onze instellingen bereiken nog maar een deel van hun potentiële publiek. Daarin kun je investeren.”

Boris van der Ham was dat met hem eens. “Als het gaat om het bezuinigingstempo en de btw ligt daar voor de politiek een taak. Maar we moeten ook andere wapens inzetten. Bijvoorbeeld door te laten zien dat cultuur geen linkse hobby is. Kunst en cultuur zijn voor iedereen. Ook de VVD-achterban moet dat geluid laten horen. Dat is de methode om dit kabinet onder druk te zetten.” Bart de Liefde gaf aan ondanks alles nog steeds te geloven in een andere manier van financieren van de cultuursector. “Ik zou dus tegen de sector willen zeggen: pak die handschoen op.” Van der Ham: “Maar er werd door de VVD ook heel vijandig opgetreden naar de kunsten. Heeft de VVD spijt van de atmosfeer die ze zelf heeft gecreëerd?” De Liefde: “Sommige uitspraken hadden anders en met meer nuance kunnen worden gezegd. Ik heb niets tegen de cultuursector, ik vind cultuur belangrijk. Als mijn woorden woede hebben opgeroepen, dan vind ik dat jammer. Maar met die excuses gaan de bezuinigingen niet van tafel.”

Tot slot pleitten alle wethouder nog eenmaal voor overleg, voor fasering en voor het verlagen van de btw. Maar ook voor een meer doordachte visie. Schreurs: “Het moet een consistent verhaal zijn. We moeten meer zeggenschap hebben. En we moeten het overleg goed organiseren.” De Enschedese wethouder Van Hees formuleerde een en ander iets scherper: “Het is allemaal al in gang gezet en dat snijdt me door de ziel. Van dit kabinet heb ik geen verwachtingen meer. Wel van de sector. Samen met de instellingen en de G9 kunnen we een model maken hoe hier mee om te gaan.”

Wim van de Donk, Commissaris van de Koningin van Noord Brabant, sloot de dag af: “We leven in een tijd van grote bewegingen, waarin we de tering naar de nering moeten zetten. Elke sector kan op zo’n moment wel een porrende elleboog gebruiken. Maar dat kan alleen als er een visie achter zit. Die heb ik gemist en ik begreep de woede daarover. Maar uiteindelijk moeten we durven kiezen voor nieuwe lijnen. En ik heb er vertrouwen in dat dat kan.”

Verslag Paradisodebat 28 augustus 2011